donderdag 23 december 2021

Jaarafsluiting

Vandaag een koude winterdag. Terugkijkend op 2021 zie ik een vruchtbaar visjaar, waarbij het me wederom gelukt is maximaal te vissen binnen de mogelijkheden van de dagelijkse verplichtingen en toch weer prachtige resultaten heb mogen boeken, nog los van al dat verplichte genieten dat we onszelf opleggen😋.

Niet veel zeelten, maar wat er wel op de mat kwam zal voor eeuwig in mijn geheugen gegrift zijn, met een voorgenomen komende reprise voor 2022.  Er zijn maar heeeeel weinig wateren waar échte 60-ers zwemmen, al doet 'internet' ons anders geloven, dus als je er eentje weet zeer zuinig op zijn. Het water van dit jaar bevat er in elk geval eentje, en die staat bovenaan de wishlist voor 2022!

En dat ik een keer niet het voorjaar 'verspilt' heb aan grote brasem voelt wel goed, maar ik geef toe, omdat die grote toch wel kwam, onbedoeld. En daar waar ik die ving zwemmen er meer, dus wellicht dat het nog een keer kan gebeuren, zomaar zonder alle moeite die het in voorbije jaren kostte.

Prachtige karpers, stuk voor stuk. Klein en groot, het maakt me niet heel veel uit. Soms ga ik voor de aantallen, soms voor het gewicht, zo blijft het leuk. Ik had me een paar zaken voorgenomen; in elk geval elke maand een karper, dat streven is ruimschoots gehaald. Met dubbele cijfers in bijna alle koude maanden, moet niet gekker worden. De karpertrein bleef doordenderen. Zoals ik het zie kan dat nog in lengte van jaren doorgaan. De karperbestanden zijn nog nooit zo goed en interessant geweest, waar je ook kijkt. 

Ook het vissen in mijn eigen stad heeft een behoorlijke uplift gekregen, heb het al diverse malen aangehaald. Wat in 2020 al begonnen was te lopen, ging als verwacht in 2021 door. In die zin wel voorspelbaar, maar dan nog moet je er het nodige voor doen voor ze in je netje liggen. Door de beperkte afstand was regelmatig voorvoeren op te brengen en dat bleek uiteraard zinvol. Voor mij jammer is dat het deel waar ik mijn tijd in wilde steken vanaf juli aardig visloos werd door stortbuien en daaropvolgende riooloverstorten en dat die situatie niet werd gecorrigeerd in het najaar, de vis bleef weg, mij zo wel de tijd gevende de polderkarpers te blijven belagen (zie vorige blog). En dat was behoorlijk succesvol.

Als je al een tijdje meeloopt in 'het wereldje' kan het voorkomen dat je al eens een water stevig bevist hebt, maar dat dat om redenen weer uit beeld verdwenen is. Dat komt zelfs regelmatig voor. Zo heb ik dit jaar de mogelijkheid gekregen weer aan een systeem te mogen ruiken (met drie vruchtbare sessies) waar ik 20 jaar geleden vaak te vinden was. Had er een eigen roeiboot liggen, zonder dat was je er kansloos. Via via (waarvoor 1000x dank) kreeg ik weer toegang tot het gebied. In 2022 wil ik er los gaan. Het zou zomaar zo kunnen zijn dat er dan eindelijk eens (en nee, dat is geen doel, maar ik haal er ook niet mijn neus voor op) een Nederlandse 40-er op de mat komt te liggen. Op mijn eigen manier in dat geval. Heb weet van tientallen 40-ers, ja zo goed hebben we het inmiddels in ons kikkerlandje, en voldoende vissen op acceptabele rijafstand, maar het heeft me nog nooit getrokken daar speciaal op te vissen. Al ligt dat zeer zeker mede ook aan de plekken waar ze zwemmen. Eigenlijk gek als je bedenkt dat ik voor andere vissoorten als zeelt, brasem, graskarper en niet te vergeten snoek wel die moeite zou willen doen, en al gedaan heb, tot over de landsgrenzen toe. En karper toch mijn grote liefde is... Een mens zit raar in elkaar.

In de aanloop naar 2021 had ik nog grote plannen voor Frankrijk, maar het corona-voorjaar gooide roet in dat eten. Dus werd het Duitsland, 3 x zelfs. Naast de al eens beschreven sessie vlak voor de zomerse ongekende overstromingen nog een keer eind oktober én begin december naar niemandsland in het noordoosten. Letterlijk, zag laatst een kaart met lichtvervuiling van Europa waar goed op te zien was dat met name Nederland en België gekenmerkt worden door overal licht, maar dat er ook nog zwarte gebieden zijn, zonder licht (lees; behoorlijk onbewoond). Een der meest zwarten was noordoost Duitsland, en inderdaad, het land is daar nog leeg, de tijd staat er nog steeds stil, en de natuur is groots en overweldigend; zeearend, kraanvogels, zwarte specht, visarend, ik heb ze allemaal zien vliegen. En het vissen? Kan niet wachten tot 2022, er staan vier sessies gepland. Op acht vissen waren de twee kleinsten 25 plus pond, en daarmee de grootsten 30 plus, dus dat houden we inmiddels aan als gemiddelde. Kan niet anders dat er wat uitschieters tussen zitten. Zou het dan eindelijk weer eens gaan gebeuren?

Rest mij niks anders iedereen een vooral gezond, maar ook vruchtbaar nieuw visseizoen te wensen! 

Hieronder nog een aantal karpers die het niet 'gehaald' hebben in eerdere blogs afgelopen jaar, maar die zeker wel het bekijken, en jawel genieten - daar is 'ie weer😃 - waard zijn. 
In volgorde van vangen. Had ook kunnen kiezen voor de nodige stemmige sfeerbeelden, al dan niet in detail, maar heb het vermoeden dat we allemaal toch liever een vis zien, natuurliefhebber of niet.










