dinsdag 29 juni 2021

200!

Titel voor een nieuwe film, nog spelend voor die van 300? Zou kunnen, maar dat is hier niet geval. Onlangs zat ik me verbazen over het gemak waarmee de karpers dit jaar in het net komen, heb er al 56 en we zijn nog niet eens op de helft van het jaar, plus dat de gelogenstrafte beste vangtijd nog moet komen, en er nog het nodige aan plannen in de pijplijn zit. Dat bracht me op het idee*, want lang leve de vrije associatie, eens te turven hoeveel karpers, en beter nog, hoeveel karpers ik boven de 20 pond gevangen heb in mijn leven? Dat houdt ik sinds 1979 officieel bij in een -nog steeds met de hand geschreven- logboek, inmiddels 7 multomappen dik, samen met vangstlijsten en een snel sessie-overzicht per jaar. Veel werk, en het vergt ook de nodige discipline, maar ondanks alle levensmalheur heb ik nooit versaagd. Al moest het wel eens uit mijn tenen komen (dus totaal onleesbaar, normaliter al Herr Doctor...), staan er wel erg persoonlijke zaken in die niks met vissen te maken hadden (gekloot met onbetrouwbare vismaten, of een scheiding) en loop ik wel regelmatig een week of vier, vijf achter. Merk de laatste jaren dat het geheugen (toch) achteruit gaat, kom regelmatig in de omstandigheid dat ik écht niks meer weet van een sessie, geen weersomstandigheden, geen tijden, slechts de plek en natuurlijk de eventuele vangst, al zijn die me ontschoten dagen meestal blanks😎. Maar het is een goede manier om zaken een plekje te geven en de boel in de bovenkamer te sorteren. Grijp met grote regelmaat terug naar oude verslagen als ik behoefte aan inzicht heb, nooit spijt van gehad. Geeft ook nut aan al die obligate visfoto's. Want wat heb je aan al dat moeizaam fotograferen als je het niet rubriceert en opschrijft? Zal geen namen noemen, maar ik ken er verschillende die dat overzicht volledig kwijt zijn. Zeker als het al wat jaren terug is. Een brij van beelden. En dat mag, ieder zijn manier. 

*Hier maar gelijk inbreken in de tekst. Aanvankelijk was ik al aan een andere blog begonnen met de titel Ode aan het Fluitekruid, en had daar al het nodige beeld voor geselecteerd; vangsten en sfeerbeelden. Maar ik werd ingehaald door de tijd, andere vangsten en behoeften tot exposure dienden zich aan, waarmee deze blog niet afgemaakt gaat worden. Voor de karperkijkers onder ons wellicht wat sneu, daar zaten toch een paar mooie plaatjes bij, dus hieronder een screenshot van het nu weer ontbonden fotomapje. En ik beloof het aan het eind van de blog goed te maken met wat prachtschubs, met allebei een verhaaltje. Wil je die gelijk zien dan nu naar beneden scrollen, want wat hier aan tekst volgt is weer een heleboel persoonlijk geleuter. 

 

Ode aan het fluitekruid!

Uit mijn plotselinge telbehoefte bleek dat ik vandaag de dag exact 200 vissen boven de 20 pond gevangen heb (dat is inclusief 30ers en 40ers). Prachtig resultaat van 44 jaar karpervissen. Moet wel zeggen dat ik de allereerste 20-er al gevangen heb in 1978 (waarschijnlijk 20, want niet gewogen), maar dat nooit heb opgeschreven, want daar was ik toen nog niet aan toe. Dat was een hele kale spiegel en destijds de grootste uit de buurt (zuidwest DH), die ving ik in de avondschemering met de pen, terwijl ik allang thuis moest zijn voor het eten. Die moest zo zonder plichtplegingen terug het water in, maar ik zie haar nog liggen in mijn veel te kleine Albatros schepnet met vaste gouden beugel, grofmazig groen net en rood handvat. Ik was zodanig laat en kreeg daar flink voor op mijn sodemieter, dat het bijzondere van de vangst gelijk verdampte. Ik moet het dus doen met slechts en alleen de herinnering van die vis op de grond. 

 

In 1979, een jaar later, uit hetzelfde prutslootje als de niet officiële ongewogen 20ponder, was deze schub met 15 pond in die jaren toch ook een hele beste. En omdat we onvervalste copycats waren destijds moest die hengel er heel lullig ook zo bij... leek ik ook een crack.

