donderdag 23 september 2021

Il dolce far niente

Elke zomer moet er wel ergens in een ver land een paar weken vakantiezon meegepikt worden, was het 'eeuwenlang' Frankrijk, de laatste jaren bevalt Italië beter. Althans voor dat zalige zoete nietsdoen in het land van La Dolce Vita. Geen land waar je je beter kunt overgeven aan, ja aan wat? Aan lanterfanten, lekker eten, cultuur oppikken, aan het gevoel te hebben dat niets moet en alleen maar mag, kortom vakantie. Dat spelletje hebben ze in mijn ogen daar nog iets beter door dan in de andere Mediterrane landen. 

Enig bijkomend nadeel, ik ben die vakantieperiode wel even verstoken van alles wat met actief vissen te maken heeft. Niet bijzonder erg, zo laadt de accu lekker op en al hoewel bij terugkeer de periode tot de kerst doorgaans nog maar een goeie 3 maanden is, heb ik doorgaans nog plannen voor een half jaar, of meer. Wat een luxe eigenlijk... Niet dat ik me qua vissen verveeld heb in Italië. Zo hebben we op campings in de buurt van een paar gekende karperwateren gestaan, zo kon ik lowpro goed bekijken of het de 1,5 dag rijden waard zou zijn. Ik moet zeggen, prima mogelijkheden, het kriebelt meer dan behoorlijk om eens terug te gaan zonder dame en met hengels. Wellicht ooit in een blog?

Italië is verder doorweven met eten, en daarmee vis, en dat kom je op allerlei manieren tegen in het straatbeeld, voor mij letterlijk onder het motto "niet gevist, toch wat gevangen". En dat het dan in 90% van de gevallen om de verbeelding van zeevis gaat dat boeit me dan even niet. Maar na drie weken 'niks doen' werd het toch helaas weer tijd om op huis aan te gaan, met voor mij het prettige bijverschijnsel dat een van de van de leukste tijden van het jaar te beginnen stond. Ik draaide me mentaal al warm. Elk jaar goed voor het extra schepje er boven op qua vangen, en daarmee ook beleven. 

 

Onder het motto: niet gevist, toch iets gevangen




Ik moet altijd een praatje maken met lokale vissers






Arrivedeci!

 

De terugreis was iets te zwaar, om reden van moest ik het grotendeels alleen doen. Met een hoop oponthoud onderweg en via Zwitserland waar slomo-rijden ingevoerd is ben je dan niet blij, en kom je dermate versleten terug dat de vakantie direct al verdwenen lijkt. Dat gekoppeld aan de virtuele klap in mijn gezicht van het weer arriveren in de grote stad en haar negatieve energieën, al die mensen dicht op elkaar en niet van de leukste soort, en de volgende dag al stond ik patsboem geparkeerd; de nazomerblues... 

Wat dat vissen te maken heeft? Nou best veel, want ik had direct ook geen zin meer in al die plannen, die direct een aanvang zouden moeten gaan nemen 24 uur nadat ik terug was (lees: de volgende nacht). Ben puur op karakter toch dat nachtje gaan maken - én omdat ik me daar toe verplicht voelde. Wilde het najaar gaan starten op een plek waar al een maand of twee door niemand gevist was, maar kreeg ergens in de laatste week in Italie het bericht dat een goeie bekende er een nacht vóór mij wilde doorhalen, het daarmee letterlijk af te romen. Toen hij hoorde wat mijn plannen waren was hij zo genereus op een ander water te starten, mij zo de ruimte gevend, zodat ik kon proberen goed te maken wat ik in het voorjaar had laten liggen. Zo zijn er maar weinig. Chapeau D! - maar zodra ik aan het water aankwam voelde ik dat het geen goed plan was geweest, er overviel me een zwaarte die slecht te omschrijven valt, maar die je, als je hem dan toch hebt, het best thuis op de bank kan ondergaan. Een combinatie van lijfelijk moe en mentaal somber. Gelukkig weet ik waar het aan ligt en heb ik de tools om er mee om te gaan, heeft wat tijd nodig. Maar op dat moment had ik daar weinig aan, ik moest door die nacht heen. Voer mijn bootje in alle haast van voor donker nog willen uitliggen nog in de takken aan de overkant vast, zag mezelf al zwemmen, maar dat liep alsnog na wat gepiel naar links, recht en achteruit met een sisser af. 

