zaterdag 31 juli 2021

Eruit gevist

In mijn familie is vissen een raar ding, mijn vader viste destijds niet, mijn broer(tje) niet, neven ook niet. Om over moeder, zusje of nichten maar helemaal niet te spreken... Wat dat aangaat is de behoefte aan natuurbeleving en vissen voor mij synoniem, het zijn allemaal stadsmensen. Het vissersgen komt echter niet zomaar uit de hoge hoed vallen, mijn moeder had een tweelingbroer en díé viste ook. En ook van jongs af aan. Had dezelfde gekte als ik. Als jochie in de Vliet bij Rijswijk, nog voor de oorlog. Moest zijn oudere zus mee als oppas. Die had dan de pest in, want zij wilde liever met haar vriendinnen flaneren. Heeft ze me onlangs nog verteld, 96 jaar jong. Die oom was op volwassen leeftijd de kanjerkampioen van zijn vereniging in de Bommelerwaard. Viste op brasem vanuit een roeiboot in de Waal. Heb met mijn vader nog zijn visboot mogen schilderen, ik slechts het roer, mijn vader in dezelfde tijd de rest van de boot. Was dan ook nog maar twee turven hoog. Letterlijk blaren op mijn vingers. Samen met die oom heb ik 1 keer gevist, denk 1980, in een vijver naast zijn huis waar alleen het bestuur mocht vissen, plus genodigden. Dat werd voor onze clubkampioen wel een zeperd, ik viste hem er falikant uit. Had ± 20 zeelten, en wat mooie kroezen en kleine karpertjes. Mijn oom moest het met een of twee zeeltjes doen. Vond hij toen niet leuk! Had me niet serieus genoeg genomen. Ik viste toen al een Superbream van Eric Bansberg (collectors item), een Abu 33, en een schuifsysteem met een arleseybomb, met een maiskorrel, op wat afstand. Ben er in 2017 nog eens gaan kijken, gewoon voor het nostalgisch gevoel. Op de fiets samen met Helen, toen ik haar mijn roots wilde tonen.  En jawel, op dezelfde stek zaten weer twee vissers. En ook zij vingen kleine karpertjes. 

 

Het waren geen reuzen destijds in 1980, maar wat dondert dat?

Exact dezelfde plek als mijn oom Piet en ik destijds, en nog steeds kleine karpertjes
 

Mijn Neerlands Hoop is echter Jelle, zoon van mijn zusje. Sinds dat ie kan lopen is het een natuurmens, ondanks zijn stadse schil. En hij heeft ook altijd van vissen gehouden. 10 jaar geleden nam ik 'm al mee. Eerst giebeltjes in het Westland vangen met een 3 meter stokje. Later naar de Segbroeklaan, het park in Den Haag waar ik het zelf ook geleerd heb, brasems vangen ging hem prima af. Hij ging zelfs solo vissen. Dan weet je het, dat is er één. Door omstandigheden die verder voor de blog niet geschikt zijn waren Jelle en ik elkaar in de loop der tijd als vismaat wat uit het oog verloren, er staat 'wat' maar de waarheid is geheel. Niet dat we elkaar niet zagen, maar er was een hoop ruis. In 2020 is Jelle ziek geworden, heel ziek. En het is een wonder dat hij er nog is. Een kwestie van letterlijk uren. "Sappig" voor de blog om daarover te verhalen, maar dat ga ik niet doen. Hier eindigt dat onderdeel. Ik zal zijn privacy hierin respecteren. In zijn strijd met overleven zomer en najaar 2020 had ik me voorgenomen hem weer op het visserspad te zetten. Had nog een Ambidex 2400 liggen (uit 1978 al), die ik zelf als verjaardagscadeau gekregen had van mijn ouders. Die zou naar Jelle gaan. Een waardige nieuwe start. Heb er een mooie lange nieuwe 390 cm penhengel bij gekocht, plus wat dobbers en wat klein materiaal. Dat heeft ie voor zijn 21ste verjaardag gekregen, weer genezen en wel. 

 

Daarom staat Jelle zo op het voorjaarsnummer van de GHV, dik 10 jaar na dato van maken, omdat ik blij ben dat hij er nog is.