 

Terug naar de 200 20-ponders. Het bijzondere er aan is dat die allemaal, op de twee 40-ers na, gewogen zijn aan dezelfde salter unster, gekocht in 1979. Als ik érgens aan gehecht ben... En ik ben hem al een keer of wat kwijt geweest, in het hoge gras ergens in een polder... net zo lang zoekend tot ik hem weer had. My precious. Het hoesje heb ik in 1996 gekregen van een ex, waarvan verder eigenlijk niks tastbaars overgebleven is, behalve de herinneringen in mijn hoofd, maar die doen er niet meer toe, een ander leven. Had ze speciaal voor me gemaakt, with all her love. Moet wel stiekem toegeven dat dat hoesje wezenlijk onderdeel van mijn gevoel voor die salter is. Dat dan weer wel. Die unster hang ik met grote regelmaat aan een 10 kilo loden ijkgewicht uit de aardappelhandel, zo eentje waar wél op staat 'voor handelsdoeleinden' en hij geeft al die jaren al hetzelfde betrouwbare gewicht aan. 

 

 

Tijdens het tellen van al die vissen  - eerst maar alle karpers, shit wat een hoop, een getal met drie nullen. Toen de 20-ponders, waarbij ik tot de bewuste 200 kwam. Feestje, leuk toeval. En het mooie, elke huidige gevangen vis raakt me nog, ook na al die jaren. Van elke vis, laat staan 20-er, zit ik nog op een wolk - vielen me veel zaken op, ik kon er mijn leven uit destilleren. Een blogidee was geboren. De eerste jaren waren de jaren van de aantallen, allemaal klein (met de maatstaf van nu), gevangen op korsten, zoete mais, aardappel en trouvitballen. Met Ronald P naar Andijk. Toen ging ik studeren en viel het vrijwel stil, ondanks dat ik Carpfever al op de plank had liggen en vriendjes er al mee aan de slag gingen, en zich kleurenblind vingen. Weet je nog, Andrew N? In 86 kwam wel de eerst officiële 20-er 'op de mat'. Gevangen op de korst. En zo nu en dan volgde een verse 20-er. Maar ik moest tot begin 90-er jaren wachten tot er echt schot in kwam. In een notendop, ik had weer eens een verkeerd wijf getroffen en daar een maagzweer aan overgehouden. Mijn huisarts zei letterlijk "die vrouw de deur uit, en weer gaan vissen". "Die vrouw" had een buurman, Joop Dope, waar ik de eerste kneepjes van het boilievissen van meekreeg, en zelfs diverse malen mee naar Frankrijk reisde. Zonder echt resultaat. Gezien zijn bijnaam moest dat doek wel een keer vallen, helaas. 

Na Joop was de KSN voor mij van belang geworden en buitelden de vismaten over elkaar heen, met name Leon T, daar vierde ik zelfs diverse malen Oud en Nieuw mee... En Leon en ik zijn nog steeds best mates, al is samen vissen wel een uitdaging geworden... hopelijk stimuleren de voorgaande zinnen. Met Leon was ik wel in staat om de Franse wateren te bedwingen, tweede deel 90-er jaren, prachtige karpers. En veel. Al bleven de echte groten uit.

In 1998 ging ik samenwonen (met de dame van het unsterhoesje), en dat leidde tot de onvermijdelijke kortstondige dip in vangsten. Maar dat liefdesfeestje duurde niet zo lang en de volgende, mijn huidige partner, diende zich al snel aan, resulterend in opnieuw samenwonen. Nu was de visdip wat heftiger, want er moest een huis gerenoveerd worden... Dat jaar, 2004 ving ik maar 8 karpers, waarvan er wel 4 de 20-pondsgrens overschreden, 1 op 2 dus. Voorgaande staat er in een paar zinnen maar qua vissen waren er wel wat hightlights en downfalls. Highlight de vangst van mijn eerst (Franse) 40-er, in bijzijn van diezelfde huidige partner. Toen nog vriendinnetje, daarna vrouw, helaas ook weer ex, en inmiddels alsnog levensgezellin (snap jij het nog, ik heb het niet over de keuzes, die snap ik alleen, maar wat er staat?). Dat was haar allereerst aanschouwde karper op de mat, voor het leven verpest. De downfall een trip naar Canada; 14 dagen van huis, toch maar 110 uur gevist. En in die tijd 73 karpers gevangen, die anders dan voorgespiegeld maar van pover gewicht waren, slechts 10 haalden nipt de 20-ponds grens. Maar die zijn nu wel alsnog trots onderdeel van het huidige 200-resultaat, hahaha, zo zie je maar, de tijd heelt alle wonden. 

 

Ex aequo met een Italiaanse schub nog steeds de zwaarste
 

Langzaamaan begon ik genoeg van karpervissen te krijgen. Niet het vissen zelf direct, maar alle circus er om heen, gedoe met de KSN, gedoe met maten, hadden hun weerslag. En zo keerde ik mij van dat monomane karperdenken af, werd meer allround. Zeeltvissen, grote brasem en graskarper, roofvis. De jaren van David H en met name John H. Alles werd belangrijker dan karpers. Kan dat ook zien in mijn logboek; met de vangstlijst van de belangrijkste vis start het jaar. Regelmatig liggen dan zeeltlijsten of roofvislijsten bovenop, en sluit de karpervangstlijst het rijtje. Er is zelfs een jaar geweest dat ik de karpers bij "andere vangsten" noteerde, volkomen onterecht, want met 15 gevangen karpers, waarvan zeven 20-ers, twee 30-ers en een 40-er was het eigenlijk een topjaar. Maar ik loop op de zaken vooruit. Het jaar dat ik het carp-only boek sloot (gechargeerd, want feitelijk al jaren aan het zeelten en graskarper-specimenhunten), 2007, was toevallig ook het jaar dat ik stopte met de KSN, toetrad tot het GHV-bestuur, en ook nog eens het meest succesvolle karperjaar tot dan toe. Naast negentien 20-ponders kwamen er toen vier 30-ers op de mat, inclusief een Nederlandse 39,8 vis. Waarvan Michel H (RIP) destijds zei "dat is wel een héél bijzondere vis", daarmee niet op de grootte an sich doelend, maar meer op het feit dat ik dat ene streepje er niet gemakshalve bijtrok. Toch waren die aantallen en formaten geen reden om carp-only door te trekken. Het zal gevoelsmatig stoppen geweest zijn, want qua cijfers (vangsten) ziet het er niet slecht uit in de periode erna, en ik weet ook wel hoe dat komt. Niet meer het hele jaar op die karpers vissend, maar in het najaar wat sessies goede plekken afvissend (lees; Duitsland) maakte dat ik in relatief weinig tijd toch aan mijn deel kwam. En dat een paar jaar zo deed.

Vanaf 2010 kwam de grote kleine man uit Aalter in mijn leven, die viste niet op karper (toen!) en dat was een verademing. Goed te zien aan de cijfers, die kelderden drastisch, alle karper was bijvangst. Op telkens die paar sessies in het najaar na dan. Vlak daarna gescheiden, en dat laat zich als karige karperjaren terugvertalen, de karigste zelfs. In 2014 kwam mijn toenmalige ex weer in mijn leven, eerst op ruime afstand, daarna weer serieus, tot weer samenwonen toe. 2014 heb ik niet 1 keer gericht op karper gevist, het zal er zeker mee te maken gehad hebben. Vissen was sowieso even bijzaak. Was met andere zaken bezig, in mijn hoofd, de dingen verwerken, kostte een paar jaar. Goed te zien aan de blogonderwerpen, gestart jan 2013, maar pas dec 2015 de eerste blog over karpers, en hoe! Ondertussen had ik aan de KSN toch nog een contact overgehouden, de illustere Arend T, verwoed karpervisser, behoorlijk carp-only. Het gekke is, wij visten wel wat, maar niet op karper, het contact was aanvankelijk meer algemeen vriendschappelijk, met slechts een knipoog naar die vermaledijde karpers. Hij heeft me zeker over de streep getrokken. Toen ik 2017 weer in hartje DH ging wonen, ging ook mijn karperhart weer open, opgepompt door Arend. Aanvankelijk viel er niet tegen hem op te vissen, maar al snel levelden we prima, tot op de dag van vandaag. De aantallen karpers zijn weer als voorheen, met zeker een toename in de Nederlandse 20-ers.

(Mocht je nou je naam niet terugvinden als vismaat, wees dan niet teleurgesteld, het zegt niets over de huidige of ooit gezamenlijk opgebouwde band. Ik hou van jullie allemaal. De opgevoerde vismaten zijn slechts belangrijk voor het verhaal, en dat gaat over 20-ponders.)

Anno 2021 is het vissen op karper vol terug in mijn leven, en dat heeft zeker zijn weerslag op de rest van de visserij. Ik stelde het al eerder, met 56 karpers in the pocket en nog ruim de helft van het jaar over zal ik wel een naar een record toe gaan, even het jaar 2002 niet meegerekend, want die 73 karpers in Canada verstoren de cijfers. 

De liefhebbers van karper nog héél even wachten, wil graag wat grassers delen, en een moraal. Heb dit jaar wat grassers gevangen tijdens de hete dagen dit voorjaar. Graskarper is nou eenmaal een vissoort die lekker doorsmakt en -smekt als het heet is. Maar toch, ik houd er altijd een dubbel gevoel aan over; ze kunnen buiten het water maar weinig hebben. Ondanks na de dril het net in het water laten liggen, zorgend dat de vis met de rug omhoog ligt en pas op de kant als alle zaken al grijpbaar klaar staan, zoals camera, nat weegnet en unster. Dan heel snel fotograferen, wegen en terug. En toch merk ik dat ze er last van hebben. Te vaak in de zomer geknepen billen gehad. Kan ook een zwemblaas probleem zijn. Iets dat ik met veel vissen al gehad heb (karper, snoek, zeelt en grasser). Maar hier denk ik dat het een combi is. Het maakt me ambivalent. En ik kan alleen maar doorgeven, zonder het vingertje, wees voorzichtig in de zomer met die beesten. Overigens dit jaar allemaal gevangen op zoete mais en een worm, omdat ik merk dat de respons groter is, zeker bij karpers, die er ook zwemmen, en die ik ook graag bijvang. Waarom ook die worm? Omdat ik het idee heb dat die minder snel gespoeld wordt, zijnde een natuurlijk aas. Dus opzuigen en doorzwemmen, mijn pen meenemend, resulterend in een aanslag. In plaats van opzuigen en weer uitspugen, zoals ik dat met alleen zoete mais als aas wel ervaar. Nogmaals, slechts een idee. Maar het mijne, dus valide. 

 

Met inflitsen hou je de contrasten onder controle, ik doe het steeds meer

Mooi hè, ik vind ze zooo fotogeniek

De nieuwe lichting gaat de goede kant op

Mogen we dan nu eindelijk wat karpers zien, liefst zo groot mogelijk? Aan dat laatste kan ik niet voldoen, en daar is niks helaas aan😇. Via een tip kwam ik aan een vaart in midden Nederland terecht. Zo'n vaart die gelijk je hart steelt, al zal dat aan het goede gezelschap gelegen hebben. Klasse, mannen! Met vier man een pennetje uitgooien in een onvervalste niet stoppende Hollandse bak regen schept een band. En als je dan later solo terug gaat en de ultieme Hollandse torpedo vangt, die direct 30 meter van je spoel rost, kabang, dan weet je dat je goud gevonden hebt. Nu voorzichtig oppeuzelen dit water, niet te gulzig, want het kan zomaar over zijn. Als de vissen zich onder druk gezet voelen waaieren ze uit over een areaal water dat zo omvangrijk is dat ze schier onvindbaar kunnen zijn. 

Goeie zomer👋 allemaal!


Twee keer moeten wisselen van waterdichte jassen... maar alleszins de beproeving waard

Deze moest ik afgepaaid vangen, anders had hij het prachtige numerologische toeval in de war geschopt, en daarmee de titel, ja zelfs wellicht wel deze hele blog...


dinsdag 8 juni 2021

Rubenszeelten

Het was even kiezen, maar wat tekstueel freewheelen over karper of nog een geplande sessie op Bijna Frankrijk fabriceren? Beide 'kampen' kennen liefhebbers. Maar mijn laatste sessie op zeelt op die specifieke plek heeft de balans doen overslaan naar een verslag daarover. Jammer voor de karpervissers onder ons, al zijn er gelukkig steeds meer hybridevissers die beiden waarderen. En qua karperen kan ik momenteel toch niet meer melden dan dat ik de 50 exemplaren al gepasseerd ben en de hoeveelheid 20 ponders ook al boven de norm zit, samen met wat smakelijke plaatjes😂😂. Maar dat kun je op andere plekken ook vinden. So sorry!

Ik realiseerde me na Jan's (zie vorige blog) laatste bezoek dat er voor mij ook nog wel wat in het zeeltvat zat. Maar wat? Want hij had er echt zijn best gedaan en de al bij ons samen bekende vissen allemaal hervangen, alles in 1 sessie en de vis net wat zwaarder dan eerdere sessies. Verpest voor de rest van zijn leven. Eigen schuld. De vraag voor mij was hoeveel tijd kon er overheen gaan voor ze wat bijgekomen waren van haak en onvrijwillig oeverbezoek en ook bij mij weer op het voerbed zouden willen neerstrijken? En dat weer gekoppeld aan mijn eigen mogelijkheden om er wat langer te vertoeven, want 1 ding was duidelijk, op dit toch wel maagdelijke water (voor zeelt) was voorvoeren nog steeds een pre. Door er wat langer te vertoeven kon ik wellicht ook wat meer seriewerk aan het eind van de sessie afdwingen. De eerste voermomenten dan maar als voorvoeren beschouwend. En alles wat ik eerder ving als bonus te ervaren. 

Vrijdag rijd ik weg, te laat, ondanks het eerder stoppen met werken. En dan de snelste weg naar het zuiden nog gestremd zien door lange files, want eindelijk eens lekker weer na al die voorjaarskou... dus dan maar met een forse omweg. Maar het van file naar file stuiteren is toch deels niet te vermijden... Oeh, als de stek maar vrij is? Spannend, en niet in de zin van leuk spannend. De karpervissers komen ook in steeds grotere getale uit hun winterholen... Die kunnen daar ook zomaar neerstrijken. Zou ik ook doen. Ik besluit in navolging van Jan op zijn (eigenlijk 'mijn') stek van laatste keer te gaan zitten, aan de overkant. Hoop er eigenlijk nog van te profiteren, van al dat voer, al is het daarvoor wellicht al weer te lang terug. Die stek kost echter wat meer tijd om er te komen en kamp op te slaan, gedoe zeg maar. Maar tegen 20.00 uur ligt alle voer naar wens - dit keer 10 slagen om de distancestick die 1 hengel ver/lang uit elkaar staan, inderdaad 36 meter - en lig ik exact daar waar ik al eerdere jaren gevist heb.  Hier vandaag dus niks nieuws onder de zon. Voor de rest alles wier. Snel even wat koken en eten en genieten van de vallende avond. Die nacht is rustig, want ik vis niet, draai 23.00 uur in, geeft me een boost in plaats van de gebruikelijke deuk in mijn bioritme. 

 

Stil genieten

Rimpelloos en doodstil

Om 05.00 uur de wekker gezet en er direct uit. Voeren en de hengels te water, althans the endgame... Zie al diverse vissen rollen, allemaal zeelt, en overal. Zo lijkt het altijd weer of een water heel veel vis bevat. In dat rollen is geen patroon in te ontdekken, boven wier, boven diepte... Denk zelf dat ze vrij ondiep zwemmen, solitair of in kleine groepjes, vlak onder het water oppervlak. En zich snel verplaatsen in het opwarmende oppervlaktewater. En het er daarom nog steeds nog maar een paar kunnen zijn, een handjevol. Heb dat op andere wateren ook zo gezien. Dat is dan ook geen aasmoment, daarvoor moet je wachten tot dit gedrag over is. Of de mazzel hebben dat er ook vis op de bodem actief is. 

Die mazzel heb ik dus als binnen het half uur al een wakertje omhoog schiet, vis! En natuurlijk een zeelt, van karpers geen spoor. De vis doet wat ik ervan verwacht, blijft zolang mogelijk diep, en dat is tot vrij vlak voor mijn kant, zo de kans negerend die de sterk begroeide taluds aan de zijkanten bieden. Waarschijnlijk zullen ze allemaal hetzelfde doen, mijn kans om te verspelen miniserend. Het blijkt een prachtig mannetje, maar nog niet een die ik naast de maat nemend ook weeg. Desondanks ben ik blij. What's next? 

 

05.00 uur; magic moment

Daar begint het rollen

En al heel snel ook een aanbeet.

Resulterend in een prachtbaasje
 

Ja, what's next? Daarover kan ik kort zijn, helemaal nada, niks, noppes. Het rollen neemt langzaamaan af en na 09.00 uur is alles doods. En zo blijft het de hele dag. Jammer dat het niet gelijk al loopt zoals bij Jan, maar ja, die had er dan al wat dagen voorvoeren opzitten. Het zei zo, ik verwachtte het al min of meer. Ik zit de dag uit, en voer zo nu en dag wat bij, om een eventueel actieve vis toch te attenderen. Dat kan al met heel weinig extra voer, dus nu niet denken dat ik daarmee mijn eigen kans om zeep help. Heb ik wel de tijd om het zwanenkoppel wat gade te slaan. Opvallend, echt benaderen kun je ze niet, ze zijn niet tam zoals in stedelijke gebieden, ze houden afstand. En komen al helemaal niet bij me langs om te bedelen om eten. 

