maandag 29 april 2024

In het Land van Schub en Honing

Waar ik vorig jaar na een verplichtte afwezigheid van drie maanden om deze tijd nog wat onwennig het visjaar opstartte huppel ik nu geroutineerd polder in, polder uit. Niet dat alles goud wordt, maar over het algemeen hoef ik niet te klagen dit jaar, ook niet de afgelopen drie weken van te koud weer, met op papier verkeerde winden en temperaturen. Na een acclimatisatie van een paar dagen waren de karpers gewoon weer in de voorjaarsvreetmodus, iets anders kan ik er niet van maken, want met name de laatste periode weinig blanks. 


Mijn favoriete tijd van het jaar


Onlangs nog, donderdag 25 april, was ook al zo'n dag dat het liep, anders dan verwacht. Al hoewel de wind éindelijk draaide van noord en oost naar zuidwest bleef de temperatuur toch achter, we hebben de 9 graden niet aangetikt. Ondanks dat feit liep de pen toch al na 5 minuten na ingooien parmantig weg, en op de volgende stek nogmaals. Het is dat de niet te negeren slagregens roet in dat eten gooiden anders had ik er echt nog wel eentje bijgevangen. Mijn inschatting qua voerhoeveelheid en inweektijd bleek ook hier de juiste. 


Grote kop, grote staart, ingevallen flanken; duidelijk een oudere vis op zijn retour.
Mijn blijdschap was er niet minder om. 


Voor mij zijn een paar zaken wel van belang in deze pre-lenteperiode: nog steeds spaarzaam voeren, net als in de winter. Pas met watertemperaturen boven de 14 graden wil ik er meer dan een (1) daadwerkelijke handvol ingooien, dus tot die tijd altijd minder. En liefst pas in de namiddag voeren en vissen. Beter 1 uurtje in de namiddag dan de hele ochtend. De zon moet zijn heilzame werking kunnen doen. Té vaak heb ik succesloze ochtendsessies mogen noteren, dus ik stink er niet meer in, ondanks die specifieke veelbelovende lenteochtend-sfeer aan de waterkant. Al zijn er ook hier uitzonderingen op die regel, er zijn polders, weer of geen weer, waar het na 10/11 uur echt lastig wordt. 


De pre-lentemiddag na wat zonneschijn is primetime

Die veelbelovende lenteochtend-sfeer, maar het duurde tot de middag voor er vis in het net kwam

Maar ook de vroege avond mag voor mij


En dat er niet teveel gevoerd wordt bewijst wel het vele malen herhaalde ritueel van binnen 5 minuten beet krijgen en een vis vangen in deze periode, vaker wel dan niet eigenlijk, de teller houdt niet bij twee handen op. Dat kan alleen maar als een aanzienlijk deel van het voer verdwenen is. En dat aanvoelen is zelfs zo sterk dat ik op 80 % van de stekken al na een paar minuten weet of er vis ligt of niet. En als er niks ligt kun je net zo goed door tot je een stek treft met wél vis. Meters maken dus. Het is de dunne lijn tussen net voldoende voeren en net lang genoeg wegblijven om snel beet te kunnen krijgen. Voer je teveel, duurt het scharrelproces te lang, met een toenemende kans op slaan op een lijnzwemmer, en daarmee een verkeken kans. Blijf je te lang weg dan is het voer weg en de vis weg... Maar hoe schat je dat in? Want je kunt niet onder water kijken. Het is in mijn hoofd dan ook altijd een druk verkeer tussen dit soort gedachten, bovenstaande kan me een groot deel van de sessie bezighouden. Dus in die zin geen rustgevende bezigheid dat vissen. En al helemaal niet als ik langer de tijd heb, en niet alleen vier/ vijf/ of zes stekken maak op water A, maar dat ook nog doe op water B, en als het moet C. Direct na elkaar aangevoerd, of water C op weg naar water B? Nooit iets zonder reden, of 'zomaar'. Het kan allemaal, en als je een plan hebt, en de voer-/ aasmaterie begrijpt/ kan inschatten, dan is het binnen de kortste keren bingo en op de volgende stekken ook. Daarbij is het ene watersysteem het andere niet, bepaalde algemeenheden gaan op, maar over het algemeen hebben ze allemaal hun eigen nukken. Polder A start vroeg, de ernaast gelegen polder B is pas drie weken later zinvol om te bezoeken. En daar kom je maar op 1 manier achter, uren maken, en voortdurend analyseren wat er aan de hand is. En dat tegen het licht houden tov het resultaat van anderen, vandaar dat betrouwbare en mededeelzame maten van onschatbare waarde zijn (wat dat betreft begrijp ik die commerciële teams wel, die spelen elkaar maximaal de bal toe). Wat me vaak genoeg gebeurd is dat het niks is (lijkt?) op water A, en op water B opeens twee, drie vissen op de kant. Ondanks al die opgebouwde kennis, in combi met water- en wheathersense zijn er nog zoveel variabelen waar wij weinig tot geen kennis over hebben, die mede bepalend zijn voor al dan niet succes. En over niet succes gesproken, dat kan ook. Wilde aan het eind van een goed besteedde koningsdag met vrijmarkten in DH en Gouda nog even mijn dopamineshotje scoren, en koos voor een makkelijke polder. Maakte vier stekken, en kwam een uur later terug. Op drie van de vier stekken een of meerdere vissen, maar geen aanbeet, wel veel lijners. Ik was simpelweg nog te vroeg, het voer was niet voldoende op, en/of ik had alsnog teveel gevoerd. En ik had ook geen mazzel (merk doorgaans dat de combi zoete mais/ worm er toch vlot tussenuit wordt geselecteerd, maar niet altijd, defacto ook een punt van mee zitten/ mazzel) dit keer. En te weinig tijd om het uit te zitten, met b.v. een lichtpen. Ergo, 20 karpers gezien, gehoord ook, maar niet één keer hoeven slaan op een positieve aanbeet. 


