dinsdag 21 januari 2025

Een vlucht regenwulpen

Ik bevind mij langs een van mijn favoriete polderweggetjes. Zo vertrouwd dat beeld met die bomen en boerderijen aan weerszijden. Ken elke boer die er aan woont. Moet ook wel, want ik vis er met regelmaat, al sinds de 90er jaren, en ik wil overal kunnen komen, dan moet je inderdaad, en met liefde, de boer op. Vorig jaar (2024) was hier een minder visjaar, zowel qua bezoekfrequentie als vangsten. Al heeft dat nuance nodig, er kwam wel zomaar en kompleet onverwacht een totaal onbekende lenteBEER uit die mijn prille visvoorjaar fel kleurde. Die ik er zonder woorden twee blogs geleden al tussen gefietst heb. Dit jaar wil ik deze polder weer wat meer aandacht geven, ze is het waard. 


Onverwachte en bovenal onbekende lentebeer

Als ik uitstap na de zoveelste regenbui even in de auto afgewacht te hebben een bekend geluid, een heerlijk geluid, een herhaald ijl lijzig gefluit. Het kondigt zo midden in de winter toch een nieuw begin, een nog verre maar naderende lente aan. Een vlucht regenwulpen komt overscheren, zeker 50 stuks. Vergezeld van dat specifieke geluid dat ze maken. Het geeft mij per direct ruimte, ruimte in mijn hoofd, ik schud op dat moment het grijze van mij af. Dat grijze heeft zich opnieuw (en sterker dan de winters afgelopen jaren) in mij vastgezet. Ben dan ook een makkelijk 'slachtoffer' geweest deze tijdsperiode, opnieuw een record, in totale en maar voortdurende grijsheid.


Dit was nog eind dec, en zijn we inmiddels een maand verder.
Alle records verbroken. 

Geen piezeltje zon te bekennen voor weken. Dat gecombineerd met meer dan behoorlijk ziekzijn in dec (14 dagen plat, een unicum), de altijd verfoeide feestdagen waarin ook maar weer eens mijn nieuwe auto het zomaar begaf en vrijwel alle voor het 'overleven' van die dagen belangrijk geplande vistrips kwamen te vervallen én een moeder die op het randje gelegen heeft (inmiddels weer opkrabbelend, maar ipv een levensverlengende operatie nu toch hoogst waarschijnlijk een enkele reis richting ongewenst verpleegtehuis tegemoet moet gaan zien, ik lijd mee) zorgden voor een behoorlijke dip in mijn "systeem". En dan heb ik het nog niet eens over teveel lossen of misslaan van/op vrind karper... Maar nu met het aanschouwen én beluisteren van die wulpen ben ik in staat weer naar het licht te kijken. Van het een op het andere moment. Enlightment. 


Die altijd verfoeide feestdagen hebben heel soms leuke kantjes

"waarin mijn nieuwe auto het ook nog maar weer eens zomaar begaf"

Gelukkig bleef er 1 trip wél behouden deze periode, maar ik sloot het jaar met een blank af

Dat geluid van de wulp is voor mij wel een dingetje, het maakt me blij, raakt me, krijg er doorgaans een gevoel van nieuwe hoop, nieuwe avonturen en -mogelijkheden van. Het triggert iets in me, jaagt me aan. Het voedt zowel het melancholieke deel als mijn niet denken maar doen-onderdeel. En ik koester beide uiteinden van mijn zijn, ze hebben beiden functie. 

Onlangs is er een Noordelijke ijsduiker Northern loon) in NL gesignaleerd, hele hordes vogelliefhebbers kwamen er op af. Uit binnen- en buitenland. Haalde zelfs het nieuws. Zo'n ijsduiker heeft een nog dieper rakende klagelijker roep, in nog bardere omstandigheden dan winters Holland - het Dak van de Wereld , waar het 9 maanden winter is, wat nou vitamine D? - dus ik begrijp (vóel) wel dat die tragisch aandoende roep in die streken met allerlei doem wordt verbonden. Prachtig vertaald in de film On Golden Pond met Henry en Jane Fonda. Zelfs een visfilm, zo je wil. 

