dinsdag 26 mei 2020

Game over

Er zijn wateren heb ik een haat/liefde verhouding mee heb. Ik vis er omdat ze datgene bevatten wat ik vangen wil, maar heel erg naar mijn zin heb ik het er nooit, om vele redenen.
Zo ook het grotebrasem-water waar het hier in de regio allemaal samenkomt, en dat al jaren. Vrijwel elk jaar "doe" ik er een aantal sessies, zo vlak voor de paai in april en soms ben ik succesvol, maar meestal dus niet (voldoende). En dat al sinds 2005, al moet ik zeggen dat er pas sinds 2009 door mij jaarlijks gevist wordt.
En nu wordt deze plas gesloopt, een ander woord heb ik er niet voor, opgeofferd aan de vooruitgang. De natuur in zijn geheel gaat wellicht vooruit geholpen worden op termijn, maar mijn mening is dat daarmee het speciale biotoop van deze speciale brasems daarmee de nek wordt omgedraaid. Speciale brasems omdat ze ieniemienie kopjes hebben waarachter zich een hele bult aan vlees kan ophopen, zo de extreme gewichten vormend die hier mogelijk zijn. Inmiddels zou er een 7,9 kilo brasem gevangen zijn dit voorjaar door een van de lokale feedervissers, daarmee waarschijnlijk het NL-record vormend? Wil jij dat ook, sluit je vooral aan in de rij.
Ik moet zeggen, in het groepje feedervissers ter plekke zitten wat 'enthousiastelingen', een eufemistisch woord voor overdrijven. Al heeft degene die het huidige plasrecord heeft (al járen, op 7,3 kilo, en destijds tijdens het karpervissen gevangen) de vangstfoto's gezien en hij gaf aan "erg groot". Dus het kan, maar ik ga er verder niet meer op wachten, het is dit jaar of nooit meer, laat teveel andere mooie wateren liggen in de maand april. Heb trouwens weet van Duitse 8 kiloplus vissen, wellicht moeten we die kant maar weer eens op. Al zal dat niet makkelijker zijn.

Slopen maar uit naam der vooruitgang, en waarom, een paar minuten tijdwinst?

Al eerder in het jaar had ik geprobeerd om op een onbekende en vrijwel onbeviste plas  - wegens gebrek aan stekken en ja, omdat er alleen maar brasem zou zitten - grote brasem te vangen en ik wist zowaar twee stuks te vangen, maar aan alles was te zien dat ik hier die speciale brasem niet zou gaan treffen... toch zal ik er in de toekomst terugkeren. Het is een speciaal water met een bijzondere sfeer. Sprak er een local, jonge karpervisser, die bijzonder gecharmeerd was van mijn in zijn ogen rare brasembehoefte en gaandeweg steeds meer losliet aan interessante info, onwetend als ik me opstel, ik geef toe een tikkie instrumenteel. Hij verhaalde over de grote bakken van schubs waarvan niemand wist en die niet op boilies reageerden voor wie het toch probeerde, de grote snoeken die ik op een klein stukje moest zoeken in de winter ergens in een hoek waar het vier meter diep was, bij een verder gemiddelde diepte van 1,5 meter. Daar had ik anders mooi overheen gekeken. Kijk, dat helpt de burger vooruit.


Een grote plas helemaal voor mezelf.

Wel 60 plus, maar dat is dan ook het enige aansprekende...

Oud! Wel een aardig kleiner koppie, hét criterium.

Van heel dichtbij wel prachtig

Op de eenzame plas was het toch niet te doen. Dus dan maar uit gaan voeren wat ik al járen wil, heel intensief achter de superbrasems aan op eerstgenoemde plas, zou er de hele maand april voor opofferen, corona gaf de ruimte, in elk geval tot aan de eerste tekenen van paai, doorgaans eind april. Dat dit zou betekenen dat ik tot en met het weekend van 9/10 mei zou moeten doorvissen had ik niet kunnen bevroeden. En dat het daarmee deels mijn zeeltseizoen 'zou kosten' ook niet. En al helemaal niet dat het me een goed voorjaarsseizoen op karper zou kosten; Arend ving de sterren van de hemel aan prachtige megaspiegels, die bij elke sessie wat zwaarder werden. Het leven bestaat uit keuzes.
Want net als twee jaar geleden waren de brasems laat met paaien en de zeelten weer eens vroeg. Hoe deden die Engelsen dat toch als ze vanaf 1 juni nog twee, drie weken hadden voor het los ging en in die twee, drie weken toch in staat waren superzeelten te vangen? Of is dit recente paaiverschijnsel ook een gevolg van de opwarming van de aarde?

Mijn aanpak? Omdat de beste manier nog steeds lijkt je een week lang, of langer, in te graven op een van de hotspots, maar dat om vele redenen voor mij niet opging ben ik voor een hele andere methodiek gegaan. Ik zou ze gaan zoeken, twee nachten per week, en overdag wanneer ik maar kon, elke sessie op een andere stek en in een andere hoek, met wind en warmte als leidraad. Als ik deze methode in alle vrijheid had willen uitvoeren had ik op het vorige water moeten blijven, want mede door die coronacrisis liep het storm aan de waterkant. Al die lijpen die normaliter rond deze tijd in een volgelopen krater voor veel geld vetgemeste aquariumvissen zaten te sleuren in een warmer deel van Europa bleven nu noodgedwongen thuis, en zochten dus verplicht hun eigen lokale wateren op. In perfect isolation? Ben dus alsnog blij met die dumpputten, althans als ze weer open zijn. Snel aub! Dus de wind volgen was er niet bij, het kwam er op neer dat ik doorgaans blij moest zijn slechts in de zone terecht te kunnen die ik op dat moment ambieerde. Daarnaast vist er elk voorjaar een vast clubje brasem specimenhunters, die ook allemaal hun 'vaste' stek opeisen, of correcter, we respecteren die van elkaar. Plus het relatief nieuwe contingent feedervissers die soms zes of acht man sterk gehele zone's van ultrastrakke lijnen voorzien... Je begrijpt, het was niet makkelijk. En als dan de vangsten dan ook nog afnemen in plaats van toenemen dan gaat er wat knagen. In die zin ben ik niet het soort blinde doorzetter die met maar 1 doel voor ogen vruchteloze sessie na sessie draait in de hoop of wetenschap dat het tij ooit keert, heb wel perspectief nodig. Al heb ik ook dit voorjaar weer zoveel bijgeleerd dat het reden zou kunnen zijn toch weer door te pakken in de toekomst, maar nee, er is teveel ander moois.

Is er dan helemaal niks positiefs te melden? O jawel, het onderlinge contact tussen de brasem specimenhunters is hartverwarmend, stuk voor stuk sympathieke gasten die niet te beroerd zijn te delen. Zowel vangsten als methodieken. Vorig jaar als eens kort BB gesproken (nee, niet die van de hengels) en dit jaar wat uitgebreider, samen met zijn vismaat Ron. Overigens kreeg BB in een aantal serieuze (en voorgevoerde) sessies niet eens beet, terwijl zijn maat die er vlak naast zat, het zal nét 1,5 meter geweest zijn, ook onder water, toch wel wat succesjes mocht bijschrijven. Waar ken ik dat van, wie lacht daar?
En over die 1,5 meter gesproken; wat zit er toch in mannen - had eigenlijk een aparte blog willen maken met als titel Herenliefde. Nee niet die...  - dat ze denken dat die 1,5 meter niet voor hen geld? Is het niet cool om je wat voorzichtiger te gedragen, zijn vissers (net als bouwvakkers) teveel macho, of denkt men net als rokers dat men onkwetsbaar is, dat het hén niet zal raken? Of toch gebrek aan hersencellen, aan gezond verstand? Als ik mensen aansprak op hun te directe nabijheid keken ze me glazig aan, op welke planeet woon je dan?  In elk geval is mij opgevallen dat, op een enkele uitzondering na, iedereen gewoon op elkaars lip kruipt, eigenlijk nóg dichterbij dan normaal in het kader van wij zijn zo stoer! Zowel bij het komen buurten, en dat gebeurde veel door de drukte, als wanneer ik iemand, zelf altijd op gepaste afstand, aansprak. Die stond dan in no time toch vlak naast me.
Inmiddels is (op moment van schrijven eind mei) bekend dat in de buitenlucht de besmettingskans kleiner is, maar dat wisten we in april nog niet, en daar gaat het ook niet om.


BB & R; goeie naam voor een rockband



Ook positief, nergens in mijn regio zijn de zonsondergangen in april zo mooi 'diep' als hier, en elk voorjaar blijkt dat weer. Geen vervuilende objecten in de horizon. Ruimte zover als je kunt kijken. Geen wolken, want geen regen. Een speciale kleur, die heel lang nagloeit, en elke keer weer. Bijna inwisselbaar per avond. Elke foto op een andere stek. Heb daar twee jaar geleden ook eens wat van laten zien. Dat heeft me elke keer weer geraakt als ik daar wat van meekreeg.







Als nachtelijke frustratie paartjes eenden die de nabijheid zoeken van vissers als veilige haven én met makkelijk voer, en waarvan het vrouwtje dan wordt opgezocht en opgejaagd door rondzwervende groepjes geile woerden, waarbij het geheel aan opvliegende en landende eenden regelmatig terechtkomt tussen je hengeltoppen en lijnen, jou telkens wekkend in een crescendo van uitschreeuwende Delkims. Met recht vermoeiend.





Nog moe van het opgejaagd worden. Op vrijwel elke vaste stek een paartje.


Hoe het me verder verging? Aanvankelijk had ik er plezier in, want vissend, en wist ik wat mooie - niet beste, maar mooie - brasems te vangen. Maar gaandeweg de sessies ging het mij steeds slechter af, de vissen werden kleiner, of ik blankte of ik had een meer dan smerige bijvangst (die zeker ook te denken gaf). Die bijvangst had ik graag willen vermijden, heb destijds in 2000 al een hengel geweigerd waar er eentje van 2.28 meter aanhing en daar nooit spijt van gehad. En dat ik een hele zware brasem verspeelde tijdens een van die sessies, de bekende zak zand en nee, geen karper, verhoogde de feestvreugde ook al niet. Dat had de vis van dit voorjaar moeten zijn. En er kwam geen tweede kans, ondanks bemoedigende woorden van BB, waarvoor dank, want vanaf dat moment werd het minder.
Het voelde als werken (zoals ik me dat voorstel voor een baas waar je niet gek op bent), verplichting (aan mezelf) en uiteindelijk zonde van mijn tijd en inzet, de laatste sessie had ik zelfs een hekel aan mezelf, en bijna aan vissen en ben ik halverwege gestopt (na 1 nacht al) en ben ik mijn wonden gaan likken aan een water met grote zeelt, waarvan de eerste gelijk binnen het uur mijn eigen nieuwe water-PR opleverde, maar dat is voor een andere blog, met beloofd een vrolijker toon. Toen had de paai al ingezet, ondanks de nachtvorst.


Herfst?

In de sloot schiet de paaiende brasem van links naar rechts... terwijl ik blij ben nog de winterslaapzak mee te hebben


De vangsten? Zoals ik al zei wilde het aanvankelijk wel en zat er een opbouw in, ik kreeg wat greep op het water, voor zover dat hier sowieso kan. Toen kwam er een koudegolf, en ik dacht "kasie", want normaliter het moment om te gaan cashen, dat heb ik (we, destijds nog met John H) al twee eerdere voorjaren gezien. Maar in dit geval stortte de hele boel in, kwam er geen normale vis meer boven. Slecht kleinere vis, naast de losgeschoten bak. En zelfs dat stopte... Een ingewijde drukte me op het hart blij te moeten zijn met wat er wel uitgekomen was, want over de gehele linie was het uien geweest, maar als je streven een 6 kilo plus vis is dan is een 5 en een beetje niet genoeg. Ondanks dat ook dat unieke vissen zijn die niet zomaar 'overal en in steeds grotere mate' te vangen zijn.
Dat ik uberhaupt nog leuk ving kwam m.i. door een wijziging van aas, niet alleen maar maden, maar ook wormen. De methodfeeders werden helemaal genegeerd. Alle grotere brasems kwamen op die wormen, en 's nachts. De vieze bijvangst trouwens ook. Dan werden de wormen voldoende met rust gelaten door klein gespuis om het voldoende uit te houden tot er brasem arriveerde. In eerdere jaren was gebleken dat hoe kleiner en dunner het haakje hoe meer vis je ving, dus standaard viste ik inmiddels met maatje 14. Achteraf geen slimme combi met wat groter aas zoals een worm, ondanks voldoende lengte van de hair (want de worm op een clip). Wijt er de losschieter aan. Dure les.


Goed begin

Hoopvolle voortgang

Zou dit... ?

Kwam dus nog wat te kort, maar wat een potentie! Wat je niet ziet is de breedte. Handbreed.

Gewone brasem blijkt er ook te zitten, maar gezien de inspanningen was ik daar ook blij meer. Toch 3700 gram.
En elke vis hier telt voor twee...

... zelfs als die maar 45 cm is. Microkoppie!!

Dit gaat me te ver, hier trek ik de grens, dit mag voorbij zwemmen en zich over een jaar of wat melden. Bij anderen dan.

Getver!!!

Met dank aan een naief en volkomen in het duister tastend Waterschap.
Heel veel dure, onzinnige ingrepen zijn er gepleegd om het water "zwemwaterkwaliteit" te geven, waaronder afsluiting
(lees; versnippering). Eénmaal raden wel deel het zwemdeel is...en dat al begin april...

Ondanks het bikkelen heb ik genoten van de schoonheid der dingen, bedankt!


maandag 4 mei 2020

Bitterzoet

Heb er sterk aan getwijfeld of ik wel door wilde bloggen in deze heftige tijden die aan (vrijwel) niemand voorbij gaan, voor zeer velen in materiële zin en voor wie het extra slecht treft zelfs in fysieke zin, tot de dood aan toe... In mijn ogen in 1 woord verschrikkelijk. Voelt als oorlogstijd, of wat ik me daarbij voorstel aan biologische oorlogsvoering. Probeer er nuchter onder te blijven. Maar bloggen is dan m.i. toch een vorm van veredelde prietpraat.
In dat kader, al van het woord coronablokker gehoord? Als je er op googled vind je niks, maar het staat voor iemand die er niets van wil weten, en er dus geen informatie over op neemt, alle regels negeert en/of zich er niet naar gedraagt. Kan me er niks bij voorstellen, we hebben toch allemaal wel kwetsbare mensen om ons heen waar we van houden of waar we om geven?
Aan de andere kant, zes weken thuis zitten als gezin zonder al te veel sociaal vermaak, ik geef het je te doen en neem mijn petje af voor al diegenen die het gelukt is, vooral de jonge mensen. Geen vrienden, geen feestjes, geen school. Lijkt me meer dan een hele opgave, en volgens mij heeft de jeugd het meer dan oke gedaan.

Mijn moeder is 87 en nog zelfstandig, maar moet het toch even zonder haar familie stellen. Hard!

Ik blijk te vissen in een gebied ergens in Zuid Holland met een gemiddeld hogere concentratie coronabesmettingen (per aantal bewoners, dus wel relatief), zo verneem ik uit de krant, en mede daarom een overvol plaatselijk coronacentrum waar veel mensen verpleegd worden en/of overlijden, en dat voelt raar met mijn regelmatig daar langs rijden vol persoonlijk goed gevoel over gedane vangsten. Moet ik mijn avonturen dan wel delen? Past dat wel? Mijn nuchterder wederhelft merkt terecht opdat we zelf vlak bij het Westeinde Ziekenhuis in DH wonen en dat het daar niet anders is, of ik daar wel op dezelfde manier last van heb? De opmerking zorgt er in elk geval voor dat je dit nu kan lezen. Laat ik het van de positieve zijde benaderen en de blog dan maar als quarantainment zien voor al diegenen die thuis zijn komen te zitten.

Het voorjaar is zeelttijd, en brasemtijd, en graskarpertijd, en recentelijk ook weer karpertijd. Om gek van te worden, alles gaat min of meer (gelukkig slechts min of meer) tegelijk 'aan'. Om er voor mezelf wat handen en voeten aan te geven heb ik dit vroege voorjaar tot half mei tot brasemtijd bestempeld, "de grassers doen we dan wel tussendoor", en pas vanaf half mei moet het zeelttijd worden. Voor de karpers zal en kan ik wel wachten tot de zomer. Ik geef toe, zal dan niet al teveel zeelt vangen, maar waarom ook, heb er al vele honderden op de mat gehad de afgelopen 20 jaar. Beter weer wat memorabele vissen, kwestie van juiste plek op juiste moment.
Maar ja, het bloed kruipt toch... dus al wel wat verkennende zeeltsessies gemaakt (zie ook de vorige blog), en er zelfs eens eentje geplaatst op de tot nog toe zeer leuke FB-groep Tincahunters, met een heel divers gezelschap aan zeeltvissers. Alle niveau's eigenlijk. Als je de lijst met leden naloopt, ruim 3500, zitten daar vele bekende ineens als zeeltvisser vermomde karpervissers bij😎. Zeeltvissen is dus hot! Wie had dat gedacht al die jaren geleden toen ik afscheid van het KSN-bestuur (KarperStudiegroepNederland) nam in 2007 na een aantal bestuurlijke tropenjaren - en ik niet net als de rest van diegenen die afzwaaiden een karperreproductie van Remco vd Berg kreeg, maar een unieke litho van Chris Turnbull (en ook nog eens een van mijn eigen zeelthelden), omdat ze wisten waar mijn liefde lag - dat het deze kant op zou gaan?
Al vanaf het prille begin werd ik niet geheel serieus genomen als ik verkondigde zeeltvisser te zijn. Maar de lichte 0,75 lbs stokjes, de dunne lijn en het kleinere net waren in de regel overtuigend genoeg. Een perfecte uitgangspositie om goede info te krijgen, kan ik je verzekeren. Overigens, met brasem is dat nog steeds zo, vissen op grote brasem is voor slechts een heel klein groepje weggelegd. Ik las ergens in een recent artikel dat er inmiddels overal in het land grote brasem zou zwemmen? Vond dat een beetje speculatieve apekool, waarbij de wens waarschijnlijk (hopelijk eigenlijk) de vader van de gedachte is, en kan dat niet bevestigen, zeer zeker niet als het om de 5 kilo plus variant gaat, nee dan heeft de zeelt het veel beter gedaan de laatste decennia.

Na mijn recente zeeltposting op FB's tincahunters kwamen er een paar reacties los, zoals bij iedereen wel, maar er zat er 1 bij die mij wat deed. Zie foto. Was van de beheerder/oprichter van de groep. Goh, heeft het publiceren over zeelt tóch zin gehad, is de bal ergens gaan rollen, en tijdens het rollen ergens blijven liggen. Voel me daarover dan wel trots, toch ergens een footprint achtergelaten. En vind het leuk dat op mijn eigen plek, hier, te vermelden.


Ik werd er warm en een beetje verlegen van, was in elk geval gevleid


Hij hangt nog steeds, ik ben er gehecht aan


Lijkt nog winter... en toch gaan we zeelten

Bruut baasje, wat hij aan lengte tekort kwam compenseerde hij met kracht en bouw, dacht echt een karper(tje) te hebben

Ain't she sweet? Met de pen!

Onverwachte grootwaterzeelt, die het prima deed op het 1,5 LBS penhengeltje

Hier werd ik dan weer even minder blij van, te vaak gevangen in korte tijd... en met de verkeerde materialen. Voorzichtig aan, tincahunters, zeelt heeft een delicate bek. Met zijn allen op toerbeurt een klein water 'bestoken' laat sporen na.

Een highfive waard, voorseizoen geslaagd. Scroll ook nog even terug naar de vorige zeelten:-).

Niet de beste tijd, wanneer het water "omkeert", dus deze keer dan ook een blank. Volgens mij is dan de zuurstofhuishouding even van slag en daarmee ook de vis, alle vis.

Maar al dat vroeg aanhoudende warme weer deed me beseffen dat ik op korte termijn mezelf toch wat tekort deed, brasemjagen bleek hard werken, en even snel moest schakelen. Zowel brasem als zeelt konden nog wel heel even wachten, al hoewel de brasem niet al te lang meer, met zo'n voorjaar zou het wel eens eind april al afgelopen kunnen zijn als er niet een koude periode tussendoor kwam. En dat was het al snel...
Maar toen ik een app van Arnout T kreeg met boodschap dat het al kon, grassers vangen, gezien zijn eigen vangst, ergens begin april, ben ik gelijk op pad gegaan. In drie sessies vier vissen. Heel veel gezocht in een behoorlijk groot poldergebied, ondanks mijn behoorlijk weten waar te zijn, dus de nodige kilometers gemaakt. Maar dat maakt in het vroege voorjaar niet uit, het is er dan heerlijk, één grote lithium-ion batterij.


Savoureren

Meters maken is het credo

De koeien weer los...

... en uitermate nieuwsgierig...

... en de vis ook los. Hier zocht ik naar, stofwolken = vis. De spiegelkarper (want dat is het) heb ik verder niet op de voerstek aangetroffen.

Boerenkunst

Pas nadat ik de vissen vind ga ik over tot het maken van stekken, ik sluit dan de vissen op tussen de stekken, in de hoop dat ze linksom of rechtsom er één tegenkomen, en zin hebben in wat makkelijk voer. Zo vroeg in het voorjaar met goeie watertemperaturen, maar nog niet veel plantengroei, lees vreten, is het dan al snel bingo. Mijn ervaring. Wel geef ik de stekken minstens twee uur tijd om 'in te wateren".
De eerste sessie heb ik vijf minuten gevist en toen kwam de opsteker al. Dril op het scherp van de snede. Kat in het bakkie, ze schieten (met de juiste haken, lange punten!!) zelden los.
Sessie twee zal de eerste aanbeet niet veel langzamer geweest zijn, én hetzelfde volgde bij stek 2. Dat waren dus qua vistijd korte sessies, maar met maximaal resultaat. En toch de hele dag op pad. Alle vis op een combi van worm en zoete mais, inclusief de plastic versie van die laatste om de zaak wat van de grond te liften, of om op te laten vallen.


Gelijk maar de jackpot

Vechtersbaas

Niet de grootste of langste, maar met een speciale glans in de schubben, goed te zien bij wat uitvergroten

Sessie drie iets opmerkelijks. Na een zoveelste nacht blanken op Abramis Gigantica had ik behoefte aan een 'kromme lat'. Dus gelijk door naar de polder. Helen vond het maar een dubbelzinnige uitspraak, en gelijk had ze, maar ik ging écht naar de polder. Had het niet voorzien, was dus zonder penhengelgerei, maar omdat ook maar een naam is, is een van de twee brasemhengels omgebouwd tot penhengel, dat was te doen. Door het relatief korte handvat (2 lbs barbel) kwam ik niet eens zoveel lengte tekort om voldoende weg te blijven van de oever. Vier stekken aangevoerd, en tijdens het bekende inwateren een andere polder bezocht, eens kijken of ik wat zag zwemmen ter plekke. Man, wat hebben we aangericht als HSV; auto's in de berm, tenten met rubberboten a la Du Der langs vaartjes van 10 meter breed en 50 cm diep, verderop weer vissers met de auto vlak voor woonhuizen, en die rij was zonder end. En mijn ergernis ook. Is dat poldervissen? Met dank aan de "promotionele videoindustrie"? Wel opvallend dat het juist deze polder is, terwijl er overal vis uitgezet is... tijd voor wat verboden of beperkende regels als we hier willen blijven vissen met zijn 'allen'.
Afijn, dat terzijde. De drie eerste stekken bevatten allemaal azende vis. Zo, die zijn los! Maar een goede echte aanbeet ho maar, maar soms moet je toch meppen, want dan lijkt het op een aanbeet. Maar het uitblijven van de bekende heerlijke weerstand en direct erna een megakolk op de stek verraden dan wederom een misgeslagen lijnzwemmer. Dat waren er vandaag dus al twee, en bij stek drie vertrekt de vis weer zonder mij uberhaupt de kans gegeven te hebben te meppen. Ondertussen heb ik onverwachts bezoek gekregen. Opeens dook Andries Hoekstra op, mijn favoriete blogger, naar zijn stukken kijk ik altijd uit, het feest der herkenning. Hij zag mijn auto staan, en is bekend in het gebied, dus had me zo gevonden. We praten wat, en samen zien we het gestoei van de dobber. Ik ben er van overtuigd dat dat dansen van de pen wordt veroorzaakt door een groot lijf of staart dat tegen de lijn aan stoot of die meeneemt. Niks beet hebben. Andries is het met mij eens, zou ook niet geslagen hebben. Penvissen is iets dat je moet leren, dobber onder is niet automatisch ook echt beet. Als twee schooljongens zitten we op onze knieën en aanschouwen het tafereel vlak voor ons... Op een X-moment is het tijd voor Andries om op te stappen, hij gaat ook vissen, heeft elders in de polder wat stekken gemaakt en dit is zijn inwatertijd. Ik sluip naar stek vier. Stek vier is dood(s), dat merk je direct, dus snel terug naar de eerste stek, hier in de buurt was het water het meest troebel. Ik verwacht hier snel een herkansing. En ja hoor, net als ik zit komt van rechts een grote vis aanzwemmen, met zijn grote staart deels boven water uit, mijn kant op. Ik zit voor een opkomend leliebed te vissen zodat maar de helft van de sloot over is, dus de vis móét over mijn voerstek komen. Eerlijk gezegd verwacht ik weer een lijnzwemmer, en ja hoor, zodra de vis langskomt gaat het pennetje mee naar links lopen, de lijn volgt snel, ik kan het niet negeren en sla aan. Hangen?! De vis keert, komt het leliebed tegen en verheft zich uit het water. Wauw, zie direct weer een hele lange te hebben, de al dan niet aanwezige buik zal het gewicht bepalen. Mede door het lichte stokje een onvergetelijke dril. Hij of zij weet niet van ophouden. Awesome.
Als ik terug naar huis langs het medisch centrum rijd applaudisseer ik in mijn hoofd voor al die mensen in de zorg die hun werk verrichten, al dan niet met gevaar voor hun eigen gezondheid. Wordt tijd voor die meer dan terechte salarisverhogingen!


De gespotte karpers lieten verstek gaan, had al twee keer misgemept, op lijnzwemmers... bloedstollend

I'm oke!