Te donker om de pen nog goed te kunnen waarnemen, zonder 'lampje'


De factor mazzel net al genoemd. Onlangs met Andries een sessie gemaakt aan een goed bevolkte vaart in deze specifieke periode. Resultaat voor mij drie karpers, en voor Andries in drie rondes met 5 stekken met heel veel moeite uitéindelijk eentje. Maar andersom komt minstens zo vaak voor, heb ik het nakijken. Wij weten dat het samen penvissen op dit soort wateren een soort van prijsschieten is, want om de beurt een stek aanvoerend plusminus zo'n 100 meter uit elkaar, waarbij die vaart nauwelijks een afwisseling qua stekken kent. Er steken op 2 km slechts een paar features boven de reguliere stekken uit. Doorgaans zijn die goed voor een aanbeet, maar dit keer niet, maar 1 van de drie rendeerde. Het al dan niet vangen (opvangen van de vis) op zo'n water berust op toeval, en de mazzel hebben de kans niet te verkloten door te vroeg (mis) te slaan. 
Ik ken mening statisch visser bij wie gelijk de onzekerheid zou toeslaan. "Tjesus, hij heeft er al drie, wat doe ik verkeerd? Wat is zijn aas, wat zijn zijn rigs?" En maar weer sleutelen aan de presentatie. Menig artikel is er op gebaseerd. Onzekerheid verkoopt. Terwijl het hem daar helemaal niet aan schort. 

Ook zo'n ding, waar voer/ vis je? Ik ken wel (nu weer over pen-)vissers die nooit verder dan 30 cm uit de eigen kant vissen. Zelf ben ik van het midden, (wel een beetje gerelateerd aan de watertemperatuur hè, wel je verstand blijven gebruiken), en het watertype, ik heb het over sloten en vaartjes tot max 12 meter breed. Maar mij zal je nooit in de kant zien peuteren, tenzij met een heel speciale reden die zich ter plekke openbaart. Ik zoek kruisingen van sloten op, of zijsloten (altijd even uitpeilen, waar loopt het talud? Ook de windstroming en (richting van) bemaling zijn cruciaal bij het kiezen van de plek waar ik ga vissen en voer achterlaat, het zijn eigenlijk miniriviertjes met ook ondiepe binnen- en diepe buitenbochten, geultjes, neringen.
Dus op nieuw water met het eerste voeren ook een penhengel mee, als peilhengel, al te vaak voorgekomen dat een stek in optische zin veelbelovend oogst en onder water zonde van je tijd blijkt), en altijd zoveel mogelijk wat diepte. Van een meter wordt ik heel blij. Het zijn toch de plekken waar de grotere exemplaren zwemmen. En natuurlijk, die azen ook wel heel dicht onder de kant, maar ik ervaar toch dat je ze midden op in een sloot moet zoeken, in centrale delen. En het mooie is, doorgaans zijn ze daar niet alleen, die kantazers wel. Waar ik ook blij van wordt zijn ondiepe plaatjes met oplopend talud aan de uiteinden van ondiepere zijsloten, daar waar ze in de hoofdvaart uitmonden. Door jarenlange bemaling is er sediment uit de sloten meegekomen en bezonken in de monding van dat slootje, zo een mooi plaatsje vormend. Lentestekken! 


Typisch zo'n water waar vroeg starten wel loont, bij zonsopgang rond 06.00 lag het voer er al in


Nog zoiets: heb diverse penvisclinics gegeven, voor zowel gevorderden als beginners. Wat opvalt is de relatieve inertheid van de gemiddelde penvisser. Die denkt "laat die vis maar naar mij komen", want niet alleen maken ze maar 1 of 2/3 (max) stekken, ze blijven er ook nog uren op plakken. Dan doe je jezelf dik tekort (op het leisure element na dan, het is wel maximaal zen, maar no offence, daarvoor ga ik niet vissen, althans ik niet), en begrijp je de kracht van mobiel penvissen niet. Juist als je weinig bij je hebt kun je makkelijk en daardoor veel verplaatsen, op zoek gaan naar de vis, en de volgende etc... Meter maken, kansen creëren. 

Terug naar de titel. Want zo begon het in mijn hoofd, en dan neemt de vrije associatie het vanzelf over. Wat opvalt is het grote contingent aan betere schubs dit jaar. Ik geef toe, vis momenteel op water waar ze zwemmen, maar dat ze er in zo'n hoeveelheid en verscheidenheid uit zouden komen was niet ingeschat. Waar ik doorgaans afgelopen jaren 60-40% doe in de verhouding spiegel-schub is het nu andersom. Helemaal niet erg, in tegendeel, allemaal karaktervissen. Wat dat betreft zijn we het stadium van de zoveelste identiek ogende 25% wildbroedhybride wel te boven. Al hadden die, met de wijsheid van het heden, ook wel wat. Op sommige plekken zwemmen ze nog, en zijn ze uitgegroeid tot gewichtige en bijzonder mooie exemplaren. 

Hieronder een selectie van de meest markante. In volgorde van vangen. Aan de kleding is goed te zien dat er tot nog toe weinig zonder-jas-dagen zijn geweest. Maar niet gemerkt dat het uitmaakte. Het leven is goed in het Groene Hart: het Land van Schub en Honing. 

En; ik moet op vrijwel alle 'selfies' lachen, zie ook wel eens anders, want blij met elke vangst. 
We vissen toch voor ons plezier? 











Als enige niet op de pen gevangen, en qua dril zeker de grooste uitadging






zaterdag 13 april 2024

Op fietse!

Refrein in Op Fietse, van die Hollandse wereldband van Daniel Lohues, Skik

Ooit, in een ander leven, bezat ik een bus. Een bestelbus, een echte. Zo een met drie stoelen voorin, zodat het gezin (bestaat nog steeds, maar van drie-eenheid naar drie eenheden) van destijds lekker op vakantie kon, de fietsen én kampeerspullen mee. Aan binnenruimte dus geen gebrek, en ergens in die periode kocht ik een vouwfietsje. Officieel voor het werk; heb er stad en land, maar vooral stad mee afgefietst. Camera om mijn nek en gaan.  Bijzonder handig. Al snel bleek dat vouwfietsje ook erg handig met vissen; voeren en observeren, ik kwam overal, en in no-time. Maar zoals dat gaat was dat fietsje op een x-moment versleten en was ik er klaar mee, inclusief geen zin meer om op te knappen. Heb 'm persoonlijk in de kraakcontainer geflikkerd, even een traan latend. En daarna over en uit.