Midden in de nacht wat piepen. Bij checken van de hengel stond de boel snaarstrak, zonder beweging. Omdat ik aan voornoemde overkant strak tegen de kant viste zou er iets aan kunnen zitten, een brasem of zo? En na oppakken voelde dat ook zo, iets als een brasem in een bos wier. Het voelde zwaar aan, maar deed volstrekt niks, dat kon geen karper zijn. Tot vlak voor de kant waar het heel snel heel ondiep bleek te worden - afgesloten water en een droge zomer hadden hun tol geëist - en datgene wat er aan de ander kant van de lijn zat opeens niet verder mee mijn richting op kon, ik moest het gevaarte over de ondiepte gaan trekken. Dat gevaarte had daar geen zin, ontpopte zich - kortstondig - toch opeens als een karper. Het werd er uiteindelijk zo ondiep dat ik moeite had de vis te scheppen. Kreeg het net er niet onder. Kwam ook zeker door de hoogte van de vis. Een mooie, zo bleek, daar doen we het voor! Maar in het licht van mijn hoofdlamp zag ik het direct, deze had ik al. Dit voorjaar zelfs, als eerste hier. Toen furieus en hypersterk. Dat verhaal had ik in Ode aan het fluitekruid verwoord, maar dat is gesneuveld voor een andere blog (zie blog met titel 200!). Zo zie je maar. Deze dong toch naar publicatie. Na wegen bleek er ook het nodige aan gewicht verdwenen. Het voelde als een deceptie. Onterecht uiteraard, maar dat was de gemoedstoestand waarin ik me bevond. Heb er verder twee flitsfoto's op de mat van gemaakt en tabee. Geen zin in manvis-foto's, die had ik al. Dat gedoe met zakken etc. Daarbij was het hier te ondiep om dat fatsoenlijk zonder zorgen voor de stek te doen. Was ook dermate ongemotiveerd dat ik de hengel niet meer heb uitgevaren. Had nog een kans met de andere, dat was voldoende. Slecht geslapen daarna, al was het maar omdat de muggen me niet met rust lieten, ondanks de Junglejuice. Rond 06.00 opeens een streep van een run op de andere stok, en deze ging als een jekko, maar ik voelde al snel het gebrek aan massa. Omdat hier alleen maar spiegels zitten, kon het er dan ook alleen maar zo een zijn, maar welke? Deceptie 2... wat een lelijkaard, rare vlekken aan beide kanten, en ver beneden het gemiddelde hier. Ook van dit heertje alleen twee nachtelijke foto's op de mat en terug. Tot overmaat van ramp had ik die ochtend ook al direct het eerste digitale werkoverleg, dus moest ik in het donker al starten met inpakken en via de maandagochtendspits naar huis sjeesen. Normaal na de vangst van twee vissen met twee vingers in de neus een eitje, maar nu voelde dat anders. 

 

Daar lig je dan, voor de tweede keer in een paar maanden

Samen in betere tijden paar maanden ervoor, de hoogte is hier goed te zien

En nummer twee met een bijzonder vlekken patroon, aan beide kanten

 

In de aanvankelijke in Italië ontstane planning wilde ik het weekend er op naar Bijna Frankrijk voor zeelten, het weer was er prima voor, maar dat voelde als veel te veel hooi op mijn vork, dus sneuvelde dat al in de voorbereidingsfase. Dan maar mee met maat Rob, die ging lekker op grote voorn en barbeel vissen in een van de grote stromen van het land, niet al te ingewikkeld aanschuiven, ook wel eens lekker. Nadeel, om 04.30 al op, want hij wilde - terecht - op tijd aan het water zijn gezien de te verwachten drukte. Dat kon ik in deze toestand niet opbrengen, dus ik heb 'm bedankt voor zijn uitnodiging. En Rob is makkelijk, jammer, volgende keer beter. Fijn! Dat had ik even nodig, wat ruimte om vrij te manoeuvreren.

