zondag 31 januari 2016

Winterdip...

...therapie

Na jarenlang 's winters te weinig buiten geweest te hebben zag ik rond 2007 'het licht', met dank aan mijn vismaten die dat al jaren deden, doorvissen in  de winter. Door elke winterweek minimaal 1 keer een hele dag te gaan vissen (meestal in het weekend) en daarmee ook echt de hele dag van donker naar donker buiten te zijn voelde ik me op eens lichter en energieker. Dat gevoel werd zelfs zo sterk dat ik naar de winterperiode ging uitkijken als een prettige tijd, die ik vissend kon weerstaan. De doodaaspassie was daarmee geboren, om tot op heden niet meer weg geweest te zijn. Ik heb inmiddels zelfs zomer en winter qua ritme en visbehoefte tegen elkaar ingewisseld. De zomer benut ik nu meer voor andere, sociale zaken en dat bevalt eigenlijk bijzonder goed.

Een lifesize lichtbak, en nog gratis ook

Bijzonder licht


Afgelopen maanden waren er vele persoonlijke zaken die mij afhielden van mijn doodaasritme, en dat vertaalde zich half januari direct terug in minder fut, zin en energie. De klassieke winterdip. Gebrek aan vitamientjes. Tijd voor wat extra visboost. Doordeweeks een paar extra ochtenden, en nu kon het nog met rust in het werk. Viel direct met mijn neus bijzonder goed in de Grote Snoeken boter. Gewoon toeval, of beter, geluk. Zo voelt dat toch. Zo nuchter ben ik wel. Al moet ik dat ook gelijk nuanceren; je moet op deze stek op dit water van tegen de 200 hectare wel alles goed doen om wat te vangen. Ter illustratie: ik vis twee hengels op twee taludranden, links en rechts, de een op zeven/acht meter (met steil talud weet je het nooit exact) en de ander op negen/tien meter. De rechterhengel letterlijk op de vierkante meter in een oksel (daar is ie weer, mijn favoriete viszone) waar de bodem van zeven meter letterlijk wegvalt naar het dubbele. Precies waar de negen meter diepte de tien aantipt ligt een klein vlak stukje, en dat in combinatie met dat okseltje maakt deze stek goud. Je moet het heel exact weten te liggen want een paar meter teveel naar rechts of links varen en je vind het niet... een kwestie van op een vastpunt op de oever gaan staan en dan bloedstrak naar een van de objecten aan de overkant toesturen. Komt het miniplateautje vanzelf op het scherm van de visvinder te voorschijn. Ook niet te missen, want het scherm loopt vol met witvissymbolen. "Bliepbliepbliepbliepbliep". Waarom ik stel dat je alles goed moet doen? Omdat ik in vijf sessies van een paar uur 8 lopers heb gekregen en alleen op die vierkante meter. De andere (linker)hengel heeft geen kik gegeven, zelfs niet toen ik de twee hengels op 20 meter uit elkaar ging vissen, gewoon om zaken te weten te komen. In het kader van wat werkt en wat niet?

Sessie 1 was al een bijzondere want ik kreeg zomaar twee aanbeten, op een water waar blanken helemaal niet zo gek is, eerder gewoonte. Sessie 2 een dag later was het helemaal een gekkenhuis, ben niet aan thee, brood of zelfs maar even echt zitten toegekomen. Al binnen 10 minuten na het uitvaren van de hengels ging de rechterstok lopen. Leverde een forse snoek op. Na het fotograferen direct weer terug en nu had de volgende dame maar 5 minuten nodig om de nog stijf bevroren aasvis naar binnen te zuigen. Weer een prachtsnoek. Zelfde fotoritueel. En daarna de hengel opnieuw terug op die bewuste vierkante meter. Nu ging het nog sneller... bij het inhangen van de pikeswinger (voor wat betreft het doodaasvissen de beste investering die ik ooit heb gedaan, en nu zou Fox ze niet meer maken? Ben direct een extra setje gaan aanschaffen want deze swingers zie ik als essentieel in deze visserij) werd lijn al strak gezwommen en uit mijn vingers getrokken. Dame nummer drie was het haasje. In de keren erna telkens weer een beet, en alléén aan de rechterhengel, op die plek.



Zo lijkt een in mijn ogen nog steeds grote snoek van 101 cm opeens een kleintje...


Normaliter gaat de aasvis, hier een haring van 25 cm, verloren bij aanslag, maar deze kon prima in het hergebruik

De reden waarom ik deze diepe stek op groot water had gekozen voor mijn winterdiptherapietje lag hem er in dat we eindelijk eens een beetje winter gekregen hadden, en ik er vanuit ging dat de ondiepere wateren eventjes niet zoveel zouden opleveren, totdat haar onderwaterbewoners weer wat geacclimatiseerd zouden blijken. De twee eerste en beste dagen vroor het min drie overdag, en ik ben er nog niet helemaal uit, maar ik denk dat het succes daarmee ook wat te maken heeft, iets in combinatie met de witvisaanwezigheid. Wellicht dat die zich en masse teuggetrokken hadden uit hogere waterlagen en niet dieper gingen of konden (ik kom zelden grote witvisconcentraties onder de 10 meter tegen), zo een heerlijke dichte wolk met snacks vormend voor de jagende dames, die precies wisten waar ze wezen moesten want drie grote snoeken in een uur is wat dàt betreft geen toeval, dan moet er iets aan de hand zijn onder water, ze komen niet toevallig langszwemmen, die hebben er echt gelegen. Dat wordt ook bevestigd door de dubbelvangsten op deze stek. Het zijn in elk geval vaste bewoners van deze zone.



Een paar cm dikte haalde het ijs wel, ik moest flink stampen en de binnenwateren lagen al dicht

Voor mij heeft het even "verplicht" een paar uur ochtenden aan de waterkant hangen prima gewerkt, ik voel me weer fit, en energiek. Nog twee maanden te gaan voor het weer over is allemaal. En het gaat nu hard met zulk zacht weer, de snoeken zullen dadelijk opeens verdwenen zijn  omdat ze de ondieptes opzoeken. Ik vind dat een lastige periode, veel blanken, maar als je er een weet te strikken is het vrijwel altijd een zeer vette vis, dus alle inspanning meer dan waard. To be continued.

Fantastische winterdiptherapie







Geen opmerkingen:

Een reactie posten