In het heden vanaf 1 maart is er in het Haagse deel van mijn leven een parkeeruitdaging. De zone waar Helen woont is ontdaan van parkeerautomaten, er zijn slechts dagkaarten à € 50,00 te krijgen. En via de bezoekersvergunning komt maar 300 uur. Dat lijkt veel, maar in het centrum tik je 17 parkeeruren per etmaal weg, en  dan gaat het snel. En je wil toch regelmatig bij elkaar zijn... want waarvoor heb je anders die relatie? Een oplossing diende zich aan in wederom een vouwfietsje. De hedendaagse auto is kleiner, dus hij neemt voor het mooie nu teveel ruimte in, maar er valt mee te leven. Het mooist zou zijn geweest een elektrische, maar dat heb ik nog even uitgesteld, zelfs de goedkoopste een serieus dure aanschaf, en wat heb je dan? En het werkt, door een onhaagse situatie (lees: de burger wordt eens niet geheel uitgeknepen, of gepest, heeft zo onbedoeld een boffertje) kan ik op enkele reis 10 min fietsen mijn auto gratis kwijt in het weekend, en bij terugkeren naar thuisbasis Gouda direct de snelweg op. Zo sla ik mede de vreselijke wijken over om te doorkruisen, Molenbeek is er niets bij, win/win. Maar eigenlijk is dat allemaal bijzaak voor deze visblog, wat wel telt is het gegeven dat het fietsje me ook gelijk weer de mogelijkheid geeft weer eens op die stekken te komen waar lopen echt te ver voor is, natuurlijk in combi met goed verharde wegen. Voor in de echte polder niet, geaccidenteerd terrein, da's geen doen, het is geen MTB. Zo ben ik afgelopen maand weer op diverse plekken geweest die ik om die reden oversloeg, en heb ik wat nieuwe gebieden ruim verkend en bevist. En gevangen. Dus met dank aan het fietsje. 



En leeg gefietst!

Zonder fietsje een te lange trippel

En gevangen door inzet van het fietsje


Bijkomend positief gevoel, niks is heerlijker dan in zo'n startend voorjaar door een ontluikend weids  polderlandschap te rijden, grutto's en kieviten boven in het zwerk, begeleid door hun karakteristieke herrie, en de eerste zwaluwen ook al gespot. Geluksmomentjes. 



Voor Andries (blog 9/4) een nieuwe polder, ik kom er al 'even'. Sfeer inderdaad en overal stekken. 

Lullige sloten, maar ze wemelen van de vis als het voorjaar start. 

Oostenwind, we hadden het kunnen weten, maar wat dondert het, lekker met de neus in de wind geweest. En op elke stek had het gekund. 

Een paar van deze en je dag is geslaagd, karpervisser of niet. Beet is voor mij het leukst, je reinste leitmotif, ongeacht de soort, het gaat om het "wat zal het zijn?"-moment vlak voor aanslaan. 

Zo mooi, en allemaal gratis


In dat kader past zo'n positief liedje als Op Fietse van Skik zeker, dat je kunt genieten van de kleine en ogenschijnlijk vanzelfsprekende zaken. Dat liedje ademt voorjaar, fris en nieuw, zoals in het heden (en dat het daarin heel specifiek over de laatste mooie zomerdag van het jaar gaat wisten jullie nog niet, en negeren we daarom gewoon).

Dit voorjaar is sowieso anders dan alle anderen. Voel me geborgd, omringd door mogelijkheden. En pak ze één voor één. Heel langzaam me een weg banend door de vele nieuwe uitdagingen. Soms met succes, soms nog niet. Maar niet meer (zoals vorig jaar) met iets van paniek, destijds als een kind in Intertoys en maar een uur om er te mogen spelen, "ja, alle dozen mogen open", en ontdekken maar. 


Waar het 2023 wat stroef ging is het voor dit jaar alsnog makkelijk gebleken, mijn nieuwe thuishaven en omgeving. 

En als je dan dit op de mat hebt liggen, is het even feest in huize Moolenaar. Waarschijnlijk de grootste structureel 20 pond wegende (en daarmee de eerste) Goudse singelspiegel. Veegt alle geploeter van 2023 van tafel. En slechts voorbode van groter gevangen 'wild', later die week. 

Karper 35 van dit jaar op 2 minuten van mijn huis. Met de fiets, wat dacht je!?


zondag 18 februari 2024

Door weer én wind; letterlijk, maar zeker ook figuurlijk

Op een kleine koude periode met wat ijsvorming ergens in januari na kunnen we eigenlijk opnieuw niet spreken van een winter, althans zoals we die ons idealiter voorstellen; sneeuw en ijs gedurende een flinke periode ergens tussen 1 december en 1 maart. Stelt toch niks meer voor, deze winters. Of ik het erg vind? Geenszins, het vangen is eigenlijk beter dan in de zomer, voorspelbaarder. Afijn, dat is inmiddels nieuwe wijn in oude vaten; al een keer of wat aangehaald in eerdere blogs. Gegeven is wel dat de weersomstandigheden veelvuldig onderwerp van blog"gesprek" zijn, zeker in de winter staat of valt het resultaat ermee. De sessies zijn er meer op afgestemd dan in warmere perioden. Hoef hier niet te vermelden dat relatief warmere zuidwestenwinden favoriet zijn toch? Doorgaans vergezelt van lagere druk en een regenfront. En laten we die nou veelvuldig hebben gehad. En omdat elk voordeel se nadeel heb betekend veel gunstig visweer ook veel regen en daarmee veel voortdurend bemaalde polders, wat het voor mijn favoriete visserij (met de pen) minder makkelijk maakt. Gelukkig heb ik daar vistechnisch een afdoende antwoord op gevonden. 