Omdat ik op de bewuste zondag na uitslapen toch iets wilde doen, en ook geen zin in andere zaken, ben ik lekker gaan pennen, met door de waterkeuze de zekerheid dat ik in elk geval wel íets zou gaan vangen. En dat klopte ook, maar dat is wel een 'beetje' uitleg waard. Het ging zeker niet van een leien dakje, maar haalde mij wel even uit de blues, opperste concentratie was nodig, met een prachtvis als reward, plus een heleboel openstaande vragen. Die heel wat waard zijn, want bij toekomstige invulling ervan zal ik weer wat blauwe puzzelstukjes gevonden hebben. Wat weten we eigenlijk nog maar weinig (althans ik, ben even heel bescheiden) van de onderwaterwereld, het is één grote aanname zolang we zelf geen vis zijn. Wat een geluk dat het toch vaak goed gaat, waarbij ik denk dat diegene die de beste aanname voor de situatie van dat moment heeft ook het meeste succes heeft. Of zonder het te beseffen alles goed doet voor en op dat moment.

Eens even kijken of ik een en ander goed kan verwoorden; na aankomst bij het water drie stekken gemaakt. Die een uurtje met rust gelaten. Dan zwerf ik wat door de omgeving, zo altijd weer op nieuwe ideeën komend, voor ooit. Dan de hengels klaarmaken, de een met een zoete maiskorrel-wormcombi, de andere met een voerveertje en een miniwafter, maar beiden met een pen erboven. Die vis ik dan naast elkaar. Doe ik al geruime tijd, ben er nog niet uit wat de beste methode is. Hooguit durf ik te stellen dat er per situatie wel een beste methode is, maar dat je dat bij aanvang nooit direct al weet. Nadat ik opnieuw bij het water aankom, nu met de hengelspullen, heb ik verderop eerst weer drie stekken gemaakt, die kunnen dan weer enige tijd inwateren. Beter dan 6 stekken in 1 keer, want dan loop je risico dat wanneer je bij stek zes komt de vissen al weer gevlogen zijn. Strategisch vissen dus. Geldt ook voor voerhoeveelheden. Andries Hoekstra doet daar in zijn blogs hele zinnige uitspraken over, dus ik ga die hier niet herhalen. Afijn, ik start op stek 1 na goed 1,5 uur vanaf het voermoment. Zie wat bellen en binnen 5 minuten trekt de pen (met de voerveer) weg. Al snel is het eerste schubje het bokje. Niet groot, verwacht ik hier ook niet, en dat hoeft vandaag ook niet. Die kan maar binnen zijn.

 

Binnen 5 minuten

 

Dan door naar stek 2, daar ook al wat bellers. Maar al heel snel blijkt dat hier flink wier op het talud staat. Ik kan doorlopen en de stek vergeten of even de hark pakken en de stek schonen en navoeren? Ik kies voor het laatste. Na dat gedaan te hebben naar stek 3. Die bevat geen actieve vis. En zo kom ik al snel bij stek 4,5 en 6 uit. Bij stek 6 is de pen waaronder de mais hangt al snel verdwenen, maar aan de rare beweging van de wegspurtende vis voel ik al dat het niet lekker zit, de haak zal ergens zitten waar dat niet bedoeld is. Nadeel van de hier gebruikte penmethode, met het lood op maar 10 cm van de haak, met de bedoeling opstekers uit te lokken, als onderdeel van het experiment, want de andere hengel met de voerveer is juist op een kleine meter overdiepte gezet. Elke keer blijkt het aasgedrag van de vis doorslaggevend te zijn voor een van de twee methoden, zie ook boven. Deze vis schiet dan ook los... een aangeslagen lijnzwemmer.