Als de laatste van dit jaar deze klap op de figuurlijke vuurpijl






donderdag 18 november 2021

PolderParels

Onder invloed van vismaten met kennis van zaken ben ik dit najaar wat steviger blijven doorvissen in de vele polders die het Groene Hart rijk is. Voorgaande jaren zag je al in september een kentering van visactiviteit en vangsten en was dat voor mij daarmee het startsein om te stoppen op de veelal ondiepe wateren, en werd het automatisch de tijd voor snoek. 

Dit jaar heb ik tijdens en na die kentering doorgezet en zie, de vangsten vielen inderdaad even weg, maar kwamen  (na acclimatisatie?) gewoon weer op peil. Diverse dagen met twee vissen in twee verschillende watersystemen heb ik inmiddels achter de rug. En wat zijn ze mooi! Er valt steeds beter te zien wat de toekomst gaat brengen. Een grote diversiteit aan varianten en soorten. Stuk beter dan pak weg 20 jaar terug toen er voornamelijk slankere schubs te vangen waren.

Doorgaans vis ik nog steeds met de pen, maar een klein experiment onlangs heeft me toch weer aan het denken gezet of dit altijd de meest efficiënte methode is? (Ja ik weet het, wel de leukste.)
Soms vis ik in een watersysteem van een particulier, zonder dat er verder visrechten aan derden zijn verstrekt zoals hengelsportverenigingen. Die particulier mag daarmee als visrechthebbende bepalen met hoeveel hengels je mag vissen. M.a.w. het staat me vrij. In mijn geval is dat altijd met 1 of twee hengels, maar in het kader van dit experiment besloot ik met drie hengels te vissen. Links en rechts ieder een hengel met een statisch (voerveer-)systeem. In het midden, op mijn zitplek een penhengel. De statische hengels ieder op 40 meter afstand. Alle drie de plekken hetzelfde aangevoerd. En de vis is in deze zone min of meer hetzelfde verspreid, soms zwemmen ze wat meer 'rechts en soms 'links'. Maar in theorie krijg je vissend met de pen gaandeweg de dag op alle plekken wel een aanbeet, of in elk geval leven. Ik sluip daar als een indiaan van stek naar stek. Na een vis gevangen te hebben hoef je niet te blijven zitten, hoe onbevist ook, ze zijn dan voor even verdwenen. Vandaar dit keer ook de twee statische hengels links en rechts, zo ben ik in staat om zonder verkassen te blijven vangen. Had even geen zin in dat verkassen. Meerdere vissen per stek kan dan simpelweg door de vis zo snel mogelijk van de plek af te trekken. Zo ook dit keer, als vanouds. Maar wat opviel, op de stek waar ik zelf zat met de penhengel geen enkel teken van leven. Niks, heel opvallend. Ondanks dat ik alles heel voorzichtig deed ter plekke, wegblijvend bij de kant, laag zitten, niet stampen. Toch weet ik zeker dat mijn voortdurende aanwezigheid en activiteit - moest toch zo nu en dan een hengel pakken, vis drillen en de hengel weer terugleggen etc - er voor gezorgd heeft dat de drukte ter plekke maakte dat er geen vis in mijn buurt kwam... voor mij toch een eye-opener. Besloot de volgende keer aan de overkant voeren, dat is met een pen net aan te vissen als het niet stroomt, en wellicht dat dit net het verschil zou maken? 
 
En die volgende keer kwam al snel, zo gezegd zo gedaan, hengel links, hengel rechts, hengel overkant. Laat dat nou de enige zijn die op de hele dag teken van leven geeft. Aan mijn eigen kant helemaal niks. Dus... wat hebben we hiervan geleerd? Eigenlijk ook niks... behalve dat het vissen is, en gelukkig maar. Niks vervelender dan voorspelbaarheid. 
 

Van nazomer...

 




... naar late herfst, je ziet het jaargetijde vorderen


Ik appte een van mijn inner circle maten wat beelden van drie gevangen spiegels op de mat. Hij reageerde met; "Alle 3 SKP-tjes? Er ging bij mij een lichtje branden, dus vroeg hem dat te definiëren. Zijn definitie was: speciaal uitgezette spiegels, die bij vangst weer te herkennen zijn door vergelijking met een foto gemaakt bij uitzetten. Gelukkig, hij was er niet ingetrapt; dat alle uitgezette spiegels, dus ook die in de polders gelijk allemaal maar SKP-tjes waren. En daarmee kon ik hem gelijk antwoorden, nee dit waren geen SKP-tjes. Maar daarmee is het in 2005 wel allemaal begonnen!

In dat kader is er nog wel een primeur te melden. Het Haagse SKP is dit jaar daarmee 15 jaar oud. Tijd om dat eens te vieren, en mede omdat we in 2020 geen avond voor de aanmelders van die prachtige vissen in DH hebben kunnen geven door alle beperkende coronamaatregelen, borrelde er wat. Juri Froger, dikke vette steunpilaar van het Haags SKP (samen met Erik, zijn broer) vatte het idee op een eenmalig jubileummagazine te maken. Wat bescheiden begon is inmiddels na bijna een jaar uitgegroeid tot een serieus boekwerk van 100 pagina's, een collectors item naar ik vermoed. Meer dan prachtig vormgegeven door diezelfde Juri. Hieronder de cover als appetizer. Details in ons clubblad van december, als je GHV-GH lid bent en interesse hebt.


dinsdag 26 oktober 2021

Dubbelslag, met bonus

Het schiet al weer aardig op, najaar 2021. Moet serieus schrappen in mijn plannen en behoeftes. Temeer daar er een serieuze trip (ook qua voorbereiding en de tijd die dat kost) naar Duitsland aan zit te komen. Ik stel mezelf de vraag: "Wat is prioriteit nummer een?" Strikt op gevoel zeg ik: "Nog een zeelt vangen in Bijna Frankrijk". Daar heb ik dit voorjaar zo van genoten! Temeer daar de verplichte Schein voor het Duitse avontuur ook nog gekocht moet worden en ik vanuit daar veel dichterbij die mogelijkheid zit. En alles beter dan vanuit DH die hele exercitie ondernemen, dat kost me naast zowat een tank inmiddels dure diesel ook bijna een volle werkdag. Dus liever als combinatie. En omdat ik vermoed dat dat zeeltvissen ter plekke er op of eronder is houd ik een plan B klaar in de vorm van een aantal uit de kluiten gewassen grassers op een water in de 