1 januari ben ik al aan de waterkant te vinden, niet te ingewikkeld, ergens in de namiddag. En op een plek met behoorlijke vangstgarantie, ook niet zo moeilijk met dat zachte weer, relatief hoge temperaturen en stevige wind, vandaag in elk geval weer dubbele cijfers. Zodra de vis dan actief is en je op de juiste plek bent is het mogelijk binnen het uur een paar vissen te haken (sterker nog; in de winter heb ik vaker vangsten van 3 tot 5 vissen in een dagsessie van een paar uur dan in de warmere maanden). Zo ook vandaag. Ben in deze periode een groot fan van methodfeeders, van die hele grote, flink gevuld met wat plakkerig smakelijks. Dat smakelijks 'maak' ik zelf. Heel simpel een matchvissen-pellet van 2 mm (in mijn geval Mainline Cell, gewoon omdat ze veel lijken op datgene waar ik ooit mee startte toen ik deze methodiek weer oppakte paar jaar terug, en vertrouwen wint nou eenmaal) in een bakje juíst onder water zetten, en niks afgieten zoals gesuggereerd in artikelen of video's, wel een paar uur de tijd geven volledig in te trekken. Dus bij voorkeur een dag eerder dan de vissessie. Doe je er te weinig vocht in plakken ze niet, merk je vanzelf. Alles trekt in die pellet als het goed is. Je hebt dus de vrije hand waarmee je die pellets 'vult' aan actractor via de vloeistof. In mijn geval maggi, melasse en allerhande liquids (zolang het waat wateroplosbaar is), eigenlijk wat voorhanden is, krill, hennepolie, GLM, boterzuur, multimino oid, in combi met water. Dat mixen en toevoegen doe je op gevoel. Niet te ingewikkeld. En zowel maggi als melasse werken ook nog eens licht conserverend, mocht je wat overhouden. Wel zo handig. Zelf doe ik er ook nog een drup conserveer bij, die pellets zijn me toch te duur om zomaar te laten beschimmelen. 

Terug naar het vissen. Ook deze eerste dag van het verse jaar weer een opvallend warme en winderige dag, ik weet haast zeker dat er wat vis in het net komt. Hetgeen klopt, al na een half uur de eerste en 20 minuten later weer. Beiden op dezelfde hengel. Zo simpel. Ik ben dan ook van zo snel mogelijk de hengel weer opnieuw voorzien van voer en teruggooien, en daarna pas wat met de gevangen vis doen. De aasmomenten zijn kort. Geen monsters dit keer, maar wat dondert dat? We zijn van de nul af, en ook nog eens op een prettige manier.


Het jaar is pas een paar uur oud

I'm a sucker for beauty


Dit komende jaar geen rare verhuizingen of verbouwingen voor mij, met een stabiel inschatbare werkdruk: ergo, ik kan zeker twee maal per week ergens neerstrijken om tijdelijk opperst geluk trachten te bereiken. 

Deze eerste komende januariweek sowieso mezelf vrijgemaakt van (werk)verplichtingen om elke dag ergens te kunnen gaan vissen, waarvan akte. En zoals qua leeftijd 60 het nieuwe 40 is, is de huidige gemiddelde winter de gemiddelde herfst, vang dan ook 8 karpers die eerste week. Op 5 verschillende wateren, geen toeval toch? En zowel vlak onder mijn neus met de pen, als iets op afstand met zo'n feeder. Het is maar waar ik zin in heb. Al is dat laatste niet helemaal waar, ik werk wel een lijstje af, met een plan, alles in dienst van het willen weten. 


Met de feeder...

... en de pen

En vooruit, nog een met de feeder...

... maar dan voor het evenwicht ook nog een met de pen


Dan volgen wat weken van niet vissen, zowel sneeuw en ijs als de gezondheid zijn tijdelijk spekbreker, maar vanaf start februari gaat het weer los. Het vissen én het vangen. Het kan niet op, half februari zelfs al in de dubbele cijfers, zowel vissen als temperaturen. 

Een en ander staat er wel gemakkelijk, alsof het weinig inspanning kost, maar ik voel toch de behoefte te nuanceren. Veel van de plekken waar nu leuk vis gevangen wordt zijn het resultaat van jaren niet of weinig vangen, zoeken, deduceren, afstrepen, verder zoeken, zo'n water steeds kleiner maken, tot... Bingo. En als het dan bingo is moet je je ook nog eens beheersen niet direct de volgende mogelijkheid weer te gaan, want je vist 's winters zo'n stek snel stuk. Wellicht niet de lopende winter, maar het jaar erop zijn ze toch verdwenen als de druk te hoog was (tenzij het de enige schuilplek is zoals maar één duiker in een sloot). Ik probeer dan ook zoveel mogelijk water af te wisselen, juist om het op lange termijn lopend te houden. In tegenstelling tot projectvissers, die (vaak zo snel mogelijk, kunnen ze weer door) maar op 1 of 2 wateren per periode vissen. Kan zeer succesvol zijn, maar niet mijn ding. Afwisseling is het credo. Zorgt er ook voor dat je eigenlijk in alle omstandigheden wel een plek hebt waar het te doen is op dat moment. 

Eigenlijk elke sessie weer een mini-avontuur, met verhalen die ik mooi zou kunnen delen; kromme hengel, gierende slip, nat net, dito mat, lege voeremmer, volle camera, tevreden gevoel. Ik noem maar wat, ad random. Toch momenteel niet de aanvechting dat allemaal te willen beschrijven, het zal allemaal wel, in die zin een beetje blogmoe. 