Zijn eerste brasem destijds

En zijn grootste

En toen moesten we vissen... Ergens op een onverwacht gure dag begin april dit jaar. Niet te lang, het energielevel was nog zeker niet optimaal. Uiteraard op een water met vanggarantie. Ik had er die winter nog niet geblankt. Not! Nooit doen, geen garantie geven, het blijft vissen. Al met al geen stoot gehad, maar de kop was er af. En we hadden lol gehad! En nu ga ik een beetje opscheppen; Jelle is ultraslim, kwam cum laude van het gymnasium (beste of een na beste van de school), en tijdens zijn middelbareschool-periode zat hij al op de pre-universiteit. Leert met twee vingers in zijn neus. Wil rechter worden, en ik ga er vanuit dat dit 'm gaat lukken ook. Na die gure visdag in april moest Jelle blokken, en daarom konden we niet vissen. Eerst discipline, dan vrijheid. Knap hoor, had ik dat destijds maar kunnen opbrengen. Weet nu nog precies welke karper mij destijds de overgang van 4 naar 5 HAVO kostte... maar of 'ie dat waard was? Ondertussen leven we juli, heeft Jelle zijn jaar afgerond en konden we eindelijk weer eens los. Moesten we maar weer naar een vanggarantie-water... Niet te vroeg 's ochtends, het is natuurlijk nog steeds een post-puber. We zouden doorvissen zolang hij het met zijn energielevel kon opbrengen. Dat ging achteraf meer dan prima. En gelukkig maar, want de visactiviteit begin pas 's middags.

Sterker nog, ik heb geen beet gehad en Jelle heeft zijn eerste twee karpers ever gevangen. Na het aanslaan van de eerste vroeg hij nog "Wat moet ik nou doen?" toen de vis door de slip van hem af zwom. Maar pienter als hij is had hij dat kunstje een uur later bij de tweede al door en hoefde ik de vis alleen maar voor hem te scheppen. Hij stond te drillen als een volleerde karpervisser. En ik, ik was, in tegenstelling tot mij oom destijds, trots. Trots om er uit gevist te worden. 

 

In april zat het nog niet mee, ondanks het geconcentreerde vissen

Ik draaide me om, om even een verplicht telefoontje te plegen en BAM, hij had al aangeslagen

 
Da's 1!! Dat pakt niemand je meer af.

Drillen als een echte pro, ging als vanzelf

Deze was weer even groter, zijn PB daarmee wat scherper stellend:-). Zal wel niet lang duren.

Aan alles kon ik opmerken dat Jelle onder de indruk was, en terecht, een bijzonder mooi exemplaar.

 

Na afloop zijn we nog wat potscherven en pijpenkoppen gaan zoeken in het weiland bij de dijk. De recent opgehoogd grond kwam aan de zijkant van een baggering vandaan en bevatte allerlei interessante vintage. Vond 'ie ook reuze interessant. Wat dat betreft was geoloog of geschiedkundige ook een prima keuze geweest. Tevreden gingen we naar huis, ik met weer wat mooie potscherven, hij met potscherven, pijpenkoppen én de twee voornoemde gevangen karpers. 

 

Met recht handwerk:-), resultaat van 5 minuten speuren
 

Twee dagen later is er een dijkdoorbraak in het Groene Hart in het nieuws. Een van de dijken van een hooggelegen vaartje bij Tempel/ Reeuwijk heeft het begeven en het water in die vaart is zo de lager gelegen polder ingestroomd. Het Waterschap ontkent alle betrokkenheid van kreeften, ondanks dat die een gatenkaas van de dijken en alle andere oevers in de polders maken. In mijn ogen dezelfde domme ontkenning als de aalscholverproblematiek bij vogelaars. Jelle echter heeft de oplossing, hij appt mij zijn visie; "Schijnt dat er een aantal potscherven verdwenen zijn, cruciaal voor de dijken". Daar wou ik het maar bij laten. Maar goed dat het pas twee dagen later was, anders zouden we toch wel wat geschrokken zijn. 

 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten