donderdag 13 augustus 2020

Hoe heter hoe beter

In het staartje van de hittegolf realiseer ik me dat er toch een visverhaal zit in deze te hete zomer, het verhaal van niet vissen. 

Niet dat het voor mij te heet is, heb me in de tijd die ik normaal voor vissen reserveer maar bezig gehouden met vervangen van het antieke riool onder het huis. Daar lagen nog stalen pijpen en grespijpen, inclusief beerput van 150 jaar oud. Ook heb ik eindelijk een aanzienlijk deel van ons trappenhuis met een hetelucht fohn afgekrabt, waarmee ik bedoel dat ik wel wat kan hebben qua temperatuur, maar zodra het viswater boven de 25 graden gaat komen vis ik liever niet, in elk geval niet in de polders, de vis moet bijkomen na de drill en heeft dan in het warme water zonder voldoende zuurstof echt last van de vangst, daar heb ik al verschillende nare ervaringen mee, dus ik pas in deze...

Maar het is een ieder vrij dat zelf in te schatten, of er invulling aan te geven. Wellicht dat alleen in de vroege ochtend vissen een oplossing zou zijn. Maar als het water constant richting de 30 graden gaat zoals afgelopen weken red je het daar ook niet meer mee. Zou ik in de buurt van een stromende rivier wonen, zou het wellicht heel anders zijn. Maar de solotrip die ik mijzelf beloofd had naar zo'n stromende (Franse) rivier kwam ook te vervallen, door 'persoonlijke omstandigheden'. In het kort gesteld, mijn kop stond er niet naar, er bleven maar vissen 'ontsnappen' en niet op de manier zoals bedoeld. Ook al vier grassers op rij...  na de brasems, de zeelten en de karpers. Teveel pech. Ik had er last van, en geen zin in de zoveelste deceptie. Voor zo'n solotrip moet je wat innerlijke kracht hebben, wat veerkracht, resilience. Thuisblijven was het devies. Wat afstand nemen ook. Dus de hittegolf kwam niet heel ongelegen.

Kan me maar 1 sessie herinneren waar alles ging zoals bedoeld, zal 'm hieronder even kort schetsen. Mijn moeder haar oudere zuster leeft ook nog, samen zijn ze 184 jaar oud, en de enige manier om elkaar nog te treffen is als ik ze via mijn auto nader tot elkaar breng. Dat heeft me naast familiegeluk vorig jaar ook al twee keer een barbeel opgeleverd, want we moeten ervoor naar Limboland. Door corona kwam de voorjaarsontmoeting te vervallen, maar nu midden zomer leken alle seinen voor heel even op groen te staan. Vlak voor de volgende tweede golf. Helaas voor mij zat een hele dag voor de zusters samen er niet meer in, dat kost tveel energie, dus bleef er ook minder vistijd over, afreizen naar het mooiste riviertje van NL was om die reden gaan optie. Gelukkig weet ik mijn weg in Limboland aardig, dus kon ik een korte sessie op grassers op poten zetten. De hoop was dat de daar uitgezette vis goed gegroeid zou zijn. En graskarper kun je op de juiste manier prima overdag vangen, als je maar weet waar ze zwemmen.  


Beiden met mondkap voor twee uur. Kleine moeite. En daarmee chapeau voor alle zorgpersoneel!

Ik kon precies daar verder waar de Franse trip van de vorige blog eindigde:-)


De hitte zat al in de lucht, maar het was nog geen 30 graden, al was ik blij dat er koelte was in de vorm van wat forse bomen. Bij mijn weten lagen de grassers destijds altijd rond een plateau van een meter of 2/3 diep. Links liep het op tot 0,5 meter en naar rechts konden ze zelfs tegen de 7 meter aan diep wegduiken, in theorie. Omdat mijn eerdere ervaringen hier uitwezen dat de meeste vis toch rond dat plateau verbleef durfde ik daar wel beide hengels heen te varen, met de voerboot met dieptemeter. Zo gebeurd. Om kort te gaan, ik kwam niet aan eten toe, want de zaak begon direct te lopen. Op links, de "ondiepe" hengel op 2 meter. Op een gele wafter. Het blijkt een kruimel van ± 65 cm, die desondanks toch kans ziet zich helemaal in de lijn van de andere hengel te wikkelen, wat een vechtersbaas. Kostte wel een stief kwartiertje voor dat allemaal weer uit elkaar was, en waarna ik beide hengels ook weer opnieuw kon uitvaren... De gevangen vis was dermate klein dat ik een manvistropheeshot maar achterwege gelaten heb. Voor die geste werd ik beloond met een meer dan prachtige uitzetplaat, a truly decisive moment want ik kreeg maar 1 kans. 

Zodra de zaak weer inligt en ik denk te kunnen lunchen is opnieuw de linker hengel vol in actie, en nu wijs geworden leg ik de andere stok een eind verder in het riet - ik vis noodgedwongen door een gaatje in het riet, eigenlijk te klein voor twee hengels, maar wil voor die ene keer hier niet gelijk alles maar slopen voor mijn visbehoefte. Dat er geen gaatjes zijn komt ook door het gebrek aan andere vissers, elk voordeel heeft zijn nadeel - wat een verder veel meer ontspannen drill oplevert. Deze lijkt me wat groter, maar haalt ook nog steeds niet de 20 pond, en zover had ik ingeschat zouden ze al kunnen zijn. Niet dus. Als na alle commotie de vis in het net ligt valt me een geluid op, iets dat hier niet hoort, een rateltje... het blijkt de baitrunner van de andere hengel te zijn, en ik zie nu de top zwiepen in het riet. Ook hier zit een grasser aan, en bijna dezelfde, zowel in lengte als in gewicht. Vrees dat er toch wat teveel zwemmen... en de groei stagneert. Deze had zin in een pop up tijgernootje.

Daarna is het een uurtje stil, en moet ik ook weer inpakken zonder dat er een vierde bij komt, al had ik voortdurend dat gevoel. Zal een keer terug moeten. Volgend jaar dan maar, in de hoop dat ze wat groter zijn gemiddeld. 

 

Gelukkig schaduw en relatieve koelte

Voor mij een van de foto's van het jaar

Twee voor de prijs van een



Los van al het al eerder vermeldde vorige maanden had ik al in mei een blog in gedachten met de schone titel Hunt for White October, met een knipoog naar de Russiche duikboot waar jacht op gemaakt wordt tijdens de Koude Oorlog, met Sean Connery in de hoofdrol. Die titel had ook passend Moby Dick kunnen worden, maar toen nog dacht ik "geen goed plan, het loopt uiteindelijk slecht af met Captain Ahab..." Al kun je dat in dit kader ook al een soort van stellen, de vis ontsnapt me telkens... maar de zomer is nog niet voorbij, en daarmee 'de jacht' ook niet. 

White October is een al in een eerdere blog aangehaalde wittige (albino?)graskarper die rond de 110 cm lang is, een waar monster. Heb haar dik 10 jaar geleden al achter de vinnen gezeten, destijds zonder enig resultaat. Had geen enkele interesse in vissersvoer. Dacht eigenlijk dat ze dood was (denk dat al die grotere grassers dames zijn, op gevoel), maar Andries Hoekstra wees me op het bestaan ervan, hij kent mijn interesse, en ik had daarmee gelijk een zomerdoel. De dame heeft me al vele malen gekruist sindsdien, maar net als destijds geen enkele interesse voor mijn voer. Niet dat ik niks vang, het poldersysteem kent ook een aardig karperbestand en daarvan zijn er wel velen geïnteresseerd, dus het is zeker geen kansloze missie, maar díe vis lacht me telkens uit.



Je weet echt niet wat je ziet zwemmen...

Stel je voor dat deze aan mijn hengel komt te hangen, vrees dat de sloot te klein is, zo door tot aan oblivion

 

De koeien hadden geen enkele moeite het voer te vinden, ze duwden me zelfs van mijn stoeltje af ervoor

 

Karper in overvloed, en al helemaal als er een dag wat regen in de lucht zit

 

Tot zover de avonturen, nu eerst even bijkomen van alle hitte, en dan vanzelf weer op vistocht. Zal tijdelijk afscheid nemen met een passende zomerprent, de gemiddelde visser inschattend zal ie wel worden gewaardeerd. En met een vette knipoog naar El Capitan😉, de jacht is nog niet over...