dinsdag 24 december 2024

Spiegel(s) voor de Ziel

De decemberblog staat tegenwoordig doorgaans in het teken van terugkijken, niet al te ver, slechts een jaartje. Ga ik nu ook weer doen, en ook alweer niet al te dramatisch, gewoon een beetje grasduinen in de vanzelf ontstane gegevens. 

Snel gezegd niet op zeelt gevist, ook niet op baars, 1 sessie gericht op graskarper, idem brasem. Snoek; wat is dat? Alles wat de klok sloeg was en is karper. Karper, karper, karper, word er soms gek van. Doorgaans gelukkig gek, dat dan weer wel. 
Ondanks dat ik niet heel veel meer sessies gemaakt heb dan eerdere jaren, zeg 15%, (maar wat zeker scheelt, wel vrijwel allemaal op karper) is de hoeveelheid gevangen vissen echt giga toegenomen. Heb er dit jaar 168. Dat is leuk natuurlijk, maar an sich is dat slechts een getal, net als de gewichten van de vissen. Boeien! Slecht ík kan voor mezelf daar waarde aan verbinden. Vond alleen wel dat er wel erg veel lossers te noteren waren met de pen dit jaar (met vastloodsystemen is dat teruggebracht tot slechts enkele stuks per jaar, al jaren) en ik ben dat uit gaan zoeken. 
Wat is een losser? Dat is een vis die ergens in de dril loskomt van de haak, doorgaans omdat hij vals gehaakt is buiten de bek omdat er geslagen is op een schijnbare aanbeet, maar soms ook een losgeschoten haak uit de bek omdat er toch vreemde krachten kunnen staan op zo'n haak. Een goede hengel heeft dempend vermogen (naast kracht) waarmee de plotselinge tempoverschillen van een wegspurtende vis opgevangen kunnen worden, en zelfs geblokt wanneer gewenst. Er zijn hengels die ergens in de buiging op slot gaan, gebrek aan demping hebben, en daardoor geen toenemende kracht meer kunnen opvangen. Gevolg; een patstelling waarbij iets het moet begeven, doorgaans de haak in de bek. Zo'n haak kan overal zitten met penvissen, in tegenstelling tot statisch vissen, daar zit een stuur op. Het gekke is, dat beleef je als visser dus niet, dat op slot gaan, je beleeft slechts de zoveelste losser. Goede merken hebben daar weinig tot geen last van, ik denk aan Century, New Sealand en Sportex. 
Even terug naar dit jaar. Naast 98 karpers op de pen mocht ik ook 26 lossers incasseren. Dat is 1 op 4. Vergeleken met 2023 waarbij ik 49 karpers met de pen ving en maar 5 lossers had een veel te grote toename. Inzoomend op het geheel bleek er 1 hengel debet te zijn aan dat grote aantal, met 17 lossers tegenover 9 samen voor de overige drie (ook al fors) was er iets aan de hand. Het bevestigde wel mijn vermoeden dat ik al een paar keer gehad had tijdens de dril, er miste daar iets. De kogel is al bijna door de kerk, deze hengel gaat tzt op MP, voor mij niet de juiste stok, maar ik weet zeker dat anderen met een andere drilwijze op andere wateren er veel minder tot geen last van zullen hebben. Betekend ook dat ik weer op zoek moet, al heeft zich al wel een andere 'kandidaat' aangediend, wellicht later meer daarover, ergens in 2025. Al is de kans op snelle vervanging niet heel groot; de aanbieder blijkt een ongeïnteresseerde ongeletterde met eurotekens in zijn ogen... maar er zijn meer opties. 
Ik realiseer me ook dat ik dus (te) vaak geslagen heb op schijnbare aanbeten. Heb daar al vaak met Andries over van gedachten gewisseld, en we hebben ook regelmatig bij elkaar gezeten als de ander een aanbeet kreeg. In die zin doe ik niets anders, ben ook een lange wachter, zeker niet iemand van het rammen op flitsende aanbeten. Je moet leren een aanbeet te lezen. Dat stukje kan dus ook pech zijn. Want al veel geëxperimenteerd met de plaatsing van het onderste loodje, dat de afstand tussen omhooglopende lijn en het aas bepaald, en daarmee de theoretische kans op oppikken van de lijn door een grote vis, plus plaatsing van het geheel t.o.v. de voerplek en aanzwemroute, ook daarmee is te spelen. Het maakte allemaal niet uit. Meestal gaat het goed, maar dit jaar is extreem in negatieve zin. Het zei zo, kan alleen aan mijn kant er qua materiaal zo goed mogelijk op anticiperen. O, wat mis ik mijn carbon kevlar sportex, de wond staat nog wagenwijd open. 


Een buikschub van een kleinere karper: los...