Gaandeweg het oppakken van de voorbereiding voor die gecombineerde zeelt/ graskarpertrip kom ik tot een echt plan: 0m 05.00 uur wegrijden; bij eerste licht voeren bij de grassers; daarna uitgebreid voeren voor de zeelt op een naburig water; dan terug naar het graskarperwater voor die ochtend en dat bevissen tot donker; daarna weer naar het zeeltwater en daar overnachten zodat ik bij allereerste licht (of beter nog als het nog donker is) weer vers voer kan brengen naar de stek; ter plekke maar bekijken of ik ze al vroeg aan het azen kan krijgen en aan de hand van die wetenschap bepalen wanneer ik de Schein ga halen. Bij terugkeer eventueel nog op zeelt of graskarper, afhankelijk van de resultaten, en zorgen dat ik voor 22.00 uur weer thuis zou zijn zodat ik mijn dame ook nog even zou spreken en zien...

Als ik het hierboven teruglees ziet het er uit als voornamelijk heel veel werk en gedoe, en dat was het ook, maar zeker niet tegen heug en meug omdat ik zo nodig moest, simpelweg omdat het plannetje, behoudens dat ik veel meer tijd nodig had van A naar B plus (her)installeren, qua vangen prima verliep.  Alleen al de reis ernaar toe kent zijn uitdagingen, dichte mist op het grootste deel van het traject zorgt voor de nodige vertraging. Desondanks kom ik vroeg genoeg aan. 
 
 
In alle vroegte eerst de grassers aanvoeren

 
Na het voorvoeren van de grassers waarbij ik er al een paar zie draaien, snel naar het zeeltwater. Dat ligt er schitterend bij, maar is nog steeds zo dichtgegroeid dat geen van beider voorjaarstekken te bevissen is. Tegenvaller. Ik moet dus van nul af aan opnieuw uitpeilen voordat ik voer breng. In een andere zone, die ook zijn eigen uitdaging gaat kennen als het om de viszooi brengen gaat, het is hier nogal onherbergzaam. Nog steeds geen probleem allemaal, hoort er allemaal bij, maar het zorgt voor oponthoud. Al met al is het niet de geplande 10.00 uur voor ik de hengels uit heb bij het graskarperwater, maar 11.30... ben dus het grootste deel van de ochtend kwijtgeraakt. Gelukkig maakt dat met graskarpers doorgaans weinig uit, die vreten, als ze er zin in hebben, ook overdag gewoon door. En al helemaal als het in het najaar zonnig is. Ik voer en vis strikt met partikels; duivenvoer, harde mais en wat tijgernoten. Op de hair uitgebalanceerde tijgers en maiskorrels, erg simpel. 
 

De zeelten hier ga ik na eventueel haken nooooit door het wier heen krijgen, dus dat wordt 'm niet vanuit deze hoek

 
Als ik me al zorgen maakte omdat de doorgaans productieve ochtend al weggesnoept is met voorvoeren, is dat toch binnen de kortste keren verdwenen. Al heel snel een run, als ik goed en wel zit. Grasser? Lijkt er wel op, de vis komt zonder al teveel problemen het hele eind mee en begint voor de (diepe) kant pas een partijtje worstelen. Had je gedacht, niks grasser, het blijkt een onvervalste schub, en ook nog eens eentje van voldoende ponden om de recent gezette "persoonlijke target" (20 vissen van meer dan 20 pond in 2021, want 10 meer dan 20 had ik al behaald in augustus) te starten. En... een der Laatsten der Mohicanen, want het gerucht gaat dat de karperpopulatie ten gronde zou zijn gegaan aan nieuwe uitzet. Dat kwam van betrouwbare bron. Met ander woorden, deze karper is vrij eenzaam, zal zich dan wel bij de grassers hebben aangesloten. Waarom ik dat denk? In de uren die volgen komen er ook nog eens twee mooie grassers op de kant. Naast een grote (oude) zeelt van 55 cm. Al met al heb ik het er maar druk mee, en het moment om te vertrekken is er eerder dan ik zou willen... voel dat er nog wel wat meer in had gezeten. Ik laat flink voer achter, met de gedachte dat ik hier in elk geval morgenmiddag nog kan neerstrijken met een kans.

Overigens, dat overlijden van de karpers zag ik zelf als een manier eindelijk eens kans op die grassers te maken, zo zou er minder concurrentie zijn. En omdat de gevangen grassers in mijn ogen meer dan behoorlijk aan de maat waren geworden en goed gevuld waren geraakt (t.o.v. het verleden) denk ik dat mijn bron gelijk heeft gehad. Je zou dan wat bijvangst van kleinere karper verwachten, maar daarvan weer niet eentje?
 
 
Niet alles is dood, en gelukkig maar. Ik zie het maar als bonus.

Doelsoort 1, maar nog een watertje te vroeg... Oude dame, wel de lengte, niet meer het postuur.

Kijk, dat ziet er beter uit, ze zitten lekker in hun gewicht inmiddels

En deze ook. Nog maar wat pondjes erbij t.o.v. de vorige. Vind ze ook zoooo fotogeniek.

 
De avond valt snel, te snel, duurt ook weer even voor ik op de zeeltstek ben. Nieuwe stek, altijd even wennen. Daarbij, weinig plek voor de tent. Maar ik wil per sé weten of de vissen hier in het najaar ook te vangen zijn en hoe ze er dan uitzien? Of het de moeite waard is dat meer te doen?
Word daarin geenszins teleurgesteld, want al in het vroege donker komt de eerste aanbeet, en ik mag me verheugen met een fraai gebouwd exemplaar van tinca tinca. Dat zie je toch maar weinig, van die zeelten die robuust gebouwd zijn, van huis uit direct al kleine bulldozers. En als ze dan ook nog de lengte hebben, zoals enkele exemplaren hier, kun je van kapitale exemplaren spreken.  Eigenlijk had ik gehoopt op een nocturne brasemaanbeet, dat mede is reden dat ik 's nacht de hengels laat liggen, want ik loop gerede kans er daarvan eentje te vangen en het kan dan zomaar zo zijn dat mijn verse record dan weer aan diggelen is. Maar met deze zeelt ben ik meer dan in mijn sas, een echte dubbelslag. 
 