Wel een zijdelingse ervaring die mij eeuwig zal bijblijven. Daar gaan we; een van de visgronden waar ik 's winters veel heen tuf bevindt zich onder de rook van onze hoofdstad. Destijds vanuit DH goed te doen, en gelukkig vanuit Gouda ook nog steeds, leuker zelfs, want landelijker en route. Ook in die buurt ligt onze grootste luchthaven. Die luchthaven wordt dmv bejaging zoveel mogelijk actief ontdaan van ganzen, die zijn een gevaar voor dalende en stijgende vliegtuigen. En met 6 start- en landingsbanen is dat een enorm gebied om te beheersen. Dat beheersen gebeurt door jagers die bijna dagelijks daarvoor op pad moeten gaan. Onlangs botste ik op een heel bijzondere manier op zo'n jager.  Ik zat te vissen op een plek waar normaliter niemand bij kan en mag komen. Voor de volledigheid, zelf vis ik er met toestemming. Kost me altijd heel veel moeite er te komen, een bovengemiddelde wandeling met teveel zooi zodra het stroomt. Vraag me elke keer weer af of ik wel normaal ben...? Een keer ouwe Aaron meegenomen, dacht dat die ter plekke letterlijk bezweek, was niet zo'n goed idee... Toch het iedere keer meer dan waard, simpelweg omdat ik er ongestoord en niet bespied mijn ding kan doen, die behoefte is wezenlijk. De jager in kwestie weet ook niet beter dan dat het gebied mensvrij is, voor hem wel essentieel, dan kan hij vrij schieten. Als wij elkaar, ieder aan een kant van het water tussen het riet, op hetzelfde moment in het oog krijgen schrikken we allebei... hij loopt om, en zodra we van beiden weten hoe de vork in de steel zit qua aanwezigheid ontstaat er een leuk gesprek, zeker een klik. Er gaat zelfs een mooie karper op de foto, 4 opnames, allemaal direct goed. Dat ervaar ik doorgaans anders bij maten, over de hele linie minstens enige tot (zeer) veel sturing nodig, de vis netjes in het midden blijkt toch erg lastig, laat staan de rest... en vreemden hoeven het al helemaal niet voor te stellen. Afijn, ik vis verder, de jager doet zijn ronde, het volgende uur hoor ik 'm "achterin" nog een paar keer schieten. Alles mis, zo hoor ik later, het is eigenlijk net als vissen, veel nieten, soms een ja. Dat weet ik omdat de beste kerel nog even komt buurten voor hij weer vertrekt. We geven elkaar het signalement van onze auto's en waar ze staan. Voor beiden dan simpel, zo kun je de ander in het gebied verwachten. Ik zie hem weglopen, geweer geknikt losjes op de schouder en de hond er vlak naast. Het heeft iets oers. Zal zelf nooit daadwerkelijk jagen, het staat me tegen zelf een dier te doden - schijnheilig eigenlijk, want ik eet nog steeds wel vlees - maar onze hobby zit er gevoelsmatig heel dicht tegenaan. Dat jachtgevoel is een van de driften die van mij een visser maakt. Het gesprek en het wederzijds respect zingt die week nog wel een keer of wat in mijn hoofd. 


Niemandsland, waar ik me telkens een paar uur Remy mag noemen

Gelijk een goede foto van een prachtvis, zeldzaam. Beiden. 


Weekend later weer naar dezelfde plek, de polders in de buurt allemaal onbevisbaar vanwege de stroming, alle gemalen op standje 10. Ik zet mijn auto altijd op dezelfde plek bij een boer. Mijn hengel (dit keer met de pen, wil een andere kant op, had vorig weekend te weinig vis, wil dus weten waar ze zijn, ga op zoek naar visconcentraties via kleine visstekken op diverse plekken, ipv statisch met de feeders) optuigend komt de jager aanrijden, herken de auto direct. "Nee, ik ga niet het gebied in, zo heb jij de ruimte". Als antwoord op zijn vraag of ik hetzelfde zou gaan doen als vorige week. Ook dit keer een makkelijk ontstaand geanimeerd gesprek waarin plotsklaps de vraag er tussendoor of ik een geschoten gans wil? Die vraag zag ik niet aankomen, ben zelden perplex, maar nu toch even een paar seconden... voor ik het weet gaat de achterklep open en krijg ik een nog warme gans in mijn hand gedrukt, zo aan zijn lange nek. Ik kan je vertellen, een heel confronterende ervaring. En nee, ik hoef er geen twee, eentje is meer dan genoeg. Als ik het beest tussen mijn vispullen in mijn auto leg voel ik me zeer ambivalent, dat kan ik je vertellen. 


Daar lig je dan...


De gans moet een paar dagen in de koelkast besterven, neemt zo een hele plank in en ook elke keer bij openen van die koelkast mij met de neus op de feiten drukkend; ik moet er wat mee. Heb even de aanvechting alles zo weg te kieperen, net alsof het beest niet bestaan heeft, maar dat is me een te laffe oplossing. Zal de confrontatie met mezelf aan moeten gaan. Lang leve Youtube. Daar doe ik de kennis op om me mentaal voor te bereiden op wat ik niet anders dan de slacht van het beest kan omschrijven. Neem er ruim de tijd voor en na een half uur heb ik beide borstfiles, inclusief de haasjes (hè, het was toch een gans😬?), en poten uitgesneden. Ben trots op mezelf. Het vlees gaat de diepvries in. Al met al een louterende ervaring, die van mij een nóg bewustere vleeseter gemaakt heeft (al bestaat dat voor het grootste deel al alleen uit gevogelte), een beetje zoals de Noordamerikaanse indianen. Eigenlijk gek achteraf, koop al sinds jaar en dag verse vis op de markt die ik zelf schoonmaak en verwerk, nog nooit een ambivalente gedachte bij gehad 🤷🏼‍♂️.