10 minuten later hetzelfde verhaal, maar nu van een volwassen karper.
(Het loodje is naar beneden geschoven met aanslaan,
anders denken jullie; geen wonder dat ie zoveel vals gehaakte vissen heeft.)

Uiteindelijk kwam het toch nog goed op dezelfde stek, in dezelfde sessie

Inmiddels meer dan ingebed in de Goudse omgeving is de aanvankelijke onrust verdwenen, maak ik weer op basis van gevoel en onbewuste behoefte in alle innerlijke rust mijn keus in waar doorgaans te vissen (en daarmee hoe). Als een kind op de kermis. Overal prikkels. En tegelijkertijd. Heerlijk. Hoorde daar laatst een mooie spreuk over in een film, van iemand die van zichzelf moest veranderen omdat hij er ogenschijnlijk een puinhoop van maakte. Hij werd in die (eigenlijk valse) behoefte teruggefloten door een ander die hem goed kende: "But than you loose the joy of chaos and random". Die kwam binnen, was heel herkenbaar. Zou zonde zijn! 

Ik maak naast een losse jaarplanning, om te voorkomen dat ik achter de tijd aanhol en te weinig doe wat ik essentieel acht, ook seizoensplanningen, als tijdelijke richtlijn. Dat zijn meer kattenbelletjes, minilijstjes, niets dwingend, maar om te focussen op speciale "projectjes". En vink dan letterlijk af. Zo komt dat aan bod wat anders niet boven komt drijven in de veelheid en mij toch óók voldoening geeft. 

Ondanks het enorme areaal aan extra water en de toenemende kennis ervan ben ik toch vaak terug te vinden in voor mij bekende polders, simpelweg door de combi prettig om er te zijn en een interessante (al dan niet zelf gecreeërde) visstand. Maak voor mezelf dan wel wat subdoelen. Wil per polder dan een x aantal vissen vangen, en als dat niet gelukt is (om wat voor reden dan ook) ga ik in het najaar nog wel eens terug om te kijken of het dan wél kan, doorgaans met voldoende resultaat. Maar niet altijd, sommige systemen zijn lastiger te 'kraken'. Diverse polders staan nog op nul, en dat is dan reden te meer om ze te gaan opnemen in de (ogenschijnlijke) chaos and random aanpak. Geraak ik er vanzelf een keer 'binnen'.
Een voorbeeld van hoe het kan; dit voorjaar bevond ik mij in april op een zeer bekend poldersysteem wetend dat de vis hier vroeg vertrekt uit de winterzones. Na wat aanvoeren en afwachten op een strategische plek op een mooie vroege lentedag werd het tijd om te vissen, waarvan akte. Ik wist niet wat mij daarna overkwam, binnen het uur drie voor hier meer dan behoorlijke vissen. Dan denk je dat je de code gekraakt hebt. Het grote vangen kan beginnen. Ben er dat voorjaar en die zomer nog 6 x terug geweest, heb er geen beet meer gehad. (Alles met de pen.) Omdat ik het water goed ken weet ik dat er in het najaar een moment komt dat de oogkleppen afgaan en ze even in vreetmodus gaan, althans als je er bij kunt, want de vis weet inmiddels ook wel dat het aan de oever waar ik kan komen niet altijd veilig is, ze liggen dan ook en masse net buiten bereik van een penhengel. Daar anticipeer ik op door aan de 'overkant' flink te voeren en later terug te komen met statische hengels. Resultaat: in 1 middag en twee korte ochtendje gelijk genoeg gevangen om in elke geval de herfst als geslaagd te bestempelen, los van wat er nog kon komen. 

Heb dit jaar daarnaast het nodige geïnvesteerd in voornoemd nieuw water. Krijg de vele mogelijkheden niet opgevist in dit leven vermoed ik. Pure luxe. En ik sla nog hele gebieden over, gewoon teveel allemaal. Ondanks dat er zeer interessante bestanden op zwemmen. In cijfers: op 53 (zonder Frankrijk) systemen gevist, en op 34 wat gevangen. In 90% van de gevallen instant. Geeft mij een tevreden gevoel. 

Dat betekend dat ik op 19 systemen niks gevangen heb. Niet altijd nieuw water, maar doorgaans wel. Doe regelmatig een (losseflodder)sessie na wat mooi resultaat op bekend terrein waarbij de ziel gevoed is. Gewoon om er even te zijn, en ter plekke te voelen of het zin heeft verder door te zetten. Bij een eerste blank ben ik dan doorgaans weer direct weg, maar ik blijf ergens in de periferie wel voeling houden tot het juiste moment, ooit. Zo dijen kennis en mogelijkheden steeds meer uit. 


Een van de vele polders waar ik niet aan toekom, ondanks kennis.
Ik hoop op nog een lang en gezond leven. 

En over Gouda gesproken, wederom is het schrapen voor een visje geweest. Maar we gaan vooruit, dit keer zelfs 4 vissen op de Singels in minder uren. Daarbij weer wat prachtvissen in de wijken er om heen. Geenszins ontevreden, zeker als je weet dat van de 6 dit jaar gevangen 20-ponders met de pen er twee uit Gouda komen. En met ook dit jaar vele uitgezette vissen in het Goudse heb ik goeie hoop op een blijvend vissige toekomst (zolang de politiek blijft meewerken, ook in Gouda is het woord dierenwelzijn en wat dat voor negatiefs voor ons oplevert politiek hot). 

In de start van de nazomer een tijdelijke verzadiging, vlak voor de "grote" vakantie, maar alleen die onthechting was al voldoende om na terugkeer weer gewoon de draad op te pakken. Het liep op rolletjes, eigenlijk tot half november, toen ervoer ik een dip in de visserij. Zowel het vissen zelf stagneerde, als de vangsten, als mijn focus. Wat is dat dan, stagnatie? Zal ik met wat cijfers verduidelijken: op 17-11 een losser en een lijnbreuk (pen); op 24-11 een losser (pen); op 28-11 een misser van zeker weten karper, en een losser (pen): op 1-12 zowaar 2 karpers (statisch); op 16-12 een minischub en een losser (statisch); op 17-12 ook een misser met grote kolk en een losser. Op een gegeven moment gaat het aan je knagen, maar het weekend van de 21ste en 22ste van ik er zomaar 5 (allen pen) onder het motto: beet is hangen en hangen is vangen, en weet ik dat de antiflow weer verdwenen is. We zitten tegen het nieuwe jaar aan, ik voel dat 2025 weer nieuw elan gaat brengen. 


Op 22 december deze prachtschub. Had die dag op drie wateren een karper, bye Murphy. 


Maar waar het mij echt om gaat, zeker laatste jaren, leuk hoor al die aantallen en gewichten, is de telkens weer terugkerende vraag; "wat heb ik dit keer in mijn net liggen?" Moet zeggen, ben echt heel vaak meer dan verrast geweest, met stomheid geslagen soms, regelmatig zooooo mooi dat ik moeite had met terugzetten. Daarmee Spiegels voor de Ziel vormend, mijn muzen. Een echt kroonjuwelenjaar.

(Een paar heb ik al eerder getoond dit jaar, maar beter teveel dan te weinig. Ook heb ik al eerder echte parels laten zien die hier prima ook bijgekund hadden, maar laten we niet overdrijven. )












Ik kon en kan niet kiezen, beide kanten magistraal











En over de ziel gesproken, die gevoed moet worden, niet alleen met beeld maar ook met woord. Zeer recentelijk overleed de oudste zus van mijn moeder vijf weken van haar 100ste verjaardag verwijderd, en tijdens de herdenkingsceremonie werd er een gedicht van haar vader (mijn opa) voorgedragen, die bleek schriften vol met poëzie te hebben geschreven. Past goed bij deze tijd van de zonnewende. Op naar het licht, naar een nieuw jaar!

(Even voor de kontekst; mijn opa woonde in een grote oude boerderij tussen de appel- en perenboomgaarden in de Bommelerwaard tussen de grote rivieren, dus daar deed hij ook de indrukken op weergegeven in het gedicht.)



DE JAARGETIJDEN!

Weer is een zomer heengegaan
Met licht en heldere luchten. 
Met voog'lenlied en fleur en kleur
Met feesttooi en met bloemengeur
Een keur aan oogt en vruchten. 

Nu raast de stom weer over 't veld
En najaarsbuien komen.
Dan staat weer bladerloos het hout
En giert de regen door het woud
Bij het wassen van de stromen. 

Zo vlieden onze dagen weg
Gelijk de jaargetijden
Ontluiken, bloeien en vergaan
Is 't kenmerk van ons kort bestaan
Bij droefheid en verblijden;

Wie deze spreuk tot leidraad houdt
In al zijn levensdagen
Wordt, wat hem ook overkomen zal,
Toch nooit geheel verslagen. 

Blijf daarom hopen sterveling
Houdt moed, ook bij Uw treuren
Laat nooit U overmeest'ren van
Het lot, dat spoedig keren kan
Wat er ook moog' gebeuren. 

Want altijd heeft, na donkere nacht,
De zon weer warmte en licht gebracht!

Arie Brugmans
(18 juni 1900- 13 augustus 1993)



Aan zo'n gedicht kan ik me persoonlijke behoorlijk optrekken, mijn demonen zijn maximaal niet meer dan antracietgrijs. Dat geldt niet voor iedereen helaas. Daarom draag ik deze woorden posthum op aan Mister Vortex, Arjen Verkoelen, voor wie het lijden en treuren ondragelijk werd in deze donkere maand december.  May he rest in peace.