 





 

Die avond hetzelfde ritueel, zelf eten en eten voor de vis verzorgen. Opnieuw rustig slapen en om 05.00 uur opnieuw wakker. Nu van springende en rollende vis óp mijn stek. Nu gaat het gebeuren. Als een haas de hengels uit, beetje voer erop en wachten. Dat rollen gaat nog een tijd je door, zowel bij mij als at random overal op de plas, maar ik voel, er kan zo actie zijn... Zal tegen 07.00 uur gelopen hebben als de linkerstok 'vertrekt' (rare uitdrukking eigenlijk). Zeelt! Sterke vis, die echter exact hetzelfde doet als die van gister, dus niet al teveel moeilijkheden geeft. Phoe, wat een pens hangt daar onder!! Ben inderdaad op het goeie moment. Realiseer me dat ik echt kans maak om, als Lady Luck weer eens met mij wil dansen, mijn PB dat op 4930 gram staat te verbreken... over 12 uur vanaf nu weet ik alles.


Close to perfection

Ik leg de hengel direct terug, vóór alle rituelen met de vis uit, op onthaken en even bewonderen na. Dat is een wijze les uit het verleden geweest, de kans is groot dat die hengel in no time weer een vis oplevert. De zeelt laat ik even in het net. Daarom heb ik altijd twee netten bij me. En ja hoor, het duurt geen 5 minuten of dezelfde hengel gaat 'af' (ook al zo'n rare uitdrukking). En uiteraard, ook een zeelt. Bijna een exacte kopie, in elk geval qua lengte, als de vorige, behalve dat deze nog wat voluptueuzer oogt. En ook deze zeelt krijgt na onthaken een tijdelijk onderkomen in het net, het tweede net en vaar ik de stok weer direct uit. Daarmee de kans lopend om een derde run te krijgen vóór ik een van de twee zeelten gefotografeerd heb. Laten we het maar een ingecalculeerd risico noemen. Zeer ingecalculeerd, want het zal inderdaad niet lang geduurd hebben voor die hengel voor de derde keer in korte tijd krom gebogen over het water staat. Deze doet het iets anders, ik voel direct aan het fellere stompen dat het een mannetjes is, zeilt met groot vertoon van macht schuin bij me vandaan, in een poging een groot wierveld te bereiken. Hetgeen toch niet lukt, sorry no can do. Op de kant blijkt mijn aanname de juiste, een forse man met een aanzienlijke staartpartij. Daarbij gitzwart, en glimmend. Superzeelt! Ondertussen heb ik twee netten vol, eentje zelfs met twee zeelten... tijd voor wat rituelen als fotograferen, meten en wegen. Hopelijk wordt mij die tijd gegund, en komen er over een uurtje of wat weer wat zeelten buurten. 


En de andere, nog iets voller

Twee Rubenszeelten, in één net voor even

En de zwarte man, in alles indrukwekkend.

 Dat laatste gebeurd niet, de activiteit dooft net zo snel weer uit als hij kwam, en ik moet het verder met het rollen en het bekende staartkletsen doen, weer overal op het water, dus ik weet; ze zijn weer on the move. Vandaag al wat eerder weg, heb beloofd mee te gaan naar mijn schoonmoeder en die is qua dinertijd nog van de oude stempel, geen minuut na 18.00 (liefst). Fijn gevist hier, hopelijk nog ene keer voordat alles in de paai schiet en anders volgend jaar maar terug. Thuisgekomen overigens direct douchen, mede als tekencheck en net als twee weken eerder opnieuw een teek. Een wat mindere bijkomstigheid van dit gebied, en mede reden waarom het 10 jaar geduurd heeft om er uitgebreid te gaan vissen zomers... Het zijn beide nimphen, dus nog heel klein, maar toch, je zal maar (in mijn geval weer) besmet worden met de borrelia-bacterie... en dat alleen maar voor wat mooie vangsten... 

 

Weer steeds verder en verder bij me vandaan...

Maximale sfeer waar ik nog veel meer van wil ervaren