 
In de rimboe, vol sfeer

 
Verder kan ik me niet veel van de nacht herinneren, heb als een roos geslapen, mede door het vroege opstaan van deze ochtend, had het blijkbaar nodig. Daarbij, de wekkers staat opnieuw vroeg, in de hoop wat op te kunnen starten. Waarvan akte, want al snel een beet op dezelfde linkerhengel, en jawel weer een zeelt. Dat voel je direct aan het bonken op je top. Deze kiest ervoor een grote bos met waterpest op te zoeken, dus ook hier, waarvan van een dril niet veel sprake meer is. Mijn geluk, de zaak is aan het afsterven dus met voldoende druk houden ben ik in staat het geheel toch los te trekken en mijn kant op te krijgen. Door het vroege startschot en mijn ervaring hier dat de vis in kleine series komt ben ik er helemaal klaar voor. Snel op de foto en dan scherp achter de stokken. 
Heb zowel een hengel met maden uit, als een methodveer met opvallende wafter. Beide vissen kwamen op de wafter. Anders dan in het voorjaar, toen het voor 90% beet op maden was.
 

Blij dat ie er niet af is, altijd listig in het wier

Gelijk maar op de foto. Vitale vis. Straalt kracht uit.

Direct daarna de nachtelijke vangst op de foto, mocht uitrusten in een tunnel


Maar snel opnieuw in de actie is op het verkeerde paard gewed, de rest van de ochtend verloopt in totale stilte. Van de delkims althans, de zeelt laat zich over het hele water zien met rollen en splashen, maar niet in mijn zone... gekmakend. En dan breekt vanzelf de tijd aan dat ik een beslissing moet maken: verder vissen voor wellicht 1 zeelt of nu eerst de Schein regelen en dan nog een grasser proberen te vangen? Ik besluit tot het laatste, volgend voorjaar hier maar weer terug, ga ik er extra tijd voor nemen. Op zijn "Jan's" (zie blog voorjaar). 
 

Sfeer in overvloed in dit prachtige bos...

... waar de herfst ook al ruim zijn intrede in gedaan heeft

 
Het verhaal van het oppikken van de Schein is een verhaal op zich, hilarisch, schattig ambtenaresk, gemoedelijkheid troef, maar verder laat ik het daarbij, niet relevant. Ben in elk geval al weer snel terug de grens over, terug naar de grassers. En die laten me alsnog een poepie ruiken. Helemaal verdwenen, geen piepen, geen hoog zwemmende vissen, niks, nada. Tot het moment dat ik weer op huis aanmoet, ik hengel 1 al ingedraaid heb en hengel 2 aan de beurt is. Vlak voor ik het handvat wil oppakken om de zaak in te draaien een halfslachtige run, waarop ik direct aansla. Deze vis vecht als een karper, maar blijkt toch uiteindelijk ook een grasser. Niet de grootste deze sessie, maar zeker de vetste van het stel. Heerlijk gevist. Een dubbelslag met bonus.


Om 17.59 ging de zaak lopen.... echt vlak voor stoppen.





zondag 10 oktober 2021

My Precious

Biepbiepbiepbieppp gaat de wekker om 07.00 uur. Standaard in huize Moolenaar. Tijd om op te staan. Vandaag om er achter te komen of er nog, of weer, vis zit in het deel van het Haagse boezem waar ik gisteravond laat nog gevoerd heb. Wetend dat áls ze er zijn, dit 's ochtends aan de bellensporen prima af te lezen is, of aan andere visactiviteit. Niks eerst rustig ontbijten, maar na zetten van thee en een snel gesmeerde boterham die mee gaat, direct weg. Niet al teveel tijd deze ochtend, de arbeid kent vandaag ook haar verplichtingen. 

Half juli j.l. waren er een aantal forse onweersbuien die voor riooloverstorten zorgden en vanaf dat moment was ik de vis hier in deze zone kwijt, ze waren voor het slechte water uit weggevlucht naar schonere delen van het systeem. Daarmee voor mij onbereikbaar, want ik heb geen behoefte aan de binnenstad. Hoe ik dat weet? Tot die tijd had ik vaak vis in het net, en zag ik de vis eigenlijk altijd wel ergens zwemmen, maar vanaf dat moment in juli leek dit deel wel visloos geworden. Met een beetje geluk zou de waterkwaliteit inmiddels toch weer wat hebben kunnen verbeteren en zou de karper op haar strooptocht naar wintervoorraad ook dit stuk weer gaan aandoen. Maar toch nog toe niks, geen beet, geen bellen, rollen, niks, al met al een dooie boel. Heb het dus al een keer of wat geprobeerd na Italië, met vanochtend als zoveelste poging. 

Waarom ik dan toch ga? Het is toch vissen, en daarmee zen. Daarbij gok ik er op dat er een kantelpunt ten goede komt. En omdat ik niet weet wanneer, kan dat elke sessie wel zijn. 
07.30 zit ik aan de waterkant. Gezien de aardige diepte (en daarmee de onvermijdelijke lijnzwemmers) niet met mais en worm, maar met een voerveer onder de pen, met veel overdiepte. Beet is vis. Zo simpel normaliter. Lekker met de vers gezette thee en een broodje. Ik zit in een tuin op privegrond, niemand die erbij kan. Zelfs de auto staat op privegrond, dat scheelt de nodige knaken. Nergens nog vrij parkeren in deze stad.
Bij aankomst was er nergens iets van visactiviteit waar te nemen, noch zag ik voornoemde bellen, dus ik schatte deze sessie daarmee in als de zoveelste vruchteloze, maar niet geschoten is altijd mis, en zoals ik al aangaf, even een uurtje hier zitten is behoorlijk ontspannend. 
De meerkoeten zijn hoogst actief op mijn voerstek, dit is het derde legsel dit jaar en ik weet zeker dat ik een aanzienlijke bijdrage aan de voedselvoorziening heb geleverd, met het brengen van regelmatig voer vlak bij hun nest. Op dit moment moet ik tolereren, ze lachen me echt uit, dat er telkens meerkoeten duiken en met wat te eten bovenkomen. Als er twee van de vier beneden zijn, zie ik wat beweging op de pen. Zou beet kunnen zijn? Maar ik houd het op een meerkoet die de lijn raakte, al dook die een meter verder.
De eigenaar van de grond blijkt na dat uur ook al wakker. Doorgaans is hij wat later op uit bed en dat zijn dan net de uurtjes die ik meepak, want zodra hij wakker is komt hij een praatje maken en zijn daarmee mijn kansen direct minder,  (zijn) geluid draagt ver. Ik heb hem nog niet zover dat hij fluistert, en waarom zou hij ook? Hij gaat vandaag fietsen, meldt hij me. Zal dan zijn zware elektrische fiets langs mijn auto moeten wurmen. Het laat me niet direct los, en ik ga even kijken hoe dat verloopt. 30 passen de tuin door naar de voorkant. Maar voor niks, want de fiets staat al voor mijn auto zonder enig probleem, dus direct de 30 passen weer terug. Max 1 minuut, ik denk minder. Maar WTF waar is mijn hengel? Waar zonet nog mijn hengel lag is nu niks. Niet in paniek raken nu, rationeel blijven denken, schiet er door me heen. Zo onwerkelijk. Maar echt, er ligt geen hengel meer. Ik speur direct over het water; geen bootje met dieven, geen plonzen, geen vortex van een hengel of vis, geen rimpeling van iets, helemaal niks. Het water is glad zover als ik links en rechts kan kijken. Alsof ik droom. En dan moet je weten dat dit geen gewone hengel was, maar een CJW X Heavy, een van mijn gekoesterde pareltjes. Die is onvervangbaar. IRREPLACEBLE. 

Letterlijk een paar tellen terug lag hier nog een hengel op de vlonder *


Daar sta je dan. Kan wel janken. De eigenaar van de tuin is er nog gelukkig en ik snel terug naar boven om hem de sleutel van zijn bootje te vragen. Nou ja, bootje... het is een waterfiets. Zo goed en zo kwaad als dat gaat in je eentje stuur ik dat ding het water op, links en rechts speurend naar mijn hengel. Er zit een flink kurken handvat op en mijn ervaring is dat die knap drijft, ondanks de zware hengelblank en de Shimano 3500 baitrunner. Maar waar ik ook kijk, geen hengel. Ik vrees dat de karper langs de kant is gedoken het kanaal in en onder de takken is gezwommen die overal onder water liggen. Zo ook de hengel meetrekkend onder de takken. En daarmee voor mij onzichtbaar wordend. Ik voel me echt heel slecht, dat kan ik je verzekeren.
 
Sinds een week begint dit deel van het water weer iets van doorzicht te vertonen, dat is mijn geluk, want zo troebel als het geweest is... dan vindt je niks meer terug, als in dikke mist. Nu heb ik er nog hoop op, kan enigszins onder water kijken, zeg 30 cm. Maar het levert niks op. Heb een grote zone afgefietst en overal op of onder water gekeken. Wat te doen? Ik fiets terug naar de tuin en ga mijn dubbele hark halen in de auto. Dan maar de hele boel afdreggen, wellicht pak ik een lijn op? Na 10 minuten begrijp ik dat dat onbegonnen werk is, en al helemaal vanaf een bootje. Maar ik geef niet op, besluit dan maar het hele water af te gaan varen stukje bij beetje, in de hoop ergens die hengel te zien drijven. 

En jawel, op ongeveer 150 meter links van de stek waar mijn hengel te water gegaan is zie ik langs de kant tussen de takken onder water een kurken handvat met de hengel wijzend naar beneden, als een onderzeeër. Echt! In notime ligt die natuurlijk in de boot. Zou de karper er nog aan zitten? Na wat gesteggel met de lijn die overal onder- en tussendoor loopt zit er inderdaad nog een karper(tje) aan, een schubje. Die volslagen uitgeteld mee omhoog komt. En zich heel eenvoudig laat oppakken met mijn handen. Dat beest is uitgeput, die had de lijn niet kunnen breken (zit i.v.m. de vele takken met 33/100ste te vissen), en zou waarschijnlijk uiteindelijk een lullige dood gestorven zijn. 
 
In jubelstemming terug, van niets naar alles. En nog wat gevangen ook. Hoe zen is dat?!
 
 
Je hebt geen idee hoe blij is hier was, ik had 'm terug!!!

En dat alles veroorzaakt door zo'n klein visje van nog geen 50 cm, kan het nog steeds niet geloven.

 

* Heb de foto gemaakt nadat ik de hengel weer terug had, omdat ik toen al wist dat ik er iets in een blog/ verhaal mee wilde. Op het moment van ontdekking was dat niet mogelijk geweest, mijn gevoelens stuiterden tussen ongeloof en paniek.

donderdag 23 september 2021

Il dolce far niente

Elke zomer moet er wel ergens in een ver land een paar weken vakantiezon meegepikt worden, was het 'eeuwenlang' Frankrijk, de laatste jaren bevalt Italië beter. Althans voor dat zalige zoete nietsdoen in het land van La Dolce Vita. Geen land waar je je beter kunt overgeven aan, ja aan wat? Aan lanterfanten, lekker eten, cultuur oppikken, aan het gevoel te hebben dat niets moet en alleen maar mag, kortom vakantie. Dat spelletje hebben ze in mijn ogen daar nog iets beter door dan in de andere Mediterrane landen. 

Enig bijkomend nadeel, ik ben die vakantieperiode wel even verstoken van alles wat met actief vissen te maken heeft. Niet bijzonder erg, zo laadt de accu lekker op en al hoewel bij terugkeer de periode tot de kerst doorgaans nog maar een goeie 3 maanden is, heb ik doorgaans nog plannen voor een half jaar, of meer. Wat een luxe eigenlijk... Niet dat ik me qua vissen verveeld heb in Italië. Zo hebben we op campings in de buurt van een paar gekende karperwateren gestaan, zo kon ik lowpro goed bekijken of het de 1,5 dag rijden waard zou zijn. Ik moet zeggen, prima mogelijkheden, het kriebelt meer dan behoorlijk om eens terug te gaan zonder dame en met hengels. Wellicht ooit in een blog?

Italië is verder doorweven met eten, en daarmee vis, en dat kom je op allerlei manieren tegen in het straatbeeld, voor mij letterlijk onder het motto "niet gevist, toch wat gevangen". En dat het dan in 90% van de gevallen om de verbeelding van zeevis gaat dat boeit me dan even niet. Maar na drie weken 'niks doen' werd het toch helaas weer tijd om op huis aan te gaan, met voor mij het prettige bijverschijnsel dat een van de van de leukste tijden van het jaar te beginnen stond. Ik draaide me mentaal al warm. Elk jaar goed voor het extra schepje er boven op qua vangen, en daarmee ook beleven. 

 

Onder het motto: niet gevist, toch iets gevangen




Ik moet altijd een praatje maken met lokale vissers






Arrivedeci!

 

De terugreis was iets te zwaar, om reden van moest ik het grotendeels alleen doen. Met een hoop oponthoud onderweg en via Zwitserland waar slomo-rijden ingevoerd is ben je dan niet blij, en kom je dermate versleten terug dat de vakantie direct al verdwenen lijkt. Dat gekoppeld aan de virtuele klap in mijn gezicht van het weer arriveren in de grote stad en haar negatieve energieën, al die mensen dicht op elkaar en niet van de leukste soort, en de volgende dag al stond ik patsboem geparkeerd; de nazomerblues... 

Wat dat vissen te maken heeft? Nou best veel, want ik had direct ook geen zin meer in al die plannen, die direct een aanvang zouden moeten gaan nemen 24 uur nadat ik terug was (lees: de volgende nacht). Ben puur op karakter toch dat nachtje gaan maken - én omdat ik me daar toe verplicht voelde. Wilde het najaar gaan starten op een plek waar al een maand of twee door niemand gevist was, maar kreeg ergens in de laatste week in Italie het bericht dat een goeie bekende er een nacht vóór mij wilde doorhalen, het daarmee letterlijk af te romen. Toen hij hoorde wat mijn plannen waren was hij zo genereus op een ander water te starten, mij zo de ruimte gevend, zodat ik kon proberen goed te maken wat ik in het voorjaar had laten liggen. Zo zijn er maar weinig. Chapeau D! - maar zodra ik aan het water aankwam voelde ik dat het geen goed plan was geweest, er overviel me een zwaarte die slecht te omschrijven valt, maar die je, als je hem dan toch hebt, het best thuis op de bank kan ondergaan. Een combinatie van lijfelijk moe en mentaal somber. Gelukkig weet ik waar het aan ligt en heb ik de tools om er mee om te gaan, heeft wat tijd nodig. Maar op dat moment had ik daar weinig aan, ik moest door die nacht heen. Voer mijn bootje in alle haast van voor donker nog willen uitliggen nog in de takken aan de overkant vast, zag mezelf al zwemmen, maar dat liep alsnog na wat gepiel naar links, recht en achteruit met een sisser af. 

Midden in de nacht wat piepen. Bij checken van de hengel stond de boel snaarstrak, zonder beweging. Omdat ik aan voornoemde overkant strak tegen de kant viste zou er iets aan kunnen zitten, een brasem of zo? En na oppakken voelde dat ook zo, iets als een brasem in een bos wier. Het voelde zwaar aan, maar deed volstrekt niks, dat kon geen karper zijn. Tot vlak voor de kant waar het heel snel heel ondiep bleek te worden - afgesloten water en een droge zomer hadden hun tol geëist - en datgene wat er aan de ander kant van de lijn zat opeens niet verder mee mijn richting op kon, ik moest het gevaarte over de ondiepte gaan trekken. Dat gevaarte had daar geen zin, ontpopte zich - kortstondig - toch opeens als een karper. Het werd er uiteindelijk zo ondiep dat ik moeite had de vis te scheppen. Kreeg het net er niet onder. Kwam ook zeker door de hoogte van de vis. Een mooie, zo bleek, daar doen we het voor! Maar in het licht van mijn hoofdlamp zag ik het direct, deze had ik al. Dit voorjaar zelfs, als eerste hier. Toen furieus en hypersterk. Dat verhaal had ik in Ode aan het fluitekruid verwoord, maar dat is gesneuveld voor een andere blog (zie blog met titel 200!). Zo zie je maar. Deze dong toch naar publicatie. Na wegen bleek er ook het nodige aan gewicht verdwenen. Het voelde als een deceptie. Onterecht uiteraard, maar dat was de gemoedstoestand waarin ik me bevond. Heb er verder twee flitsfoto's op de mat van gemaakt en tabee. Geen zin in manvis-foto's, die had ik al. Dat gedoe met zakken etc. Daarbij was het hier te ondiep om dat fatsoenlijk zonder zorgen voor de stek te doen. Was ook dermate ongemotiveerd dat ik de hengel niet meer heb uitgevaren. Had nog een kans met de andere, dat was voldoende. Slecht geslapen daarna, al was het maar omdat de muggen me niet met rust lieten, ondanks de Junglejuice. Rond 06.00 opeens een streep van een run op de andere stok, en deze ging als een jekko, maar ik voelde al snel het gebrek aan massa. Omdat hier alleen maar spiegels zitten, kon het er dan ook alleen maar zo een zijn, maar welke? Deceptie 2... wat een lelijkaard, rare vlekken aan beide kanten, en ver beneden het gemiddelde hier. Ook van dit heertje alleen twee nachtelijke foto's op de mat en terug. Tot overmaat van ramp had ik die ochtend ook al direct het eerste digitale werkoverleg, dus moest ik in het donker al starten met inpakken en via de maandagochtendspits naar huis sjeesen. Normaal na de vangst van twee vissen met twee vingers in de neus een eitje, maar nu voelde dat anders. 

 

Daar lig je dan, voor de tweede keer in een paar maanden

Samen in betere tijden paar maanden ervoor, de hoogte is hier goed te zien

En nummer twee met een bijzonder vlekken patroon, aan beide kanten

 

In de aanvankelijke in Italië ontstane planning wilde ik het weekend er op naar Bijna Frankrijk voor zeelten, het weer was er prima voor, maar dat voelde als veel te veel hooi op mijn vork, dus sneuvelde dat al in de voorbereidingsfase. Dan maar mee met maat Rob, die ging lekker op grote voorn en barbeel vissen in een van de grote stromen van het land, niet al te ingewikkeld aanschuiven, ook wel eens lekker. Nadeel, om 04.30 al op, want hij wilde - terecht - op tijd aan het water zijn gezien de te verwachten drukte. Dat kon ik in deze toestand niet opbrengen, dus ik heb 'm bedankt voor zijn uitnodiging. En Rob is makkelijk, jammer, volgende keer beter. Fijn! Dat had ik even nodig, wat ruimte om vrij te manoeuvreren.

Omdat ik op de bewuste zondag na uitslapen toch iets wilde doen, en ook geen zin in andere zaken, ben ik lekker gaan pennen, met door de waterkeuze de zekerheid dat ik in elk geval wel íets zou gaan vangen. En dat klopte ook, maar dat is wel een 'beetje' uitleg waard. Het ging zeker niet van een leien dakje, maar haalde mij wel even uit de blues, opperste concentratie was nodig, met een prachtvis als reward, plus een heleboel openstaande vragen. Die heel wat waard zijn, want bij toekomstige invulling ervan zal ik weer wat blauwe puzzelstukjes gevonden hebben. Wat weten we eigenlijk nog maar weinig (althans ik, ben even heel bescheiden) van de onderwaterwereld, het is één grote aanname zolang we zelf geen vis zijn. Wat een geluk dat het toch vaak goed gaat, waarbij ik denk dat diegene die de beste aanname voor de situatie van dat moment heeft ook het meeste succes heeft. Of zonder het te beseffen alles goed doet voor en op dat moment.

Eens even kijken of ik een en ander goed kan verwoorden; na aankomst bij het water drie stekken gemaakt. Die een uurtje met rust gelaten. Dan zwerf ik wat door de omgeving, zo altijd weer op nieuwe ideeën komend, voor ooit. Dan de hengels klaarmaken, de een met een zoete maiskorrel-wormcombi, de andere met een voerveertje en een miniwafter, maar beiden met een pen erboven. Die vis ik dan naast elkaar. Doe ik al geruime tijd, ben er nog niet uit wat de beste methode is. Hooguit durf ik te stellen dat er per situatie wel een beste methode is, maar dat je dat bij aanvang nooit direct al weet. Nadat ik opnieuw bij het water aankom, nu met de hengelspullen, heb ik verderop eerst weer drie stekken gemaakt, die kunnen dan weer enige tijd inwateren. Beter dan 6 stekken in 1 keer, want dan loop je risico dat wanneer je bij stek zes komt de vissen al weer gevlogen zijn. Strategisch vissen dus. Geldt ook voor voerhoeveelheden. Andries Hoekstra doet daar in zijn blogs hele zinnige uitspraken over, dus ik ga die hier niet herhalen. Afijn, ik start op stek 1 na goed 1,5 uur vanaf het voermoment. Zie wat bellen en binnen 5 minuten trekt de pen (met de voerveer) weg. Al snel is het eerste schubje het bokje. Niet groot, verwacht ik hier ook niet, en dat hoeft vandaag ook niet. Die kan maar binnen zijn.

 

Binnen 5 minuten

 

Dan door naar stek 2, daar ook al wat bellers. Maar al heel snel blijkt dat hier flink wier op het talud staat. Ik kan doorlopen en de stek vergeten of even de hark pakken en de stek schonen en navoeren? Ik kies voor het laatste. Na dat gedaan te hebben naar stek 3. Die bevat geen actieve vis. En zo kom ik al snel bij stek 4,5 en 6 uit. Bij stek 6 is de pen waaronder de mais hangt al snel verdwenen, maar aan de rare beweging van de wegspurtende vis voel ik al dat het niet lekker zit, de haak zal ergens zitten waar dat niet bedoeld is. Nadeel van de hier gebruikte penmethode, met het lood op maar 10 cm van de haak, met de bedoeling opstekers uit te lokken, als onderdeel van het experiment, want de andere hengel met de voerveer is juist op een kleine meter overdiepte gezet. Elke keer blijkt het aasgedrag van de vis doorslaggevend te zijn voor een van de twee methoden, zie ook boven. Deze vis schiet dan ook los... een aangeslagen lijnzwemmer.

Terug naar stek 1 voor ronde twee. Die stek heeft geen actieve vis. Naar stek 2, daar waar ik geharkt heb. Ik weet niet wat ik zie, vier à 5 schuimsporen per moment, hier zijn ze optimaal bezig. Kat ik het bakkie! Dacht je.... na goed een uur vruchteloos proberen nog steeds geen aanbeet waar op te slaan valt, op geen van beider hengels. De maishengel ligt op de uiterste rand van de voerplek, die met de voerveer en overdiepte er midden in. Het mag allemaal niet baten. Er zijn wel wat verzwarende omstandigheden, zoals handicaps bij de golfsport; stevige oostenwind in de lengte van het water, en een gemaal dat werkt aan de kant van de richting van de windstroom en extra trekt. Daarbij is het wier aan het loslaten, dus dat komt in grote en kleine bossen in volle vaart langsstromen. Ik doe niets anders dan opnieuw inhalen, en opnieuw ingooien. Zeker met die voerveer (25gram plus het voer) zou je zeggen dat dat de rust op de stek niet ten goede zou komen, maar dat lijkt niet het geval, de vis laat zich door niks afschrikken. De pen met de mais kan op twee manieren beet aangeven; een opsteker en dan zit ie er in 99% van de gevallen aan, vandaar ook de gebruikte methodiek, of een wegtrekker, heel vaak een lijnzwemmer, ik sla alleen als alles strakzwemt. Die met de methodveer kan maar op 1 manier beet aangeven, de pen schiet weg, meestal rustig, maar zonder haperen. Ik was er al achter dat ook hier lijners kunnen voorkomen, - dus geen foolproofmethode, maar wel veel zekerder dan met een pen en een haak zonder voerveer. Meestal als er meerdere vissen over je voer schuiven, ze hebben dan meer ruimte nodig (en dat kun je ondervangen door dit aas ook op de rand te leggen, de meter overdiepte zorgt dan voor veel meer ruimte, maar ik doe dat doorgaans niet) - en dat is hier ook het geval, de pen schiet in dat uur twee keer weg en ik sla mis, de vis heel even verschrikkend, heel even. Extra handicap; ik heb klaarblijkelijk niet alle wier weten weg te harken, want bij verplicht ophalen als gevolg van het wier dat in het oppervlak door de lijn gaat (en nee, diep afzinken helpt niet voldoende, waarvoor zijn de bossen te groot en zit ik onhandig te hoog boven het water) blijkt regelmatig dat er ook wier aan de haak zit, en ik voel soms dat ik dat lostrekken moet. Maw de aaspresentatie is niet optimaal. Maar desondanks, met zoveel vis die niet af te schrikken is zou je toch verwachten dat ze een keer de fout in gaan? 

Pas na meer dan een uur weet ik er een te haken na een wegtrekker, op de voerveer, wat dacht je. De mais-worm combi krijgen gewoon geen aandacht, en ondanks dat ik ook mais gevoerd heb. Ik ben met de vangst zeer in mijn nopjes, maar heb sterk het gevoel dat ik deze gevangen heb ondanks in plaats van dankzij. Dat komt mede omdat ik na die vangst nog 1,5 uur doorgevist heb en er niet nog meer wist te haken. Het was gewoon toeval, zo lijkt het. Daar zat ik dan met al mijn kennis, volstrekt overbodig. Hersenkraker! En dat bij maagdelijke vissen. Ook nog eens. 

 

Dankzij of vandaag desondanks?

Een paar zaken die het vermelden waard zijn; ik voerde met partikels, allemaal kleine delen waar heel veel opnamemomenten voor nodig zijn willen ze het allemaal opruimen. Dus het kan knap druk worden als ze er zin in hebben. Daarbij bestond maar een heel klein deel van het voer uit hennep (2%), preoccupator van jewelste. Tijdens het vissen al met Andries geappt, hij heeft altijd goede ideeën als meesterpenvisser. Hij gaf aan dat hij dacht dat door het harken de vis aasde op het natuurlijk voedsel dat ik door dat harken vrijgemaakt zou kunnen hebben. Goed idee, en wellicht wel de aanzet tot dit aasgedrag, maar toch niet de gehele verklaring, want doordat het zo lang duurde kon ik ook wat experimenteren. Ik gooide soms een handje voer links of rechts en binnen een paar minuten kwam daar het centrum van de activiteit liggen, ze aasden dus wel degelijk óp het voer. Ook gaf hij aan dat door dat nog aanwezige wier en veel actieve karpers mijn aas binnen de koste keren voorzien was van plukken wier, de optimale aasaanbieding niet ten goede komend. En die ervaring heb ik ook, maar dat zou hier alleen voor de mais moeten opgaan (en inderdaad, geen positieve aanbeet op gehad), en tegelijkertijd ook niet want door het vele ophalen kon ik dat regelmatig checken en zo tijdig ontdoen van troep. Gezien het vele azen had er echt wel een moment geweest dat dat aas vrij was als er een vis boven kwam grazen. Daarbij, het vissen met die voerveer heeft als voordeel dat het een soort van sneeuwschoentje vormt, niet wegzakt, maar er bovenop blijft liggen met de wafter in het midden. Het enige dat ik rightaway kon verzinnen is dat de vissen met hun kop in de modder zaten en niet letten op wat er op lag, maar ook dat geloof ik niet. Heb te vaak meegemaakt dat wanneer dat het geval is je toch beet krijgt, binnen redelijke tijd. Er is daar niks te zien, alleen stofwolken, dus de vis aast met zijn receptoren en komt dan ook wel de voerdelen op de modder tegen. Daarbij, het opnieuw voeren lokte vrijwel direct respons uit. Voer dat aanvankelijk eerst ook op de laag terecht kwam, waar ik dan tussen lag met mijn aas en wellicht pas na wroeten in die modder terecht kwam. En, door al dat inhalen en opnieuw ingooien moest ik de voerveer ook telkens opnieuw vullen, en aan het eind van de vissessie was de bodem daarvan in zicht. Met ander woorden, ik had er het nodige van ingegooid. Daar had zeker ook een eigen preoccupatie op kunnen plaatsvinden die had kunnen culmineren in extra aandacht voor het voer op die voerveer, maar nee. Als laatste; die vaart is onlangs uitgebaggerd en bestaat uit Hollandse klei, dus er ligt geen vele decimeters diepe sliblaag waardoor de vis niks kan zien of ervaren, alleen voelen op diepte in die laag, daarmee een hoop verklarend.  En wat te bedenken van al die momenten dit voorjaar dat ik hier op dezelfde plekken met dezelfde 2 hengelaanpak per stek doorgaans zonder al te veel gedoe binnen het kwartier een vis ving, gewoon beet en hangen? Het enige wat daarvan heeft afgeweken is het harken. Allemaal aannames en allemaal zoeken, maar geen van de oplossingen/ ideeën is sluitend. In elk geval ging ik aardig verfrist op huis aan. Dat gevoel vasthoudend in de dagen erna. What's next? 

 

Next? In elk geval konden we de zomer met een forse klap erop nog even kort optimaal prettig beleven, en qua vissen zien we wel, rustig aan voorlopig, met de verlangde zuidwesten winden al in de weersvoorspelling.


Bij het redigeren van bovenstaande tekst zet ik Secrets of the Beehive van David Silvian op, een prachtig album uit 1987 waarvan niet geheel toevallig het openingsnummer September heet. Een heerlijk album vol met meeslepende melancholieke gelukzaligheid, ik lach en ik besef, de weg naar boven is weer voldoende ingezet.