Terug naar stek 1 voor ronde twee. Die stek heeft geen actieve vis. Naar stek 2, daar waar ik geharkt heb. Ik weet niet wat ik zie, vier à 5 schuimsporen per moment, hier zijn ze optimaal bezig. Kat ik het bakkie! Dacht je.... na goed een uur vruchteloos proberen nog steeds geen aanbeet waar op te slaan valt, op geen van beider hengels. De maishengel ligt op de uiterste rand van de voerplek, die met de voerveer en overdiepte er midden in. Het mag allemaal niet baten. Er zijn wel wat verzwarende omstandigheden, zoals handicaps bij de golfsport; stevige oostenwind in de lengte van het water, en een gemaal dat werkt aan de kant van de richting van de windstroom en extra trekt. Daarbij is het wier aan het loslaten, dus dat komt in grote en kleine bossen in volle vaart langsstromen. Ik doe niets anders dan opnieuw inhalen, en opnieuw ingooien. Zeker met die voerveer (25gram plus het voer) zou je zeggen dat dat de rust op de stek niet ten goede zou komen, maar dat lijkt niet het geval, de vis laat zich door niks afschrikken. De pen met de mais kan op twee manieren beet aangeven; een opsteker en dan zit ie er in 99% van de gevallen aan, vandaar ook de gebruikte methodiek, of een wegtrekker, heel vaak een lijnzwemmer, ik sla alleen als alles strakzwemt. Die met de methodveer kan maar op 1 manier beet aangeven, de pen schiet weg, meestal rustig, maar zonder haperen. Ik was er al achter dat ook hier lijners kunnen voorkomen, - dus geen foolproofmethode, maar wel veel zekerder dan met een pen en een haak zonder voerveer. Meestal als er meerdere vissen over je voer schuiven, ze hebben dan meer ruimte nodig (en dat kun je ondervangen door dit aas ook op de rand te leggen, de meter overdiepte zorgt dan voor veel meer ruimte, maar ik doe dat doorgaans niet) - en dat is hier ook het geval, de pen schiet in dat uur twee keer weg en ik sla mis, de vis heel even verschrikkend, heel even. Extra handicap; ik heb klaarblijkelijk niet alle wier weten weg te harken, want bij verplicht ophalen als gevolg van het wier dat in het oppervlak door de lijn gaat (en nee, diep afzinken helpt niet voldoende, waarvoor zijn de bossen te groot en zit ik onhandig te hoog boven het water) blijkt regelmatig dat er ook wier aan de haak zit, en ik voel soms dat ik dat lostrekken moet. Maw de aaspresentatie is niet optimaal. Maar desondanks, met zoveel vis die niet af te schrikken is zou je toch verwachten dat ze een keer de fout in gaan? 

Pas na meer dan een uur weet ik er een te haken na een wegtrekker, op de voerveer, wat dacht je. De mais-worm combi krijgen gewoon geen aandacht, en ondanks dat ik ook mais gevoerd heb. Ik ben met de vangst zeer in mijn nopjes, maar heb sterk het gevoel dat ik deze gevangen heb ondanks in plaats van dankzij. Dat komt mede omdat ik na die vangst nog 1,5 uur doorgevist heb en er niet nog meer wist te haken. Het was gewoon toeval, zo lijkt het. Daar zat ik dan met al mijn kennis, volstrekt overbodig. Hersenkraker! En dat bij maagdelijke vissen. Ook nog eens. 

 

Dankzij of vandaag desondanks?

Een paar zaken die het vermelden waard zijn; ik voerde met partikels, allemaal kleine delen waar heel veel opnamemomenten voor nodig zijn willen ze het allemaal opruimen. Dus het kan knap druk worden als ze er zin in hebben. Daarbij bestond maar een heel klein deel van het voer uit hennep (2%), preoccupator van jewelste. Tijdens het vissen al met Andries geappt, hij heeft altijd goede ideeën als meesterpenvisser. Hij gaf aan dat hij dacht dat door het harken de vis aasde op het natuurlijk voedsel dat ik door dat harken vrijgemaakt zou kunnen hebben. Goed idee, en wellicht wel de aanzet tot dit aasgedrag, maar toch niet de gehele verklaring, want doordat het zo lang duurde kon ik ook wat experimenteren. Ik gooide soms een handje voer links of rechts en binnen een paar minuten kwam daar het centrum van de activiteit liggen, ze aasden dus wel degelijk óp het voer. Ook gaf hij aan dat door dat nog aanwezige wier en veel actieve karpers mijn aas binnen de koste keren voorzien was van plukken wier, de optimale aasaanbieding niet ten goede komend. En die ervaring heb ik ook, maar dat zou hier alleen voor de mais moeten opgaan (en inderdaad, geen positieve aanbeet op gehad), en tegelijkertijd ook niet want door het vele ophalen kon ik dat regelmatig checken en zo tijdig ontdoen van troep. Gezien het vele azen had er echt wel een moment geweest dat dat aas vrij was als er een vis boven kwam grazen. Daarbij, het vissen met die voerveer heeft als voordeel dat het een soort van sneeuwschoentje vormt, niet wegzakt, maar er bovenop blijft liggen met de wafter in het midden. Het enige dat ik rightaway kon verzinnen is dat de vissen met hun kop in de modder zaten en niet letten op wat er op lag, maar ook dat geloof ik niet. Heb te vaak meegemaakt dat wanneer dat het geval is je toch beet krijgt, binnen redelijke tijd. Er is daar niks te zien, alleen stofwolken, dus de vis aast met zijn receptoren en komt dan ook wel de voerdelen op de modder tegen. Daarbij, het opnieuw voeren lokte vrijwel direct respons uit. Voer dat aanvankelijk eerst ook op de laag terecht kwam, waar ik dan tussen lag met mijn aas en wellicht pas na wroeten in die modder terecht kwam. En, door al dat inhalen en opnieuw ingooien moest ik de voerveer ook telkens opnieuw vullen, en aan het eind van de vissessie was de bodem daarvan in zicht. Met ander woorden, ik had er het nodige van ingegooid. Daar had zeker ook een eigen preoccupatie op kunnen plaatsvinden die had kunnen culmineren in extra aandacht voor het voer op die voerveer, maar nee. Als laatste; die vaart is onlangs uitgebaggerd en bestaat uit Hollandse klei, dus er ligt geen vele decimeters diepe sliblaag waardoor de vis niks kan zien of ervaren, alleen voelen op diepte in die laag, daarmee een hoop verklarend.  En wat te bedenken van al die momenten dit voorjaar dat ik hier op dezelfde plekken met dezelfde 2 hengelaanpak per stek doorgaans zonder al te veel gedoe binnen het kwartier een vis ving, gewoon beet en hangen? Het enige wat daarvan heeft afgeweken is het harken. Allemaal aannames en allemaal zoeken, maar geen van de oplossingen/ ideeën is sluitend. In elk geval ging ik aardig verfrist op huis aan. Dat gevoel vasthoudend in de dagen erna. What's next? 

 

Next? In elk geval konden we de zomer met een forse klap erop nog even kort optimaal prettig beleven, en qua vissen zien we wel, rustig aan voorlopig, met de verlangde zuidwesten winden al in de weersvoorspelling.


Bij het redigeren van bovenstaande tekst zet ik Secrets of the Beehive van David Silvian op, een prachtig album uit 1987 waarvan niet geheel toevallig het openingsnummer September heet. Een heerlijk album vol met meeslepende melancholieke gelukzaligheid, ik lach en ik besef, de weg naar boven is weer voldoende ingezet.