Doorredenerend over oppeppende vogelgeluiden moet ik ook het sprankelende lentegeluid van de mezen noemen. Dat geeft ook vleugels, als vooraankondiging voor frisgroene gedachten. Je gaat er van huppelen. Of de zang van een merelmanetje in een nachtelijk windstil en nevelig winterbos vol hoge beuken, sprookjesgevoel oproepend. En daarbij heb ik het niet over de Efteling... En dan dat gepietepietetepiet van de ijsvogel, ons kleine kroonjuweel, nog vóór je hem ziet voorbij scheren. In die zin zijn wij als vissers toch wel gezegend. Andries vertelde onlangs dat zijn moeder nog nooit een ijsvogel had gezien, en bij mij staat de teller alleen al deze week op 4. Mysterieus vind ik het gehoemp van de roerdomp, een geluid dat kilometers ver te horen is. Ik kan daar uren naar luisteren in het donker, onderwijl mijn lichtpen in de gaten houdend. Of wat denk je van de veldleeuwerik? Zo hoog in het polderzwerk zijn lokroep verspreidend dat 'ie zelf onzichtbaar is voor het menselijk oog, bij mij een compleet zomergevoel, alsof deze nooit voorbij gaat, oproepend. Datzelfde geldt voor het iewwwiewwieww van de buizerd. Van die kleine highlights op een dag, makend dat zelfs een visdag zonder vis ook bijzonder waardevol kan zijn.

And one more for the road, kan deze blog wel geheel vullen met vogelgeluidenverhalen. Uiteindelijk ook visgerelateerd, let maar op. 
Jaren geleden ergens diep in de hak van Italië op een agroturissimo beland met de tent, samen met Helen. Onder de hoge dennen die gelukkig overdag een broodnodige parasol vormden tegen de hitte, en in het donker juist verkoelend werkten. Op een van die avonden, wijntje in de hand, opeens een geluid boven ons. Ping (stilte) ping (stilte) ping. Dan even helemaal niets, en verderop (nog steeds boven de bomen) opnieuw, dan weer terug, en weer wat verder. Er cirkelde iets boven ons, maar wat? Het leek eerder op een ufo dan wat anders. Beam me up, Scotty.  Of een eigen Close Encounters ervaring? De piep had dan ook een hoog elektronisch gehalte, klonk niet als iets van een levend wezen. "WTF was dat?" En natuurlijk uitgevogeld (mooi woord hier) wat het was. Een dwergooruiltje...  ik verbaas me ook vandaan nog, zijn we jaren verder. Daarna nog vele malen gehoord in het Mediteraene. Paar jaar later lees ik een boek (4de of 5de) van Alijn (Danau). Hij beschrijft een sessie op Rainbow, en heeft dezelfde ervaring als wij: "wat is dat nou?". Een zeer vervreemdend geluid kan ik je verzekeren, dus ik begrijp zijn verbazing. Hij doet zelfs een oproep in zijn boek aan de lezers om hem te vertellen wat hij gehoord kan hebben? Ik mail hem direct de oplossing, maar omdat dit boek al weer wat langer uit is zijn anderen me al voor geweest. 

Zo werkt mijn geest, in mindere dagen hulpstukken inzetten om me op te krikken. Een trucje ooit geleerd, maar nooit vergeten. Een ritje met de fiets door Middeleeuws Gouda werkt ook goed. Kan ik gelijk voeren ergens😜. Over hulpstukken gesproken, niets helpt natuurlijk beter dan een karper vangen. Kan zélfs Freebird niet tegenop, en ja, dat is even een doordenkertje voor 60plussers. Zo'n stoot karperdopamine verdrijft alle muizenissen voor dagen. En dat is precies wat ik vandaag van plan ben. Het weer is er naar, plots stijgende temperaturen en toenemende wind uit goeie hoek. Wanneer dat te gebeuren staat en tijd en mogelijkheid vallen samen is deze polder een van de eerste wateren waar ik aan denk. En dan een specifiek hoekje. Als ze nu niet aan gaan staan en vreten willen heb ik weinig van vis en vissen begrepen. Gelukkig hoef ik dat negatieve label niet op mijn revers te spelden want de pen zakt linea recta de diepte in, nadat het voer slechts een uurtje haar werk mocht doen. Hoppa zegt Helen altijd wanneer ik haar een screenshot stuur. In die zin mijn toegewijd viswijf❤️. Dat hoppawoord symboliseert daarmee alles. En door! 


Zo'n jaareerste kan maar binnen zijn. Dát is pas van de nul af!

Niet alleen de eerste vis van het jaar, maar ook de eerste vis met weer een nieuwe hengel. Ik moest en zou een vervanger voor mijn ultimo sportex vinden omdat de toevallige vervanger niet voldoende beviel. Was ik ten tijde van de vorige blog er al druk doende mee op MP, maar eea verliep stroperig. Opeens kwam de onderhandeling daarvan in een stroomversnelling en voor ik het wist was ik de eigenaar van een tweedelige NZ- penhengel van 1,5 lbs met mediumtaper-actie, maar wel met de broodnodige zware demping aan het eind van het korte (hèhè!) handvat. Dat samen met 415 cm aan hengel maakt dat ik een enorme lengte aan benutbare blankkracht kan inzetten daar waar nodig. Hengel zo goed als nieuw. En ook nog eens voor mijn prijs. De verkoper bleek zelfs een (viavia) bekende. Die hengel moest asap gedoopt worden. Waarvan akte. Aan 1 (winter)dril is welliswaar niet al teveel af te lezen, maar ik zit weer met alle vertrouwen aan de waterkant. In combi met een voor mij nieuw model haakje, een klauwhaakje, ik ga dat zeker een tijdje een kans geven, wil van de zelfvertrouwen oppeuzelende lossers af. Met dank aan Andries. Beter goed gestolen dan slecht verzonnen. 

En door! dient zich al snel aan in de tijd die volgt. Ik gaf het al eerder aan, wintervissen is makkelijker dan al dat heerlijke gepiel in de zomer, dan veel te veel afleidende zaken als paai en overschot aan natuurlijk voedsel. Niet dat wintervissen an sich makkelijk is, je kunt heel veel fout doen, alles zelfs, maar door een aantal jaren stug doorgaan en deducerend wegstrepen is er zoveel helder geworden, áls je het maar wil zien, dat er patronen zijn ontstaan die onmiskenbaar zijn. Zelfs zo onmiskenbaar dat het zeker in de winter leidende weer toch niet meer zo sterk bepalend is. Kwestie van gezond verstand. Ik durf in vrijwel alle omstandigheden hoopvol te gaan vissen. Ook met de wind uit de noordhoek met winterse buien. En ja, zelfs met windstil grijs weer met een hoge druk, nog slechter op papier. Oke, het zijn er geen zes, maar als ik de dag afsluit met 2 karpers vind ik dat ik gelukkig mag zijn. En ook dat resultaat is te danken aan gezond verstand. 

Water A bestaat uit wat vaarten en bevat naast een grote duiker waar niet bij te komen is ook een buis, waarvan ik uit ervaring weet dat er 100% zeker vis in ligt. Het is er dieper waardoor de (doorgaans boven)stroming minder vat op de vissen heeft, en ze liggen er rustig over een lengte van 40 meter. Maar... er zomaar gaan vissen heeft geen zin, de zon moet er eerst een paar uur flink opgestaan hebben. Winterdag betekent dat dat je er vroeg moet voeren (letterlijk zwaar voer ivm de onvermijdelijke stroming) en pas na 15.00 uur moet terugkeren. De keren dat ik dit gegeven negeerde ving ik niks. Dus heb ik mijn dag zo in elkaar gezet dat ik hier op weg naar huis nog even kan hengelen. Zo ook vandaag. Rond 16.00 binnen 5 min 2 lijnzwemmers en een echte aanbeet resulterend in een prachtige donkere schub. Die diepe kleur verraad deze vis als vaste buisbewoner, in tegenstelling tot de blekere vissen die ik doorgaans verderop vang, onmiskenbare vaartheenenweerzwemmers. Vlak na deze vangst breekt de spreekwoordelijke pleuris weer uit, kan ik stapvoets rijdend naar huis wegens de gladheid door extreme hagel en waart code oranje weer door het land. Vismaat Mark S verwoord dat als volgt na delen van de vangstfoto "Voor mij ben je een held. Wat een teringweer!".  Zelf voel ik dat niet zo, kwestie van gezond verstand.


