zondag 10 mei 2015

Meer van hetzelfde

En het is met vissen hetzelfde als met een nieuw album van je favoriete band, het gaat niet vervelen. Althans mij niet. Toch uitkijken, want als de zeelten met grote regelmaat en met gemiddeld een paar per sessie in het net verdwijnen kan de 'sleur' toeslaan, een klein beetje ingebakken uitdaging is wel belangrijk. Althans bij mij. Gelukkig heb ik dat in het verschiet, nog een keer of wat naar een veel moeilijker water, waar elke zeelt een bekroning is. Of zoals geopperd is, weer eens wat zeelt met de pen bevissen? Wellicht, de tijd zal het leren, de suggestie was welkom, dank.
Tot die tijd meer van hetzelfde en omdat de reacties op de vorige blog niet uitblijven maar gewoon wat plaatjes kijken, het blijven wonderschone vissen, en allemaal anders.

Als ik naar de foto's terugkijk valt me de 'kouwe kleding' op en daarmee realiseer ik me ook dat het weliswaar droog is geweest voor een langere periode, maar ook behoorlijk fris. In elk geval heb ik nog maar heel weinig zonderjasdagen mee gemaakt, in april èn mei niet. Voor het zeeltvissen niet zo erg, dan groeit het (bodem)wier ook wat minder snel, valt er daardoor effectiever te vissen èn is de paai relatief later, dus er is meer tijd beschikbaar om de dikkere dames te schaken.
Het blijft bijzonder verdeelt in de natuur; de brasem heeft al gepaaid in deze meiperiode, de karper staat op punt van (en op sommige ondiepere wateren dit weekend begonnen), maar de zeeltdames hebben zelfs nog nauwelijks kuitaanzet. Dat kan verklaard worden door de herkomst van de zeelt. Ik heb ooit eens in een visgids gelezen dat de zeelt oorspronkelijk uit Rusland of Siberië zou zijn komen zwemmen, en wetend dat de natuur hier pas laat start verklaard dat mede denk ik de late paai.
Als ik dat koppel aan de grote populaties die in het relatief koudere Scandinavie rondzwemmen en in de hoger gelegen meren van de Frans-Zwitserse Jura, lijkt de zeelt mij gemaakt voor koudere klimaten met een korte maar hevige zomer.