We eindigen met waar het begon, met het weer, en wat het teweeg brengt; half februari (17 feb) al de eerste grutto's gehoord. Geen twijfel. Een weekend eerder eigenlijk al, maar toen maar half bewust, pas achteraf viel dat kwartje. Half februari...  Als ik google op vogelwaarnemingen kan ik vinden dat dit jaar de eerste grutto gespot is op 9 februari, dat is hetzelfde weekend als mijn half bewuste waarneming. Die was dus niet alleen. Ook staat erbij dat het extreem vroeg is, normaliter pas tegen eind februari, begin maart. Wat ik nou zo gek vind: die vogels overwinteren in warm Afrika om ergens einde winter terug omhoog te vliegen. Hoe weten die nou in dat altijd warmere werelddeel dat ze in de broedgebieden een veel te warme winter hebben waardoor eerdere terugkeer al mogelijk is? Er is geen buienradar voor dieren beschikbaar voor zover mij bekend. 
Er is zoveel dat we niet weten... 


Niet alleen de grutto veel te vroeg, ook de wilgenkatjes gaan al open...

We hebben het over half februari




donderdag 18 januari 2024

From Gouda. With Love?

Vandaag 19 januari 2024, precies een jaar geleden kreeg ik de sleutel van mijn nieuwe hut. Het juiste moment voor een korte evaluatie. Kijkend naar mijn resultaten binnen de bebouwde kom van stad Gouda kan ik niet anders dan konstateren dat eea toch gekenmerkt kan worden als een taaie visserij, en dat komt niet slechts door het gebrek aan karper ter plekke - al mogen dat er altijd meer zijn, wordt hard aan gewerkt trouwens - of mijn eventuele onwennigheid met de nieuwe visgronden. In goed 25 (mind you, een 4de deel van het totaal vorig jaar), doorgaans kortere sessies, maar wel op naar mijn mening aasmomenten, slechts twee karpers en een losser neerpennen is geen resultaat om naar huis over te schrijven. Ik merk enige frustratie bij mezelf. Het zijn er te weinig, gerelateerd aan het aantal uren en het vele, vele keren speuren met benenwagen en/of fiets, plus voorvoeren wanneer ik dacht dat dat zinvol was. Kan wel zeggen dat een en ander nog niet op zijn plek is gevallen, een understatement. 

Hoeft ook niet, ben hier voorlopig nog niet weg, voel me nog steeds gestimuleerd, maar toen Gouda nog niet mijn domicilie was ging de zaak me hier eigenlijk beter af. Het gros aan sessies van de Goudse visserij binnen de bebouwde kom heeft zich afgespeeld in (aan?) de singels, en grotendeels met de pen.


Heel hoopvol viste ik na het ontvangst van de sleutel een symbolische
sessie, 19 januari 2023, een jaar geleden.
Ving een brasem, achteraf een veeg teken. 

Een latere sessie in alles diep; winter, nacht en bodem, maar geen karper.


Voor eerste licht, inmiddels wel lente

Hier dan? Hoogzomer na laatste licht. 

Herfst; een zeldzaam windstil moment, beetje spooky...

... of overdag bij winterse buien... 

... en uiteraard de obligate obstakelstekken niet overgeslagen. Niks!

Alles met het fietsje en de CJW Heavy, liefde voor het leven

Vast ook van een teleurgestelde karpervisser, wie weet ligt zijn hengel er ook nog?

Voor mij hier geen makkelijke visserij, simpelweg omdat je altijd in de drukte staat (met de nadruk op staat, er zijn nauwelijks luimelstekken), met veel prikkels van externe zaken als verkeer of voorbijgangers. In elk geval verre van zen... en dat zengerelateerde vissen maakt toch een leeuwendeel van mijn visserij, mijn behoefte tot vissen, uit. Wat dat betreft heb ik iets over mezelf uitgevogeld; ik sta tijdens het vissen 110% aan, al mijn zintuigen (inclusief E.S.P.) staan op scherp (met penvissen nog meer dan met statisch vissen), dus ik ben bij het minste of geringste afgeleid of ik richt mijn aandacht automatisch op wat daarna toch weer een bijzaak blijkt, een fietser of hondenuitlater. Telkens weer intern moeten corrigeren als het iets niet visserijgerelateerds is - hetgeen in de bebouwde kom, of nog erger binnenstad, om de zoveel seconden kan zijn - kost mij mijn concentratie, mijn energie en uiteindelijk mijn gemoedsrust. Zit dus nooit rustig, het voelt ook niet bevredigend, ik laad er niet van op. Heb dat proberen te veranderen door heel vroeg te gaan (dat voelt al beter), of in het donker (werkte niet voldoende, toch teveel reuring, van nog vervelender volk). En door te gaan voeren, zodat het resultaat wat voorspelbaarder lijkt, en de sessie wat korter kan uitvallen bij voldoende resultaat. Maar dat bleek allemaal theorie. 

En zo ging het in DH eigenlijk ook al die jaren, die puzzel is wel gelegd inmiddels. Alleen op de parkachtige stekken waar ik mezelf voldoende kon wegsteken in het groen kon ik destijds bevrediging vinden. Goed om te weten waar je grenzen liggen, de kilo's zijn geenszins heilig, de weg ernaar toe is van evident, zo niet evidenter, belang. 
En als de enige Goudse sessie met het betere bollenvoorvoeren in september ook nog eindigt in een losser, terwijl anderen die hetzelfde doen dat specifieke weekend 8, 6, 5 of 4 karpers laten optekenen (waarmee de BVK-cup wéér onze kant op komt👻), dan begrijp je, hier valt nog heel veel te verbeteren. 
Overigens meen ik al te weten waar de schoen wringt, ik heb de singelsessies voornamelijk gebruikt als opvuller, meestal maar eventjes tussendoor 's ochtends of 's avonds, zelden of nooit een hele dag. Kijk ik dan naar Andries c.s., die maken er een hele dag van, met wel drie rondes en daarmee kansen per aangevoerde stek. Moet wel zeggen, de enige keer dat ik zelf met Andries (en Michael) dit jaar hier gevist heb, de hele dag inderdaad, ving hij ook niets, denk de enige keer. 


Je weet het dan nog niet, maar dit keer ga je blanken. (Voor wie het niet ziet, goed kijken links)

Twee van de drie hadden het al opgegeven later die dag.
Nummer drie zit op een stek waar ik niks van begrijp.
Maar ja, ik vang sowieso niks, dus mijn mening is hier weinig waard.



In elk geval ga ik bepaalde hotspots (want die zijn er) niet meer op de autopiloot met de pen bevissen, maar lekker ' lui' met een bol aan een bonk lood (of beter, een grote methodfeeder). Kan ik gelijk op sommige stekken twee zones tegelijk bevissen. En ook uit de directe drukte blijven, geen zorgen meer over de te jatten visspullen, geen publieke aandacht zodra je een vis haakt (of in elk geval minder), minder auto's vlak achter je langs. 
In dat kader valt er nog wel wat te melden; onlangs, bij een van de karperuitzetting bleek dat een van de locals, laten we hem Gert Jan noemen, een toffe gast, ook precíes hetzelfde deed als ik, bollen voorvoeren en twee richtingen uitvissen, op dezelfde stek. En beiden niks vangen daarna, voor mij normaal, voor hem een signaal dat e.e.a. niet geheel klopte, want ervaringsdeskundige, het had moeten lopen. Hij zag dus af van de stek, mede omdat hij mij niet in de weg wilde zitten, terwijl ik zelf inmiddels direct ook al een zone opgeschoven was, om dezelfde reden. Ergo, niemand meer daar💬. Zal hem wel weer eens opstarten, temeer daar het een 100% winterzone is, en vlak bij mijn huis.

Overigens mocht je van brasems houden dan is dit jouw stad, zoveel je er maar wil, vanaf voorjaar tot najaar. In de winter wordt het wat minder. Dit jaar houdt het bij 100 niet op, waaronder prachtige exemplaren. In het laatste Hét VISblad van nov/dec 2023 staat een stuk van Marco Kraal (VIS-tv opname voorjaar 2023) over streetfishing op witvis, maar als je het stuk selectiever leest kwamen ze volgens mij stiekem voor de karper, die verstek lieten gaan, hadden vast geen (ook) zin in al die enthousiasmerende kretologie bij de minste of geringste aanleiding, in tegenstelling tot de brasems... zoveel je maar wilt, ik zei het al😎. 

Doorgaans zijn mijn blogs behoorlijk beschouwend van aard, en beschrijf ik maar weinig het verloop van een sessie of een vangst, maar omdat ik er maar twee te tonen heb dit keer is het wellicht wel de moeite waard e.e.a. eens te beschrijven, want er altijd wat te vertellen. 

Ja, er was eens... een visser die niet erg tevreden was na een wat tegenvallende zomer. Hij wachtte op het najaar, voor als de vissen in vreetmodus zouden raken. Dat had wat stevige wind en regen nodig. Waarvan akte op de eerste dag van de meteorologische herfst, fikse donderbuien in het verschiet. 
Op het moment dat ik de deur uitloop zie ik de wolken al naderen laag in het zwerk, hopelijk kom ik droog bij de brug aan. Heb een paar uur terug twee plekken gemaakt, kijken of ze er nu eens wel liggen en zin hebben in een lekker hapje. Dat hapje is inmiddels geëvolueerd van zoete mais op de haak naar een donkere wafter van 14 mm aan een lange hair, het scheelt me heel veel aandacht van de platten, normaal niet erg, maar avond na avond 5 tot 10 stuks vangen is echt teveel. Zodra ik inlig breekt de pleuris uit, gelukkig heb ik geanticipeerd op deze situatie en daarom deze brug aangevoerd. Hier kan ik met deze windrichting nèt droog staan. 
De vis voelt de weersverandering, vanaf het moment dat ik in lig is er aandacht voor het aas. Vang een paar platten, alsnog, in de regen, maar het deert me niet, voel dat er meer inzit. Even is er een droog moment dat een klein half uur gaat aanhouden, en op dat moment weer een beet. Brasem, weer... neeee, karper! Zo goed en zo kwaad dril ik het beest, en schep ik haar ongewenst uiteindelijk toch direct bij de brug. Dat ging zo: probeerde om de dukdalven heen te gaan - slip flink open zodra de vis die gewenste kant op zwemt en even flink lijn kan nemen, werkt doorgaans prima - maar deze zwom weer dezelfde route terug zonder dat ik er veel aan kan doen. Dus dan maar afdrillen in de the dangerzone. Omdat je hier altijd van deze worstcase-situaties moet uitgaan heb ik een schepnet met een telescopische steel van 3 meter mee, een stevig ding met een net met vaste beugel zodat je een grotere karper ook probleemloos recht omhoog kunt hijsen. Wat dat betreft hebben de Haagse jaren 40 jaar terug me een hoop geleerd. Ik hijs een prachtspiegel op, gotcha! Ondertussen hebben zich wat heren verzameld, ze blijken bij elkaar te horen, zijn opvallend rustig en beleefd, aan alles is te merken dat ze (goed) opgevoed zijn. Krijg niet gelijk een spervuur van overbodige (ondoordachte) vragen over me heen, zoals doorgaans. Een van hen is zelfs zo aardig de foto hieronder voor me te maken, ik vind 'm prima gelukt. We staan nog even na te kletsen als ze me een andere vraag willen stellen en daar toestemming voor vragen, ik ben momenteel euforisch, dus je mag alles van me weten, behalve mijn pincode. Het volgende had ik NIET zien aankomen, de knullen zijn op zendingsmissie vanuit Rotterdam en willen graag met mij van gedachten wisselen over hun geloof, het christendom. Ik geef toe, had ik de karper niet gevangen had ik wellicht anders naar hun vraag gekeken, want vissend en daarmee monomaan in interesse, maar er ontstaat een interessant gesprek waarbij wij allen ons levensstandpunt duidelijk maken en verdedigen, wederzijds respectvol. Wanneer voldoende duidelijk is dat ik een zeer gefundeerde mening heb die 180 graden op die van hen staat, noem mij maar agnosticus, nemen ze afscheid en krijg ik een klein schriftelijk aandenken. Dat heb ik beleefd mee naar huis genomen, en zelfs even kort doorgebladerd. 
Heb daarna nog een uurtje doorgevist, maar de activiteit leek weer voorbij, het is best zo, a happy man went home. 


Je wilde toch pleurisweer? 

Wat deed deze karper me goed. 



November is van start, mooie maand, niet alleen in het Goudse maar overal. Andries heeft op 11 november 'andere' Hans (Hans uit Zeeland) te gast, en komen ze lekker hier vissen. Zou ik ook doen, hier maak je kans. Dat lijkt gezien het relaas hierboven in de blog wat op sarcasme, maar dat is geenszins het geval, puur feitelijk, ze vangen er samen namelijk 3. Op dezelfde plekken waar ik doorgaans ook een pennetje laat zakken. Om je haren bij uit te trekken. Bijzonder gestimuleerd door hun succes pak ik ook die handschoen weer op en maak de avond er op de zoveelste trip naar een der singels. Daar waar de warme en inmiddels harde wind,  - het is in deze periode (lees de 3 laatste maanden van het jaar) bijzonder zacht, nog geen 3 dagen achter elkaar droog geweest, dus ook nu vergezelt van buien - recht op het water staat, zo onder een brug door. Als ze ergens gestimuleerd worden is het hier, in dat diepe gat. Je leest, ik ben nog steeds optimistisch, ondanks zo vaak blanken. Quest for carp Gouda-style. 

Het is donker voor ik start, was een drukke werkdag vandaag. Voor dat je dan thuis bent, gegeten hebt, de spullen gepakt en ter plekke vist... Maar desondanks toch eigenlijk geen lichtpen nodig, zoveel lantaarns staan er. Het heeft zijn eigen bekoring. Zie ik dat nou goed, liep de pen een stukje naar links? Ja verdomd, wachten tot ik het gevoel heb dat het een doorlopende beet is in plaats van een lijnzwemmer. Ik sla uiteindelijk, voel gelijk dat het een karper is en trek de vis uit positie. Zelfs zover dat het gevaarte direct boven komt drijven zoals de zoveelste brasem en ik het net er direct pats onder kan steken, geloof niet dat ik veel drills sneller heb beslecht in mijn voordeel. Op de kant werkelijk een prachtvis, potentie te over. Mocht deze uitgroeien, en waarom niet, nog bijzonder jong, dan gaat het een BAK worden. Kom dan maar weer terug, wens ik haar toe. 
Dat was voor mij echt een vis met een gouden randje. Zoals Andries zegt, een Er-Toe-Doe-vis. En voor mij geen tweede meer die avond, zoals de mannen gister. Het zei zo. Toch even een roze wolkje. 


Beiden penvispikeurs, Hans en Andries, lieten mij een poepje ruiken

Ik weet niet wie meer verbaasd was?!

Roodgloeiend van binnen ging ik op huis aan

Terug naar het beschouwende deel: november en december stonden ook weer in het teken van de karperuitzettingen voor de vereniging. Op drie zaterdagen bezig geweest voor de club en op één voor de federatie. Er wordt veel kritiek geleverd op die federatie (ZWN) en in het verleden zeker terecht, maar ondertussen waait daar een frisse wind, en als onderdeel van het nieuwe denken ook financieren van karperuitzettingen op grotere waterstelsels. Dit keer (met dank aan Niels Koetsier en zijn clubje Goudse vrinden) ook voor de Hollandse IJssel. Als regelmatige lezer van deze blog weet je dan; die Hollandse IJssel is een van de toekomstige speerpunten van Hans. Daarvoor is 'ie hier gaan wonen... Dus als ik daar dan zelf wat karpertjes in het water mag laten glijden op hemelsbreed minder dan een kilometer van mijn huis heb ik een superdag, vond dat echt helemaal te gek, geen woorden voor. Aan dat grote woelige getijdewater vol stroming en grote boten en ander industrieel gespuis staan en daar een teiltje karper mogen omkiepen gaf een superkick. En extra reden om er een keer mijn bivak op te slaan. Daarbij, zo'n teiltje kiep je niet alleen om, daarvoor is dat te zwaar, dat doe je dus samen. My other half voor dit klusje bleek Goudse Hollandse IJssel-veteraan Peter te zijn die me gelijk een mooie voorjaarsstek tipte. Dat ik dezelfde stek al ergens in het vroege najaar genoteerd had als potentieel terwijl ik met Helen een lange wandeling maakte (om die reden😶) bevestigde mijn idee. Ooit!


Ze kunnen zo alle kanten op

Dit vond ik me toch een partij kicken. I'll be back!!!!


De bijnablankklaagzang is ten einde want met de wateren buiten de Goudse singels is het heel wat beter gesteld qua vangen. Ik was er al bekend, dus daar was niks nieuws aan, maar het ging van een leien dakje dit najaar, in relatief weinig sessies zomaar zo'n beetje een vierde van het hele jaarresultaat, met zeker ook een paar mooie uitschieters. Ook hier mag de naam van Dennis niet ontbreken (zie vorige blog dec). Daar waar wij eerdere jaren al wat halfslachtige pogingen gedaan hadden met karige resultaten, ging het nu prima. Samen vlak bij de visgronden wonen heeft zo zijn voordelen, dat betaald zich nu eindelijk eens uit. Opvallend, niets met de pen ondernomen, alles aan iets met lood. Voor 2024 kan ik alleen maar zeggen, al het geleerde ga ik samenballen en me er zelf opnieuw in vast bijtend komt vanzelf het resultaat, ook op die singels. Ben al gestart met voeren op een minder voor de hand liggende plek. Een langere termijn aanpak. En wie weet blog ik er ook nog wel eens over. Wie weet ook niet. 


Waar ik ook ging 'buitengaats', overal karper op de mat.
Hier tijdens bezoekje van Niels - het Goudse SKP-wonderkind - Koetsier.

Ondertussen, in het heden, moet ik mijn tijd bijden, alles ligt even dicht, al is dat even al 2 weken... 

De hamvraag van deze blog; from Gouda with Love? Zeker weten!