Een onmiskenbare buisbewoner

Pleurisweer, en de eerste blauwe lucht sinds weken, voor 2 minuten


Datzelfde verstand moest ook aan het werk eerder die dag tijdens de inwerktijd van het voer gegooid in water A. Had daarvoor water B in gedachten. Ter plekke bleek men op dat specifieke deel de oever te hebben "verbeterd" onlangs. Voelde aan alles dat de vis daar niet meer was. Paar uur later wist ik dat zeker, de afgeviste stekken leverden niets op waar dat doorgaans anders is. In oktober nog bijna dubbele cijfers. Tom Poes verzin een list! Waar is het rustig voor de vis? Aan het uiterste einde van de strook was een bomenrij waar ik niet bij kon. In elk geval niet vanaf 'mijn' kant, en de overkant is snelweg, daarlangs oplopen naar het gewenste stuk geeft piepende remmen van wegbeheerders of politie. Het enige dat ik kon verzinnen was een stek maken zover mogelijk richting bomenrij. Geen sinecure, niet zozeer het voeren, maar eerder het vissen. Prikkeldraad en bramen, waar overheen/tussendoor gevist moest gaan worden. Omdat ik doorgaans waar een wil is, is een weg predik moest er hier ook een oplossing gevonden worden. Bij terugkeer om daadwerkelijk te vissen zag ik direct al het juiste van mijn aannames, stofwolken op de stek. Het duurde dan ook niet lang voor ik een tergend langzame aanbeet krijg. Lijnzwemmer? Welnee, een echte winteraanbeet. Resulterend in een heerlijk buigend hengel en fraaie eerste Spiegels voor de ziel-lijst vangst van 2025. 


De lastige eindstek, reken maar dat er nog meer liggen, gevlucht voor het tumult verderop

Zo langzaam dat ik me niet kon voorstellen dat het een aanbeet was

Trouwens, over boeken gesproken; de blogtitel, een Vlucht Regenwulpen heb ik natuurlijk ontleend aan een van de bekendste boeken van Maarten 't Hart. Zowel titel als schrijver koester ik. Niemand die zo verfijnd vilein zaken kan ontmantelen, doorgaans de Kerk en alles wat daar bij hoort. Ik herken daar veel van. Groepsdruk is een modern woord, maar religieuze groepsdruk bestaat als sinds de uitvinding van religies. 

Niet alleen de film koester ik, ook de verfilming ervan is favoriet. En dat zegt wat, ben geen fan van Dé Nederlandse film. Deze autobiografische film wijkt desondanks wel iets af van het boek. Zo woont de hoofdrolspeler samen met zijn oude moeder buiten het dorp (Maassluis). Shots zijn vlak bij waar nu de Foppeplas ligt opgenomen. Dat had een  vissersezelsbruggetje kunnen zijn,  maar ik wil een veel serieuzere kant op. In de film verzorgt de hoofdfiguur zijn oude moeder tot ze gaat overlijdt, je voelt het leed. 



Scene uit de film, komt er dicht bij


Precies dát speelt er momenteel in mijn leven. Al zijn wij (broer, zus en mezelf) slechts hierin ondersteunende hulptroepen, de professionele verpleging is prima. Vanochtend (17 jan, 3 dagen na haar 92ste verjaardag) is de eerste rustgevende morfine toegediend, na twee maanden van ellende. Het is nu slechts een kwestie van dagen. Waarom ik dit persoonlijke drama toch wat morbide (?) via mijn blog de wijde wereld in slinger? Simpelweg omdat het mijn eigen intense verdriet nú híer kanaliseert, en ik weer een stukje verder kan, tot berusting en het gevoel dat het zo goed is weer ruimte krijgen. Wat dat betreft ben ik momenteel méér dan invoelend met schrijver Maarten destijds, die ook een zeer bijzondere band met zijn moeder had. En het schrijven van het boek ook gebruikte als verwerking. Het verplicht mij binnenkort ergens zo snel mogelijk een ode aan het leven te brengen. Uiteraard met een hengel in de hand.

Naschrift; 12 uur na het typen en doorvoelen van bovenstaande alinea spoed ik mij midden in de nacht over de hobbelige Scheveningseweg in DH richting het revalidatiecentrum waar mijn moeder even daarvoor is overleden. Precies het soort mistige sprookjesachtige winternacht waarin ik 's winters merels in de hoge bomen hoorde fluiten. En niet alleen dat, die prettige ervaringen deed ik op exact die weg op, op de fiets naar huis rijdend na een nachtje stappen. Als een uur later de begrafenisauto over diezelfde weg terugrijdt is er innerlijke rust en zie ik de achterlichten langzaam in de mist verdwijnen... watch her taillights fade. Het is bijzonder pijnlijk en verdrietig, maar wel goed zo.

Zo zijn we van een toevallige eersteweeks ontmoeting met wulpen langzaam bij het boek en film van Maarten 't Hart uitgekomen, op voor mij organische wijze (als meanderende gedachten in mijn hoofd). En dat in dat boek en die film een centrale rol voor een overlijdende moeder is weggelegd, naast mijn eigen zeer recente verlies, kon ik toen nog niet voorzien. Het is niet alleen goed zo, het is zelfs mooi zo.