zaterdag 18 januari 2014

In the twilight zone...

Anders dan andere winterweekenden eens op een zaterdagochtend gaan vissen in plaats van op de zondag. Kwam zo uit. Door het voorvoeren eigenlijk. Voorvoeren? Had vorige zondag besloten om vlak bij huis eens een water te gaan bevoeren. De Engelsen doen niets anders, maar bij ons is dat nog geen gemeengoed met dode aasvis. Ook op internet is daar nog maar weinig over te vinden, dus toch een beetje het wiel zelf uitvinden. Eerdere voersessies hadden eigenlijk helemaal geen resultaat gegeven, ook de twee pogingen dit lopende winterseizoen niet. Voel me nog een beetje een rare in dit specifieke deel van het roofvissersmetier.
Terug naar vorige zondag. Na het gebruikelijke vissen een deel van een van de lokale wateren in kaart gebracht met de voerboot plus visvinder en besloten om een bepaald deel dat goed diep was en zeker niet te ver van de oever te bevoeren met de overgebleven (stukken) vis van de voorbije sessie. Gewoon met een voerschep en een soepele lange steel, 40 meter is zo haalbaar.
Deze methode herhaald op dinsdag- en donderdagochtend in het donker (en voor de files uit). Telkens 600 gram aan vissen het water in, zo'n 12 stukken. Gezien de te verwachten hoeveelheid snoek op dit water zou dit niet teveel moeten zijn.

Vandaag, zaterdag 18 januari, dus terug. Ik moet zeggen, de verwachtingen waren hoog. Temeer daar de vismaten -eigenlijk bij toeval- gister aan de overkant hadden gezeten en met drie man en zes hengels de gehele dag niets gevangen hadden, al grappend "dat ze waarschijnlijk allemaal al op mij lagen te wachten..."
Niets bleek minder waar, ik zag evenzo goed niks, geen enkel teken van leven. Wat te doen?

"Nothing but the sky and the trees..."

Over naar plan B, ik wilde nog even wat visspullen bij een van de plaatselijke hengelsportwinkeliers halen en daarna door naar een ander lokaal water, met de bedoeling daar een snoekbaars te vangen. Eindelijk eens. Al veel te vaak had ik op dit water gezeten met dood aas en slechts 1 keer eerder was een echt kasteel mijn deel geweest. En dat terwijl wij weten dat er voldoende snoekbaars moet zitten ter plekke. Je zou zeggen 'onder de bruggen', maar het gekke is dat ze daar nooit onder vandaan komen. In elk geval niet overdag, als je zou verwachten dat ze zoveel mogelijk de donkerte zouden opzoeken. Snoekbaars is een liefhebber van de schemering, dus er een keer het donker in vissen leek me een goed idee. Gewoon op het wijd en een beetje uit de buurt van de doorkruisende doorgaande weg. Had ik ook niet zo'n last van de stedelijke omgeving, iets dat me eerder telkens zeer ambivalent maakte en er ook voor zorgde dat ik hier niet echt doorzette tot nog toe.

Nadat ik uit de winkel teruggekomen was ging ik eerst even wat peilen en zowaar vond ik een veelbelovend klein richeltje. Hiernaartoe de aasvissen 'gedirigeerd' per bootje. Het duurde niet lang voor de linkerlijn ging lopen, heel rustig, eigenlijk was het meer kruipen. Centimeter voor centimeter werkelijk. Ik heb niet gewacht tot het zaakje lekker vlot liep à la snoekbaars (de rook kan van je molen af komen... en dan alsnog een gat in de lucht slaan), maar direct de haak gezet. Geen slechte keus, want ik voelde flinke tegendruk, voelde eigenlijk meer als een flinke snoek, maar het was al met al toch een mooie snoekbaars. Als gehoopt. Zij had er zin in, want de halve horsmakreel was helemaal naar binnen toe. Even op de kiek en terug maar weer. Voorbijgangers vonden het zonde...

Hierna nog een uurtje gevist in de hoop er nog meer te kunnen vangen. Het zijn net wolven, "they hunt in packs". Maar geen teken van leven meer verder. Ik ga hier nog wel een keertje terugkomen, to be continued.

Zo is het niet eens zo heel lelijk


Laatste licht


donderdag 16 januari 2014

Zoek de verschillen

Eerste Kerstdag is voor mij een verplichte vrije dag. Zo ook afgelopen 1ste Kerstdag. Maar omdat ook ik niet geheel ontkom aan wat sociaal gekeuvel en aanverwante zaken heb ik besloten alleen maar de ochtend te gaan vissen. Dus naar een water waar met name de ochtend succesvol is. Een meer dan prachtige ochtend, niets doet aan hartje winter denken, laat staan aan Koning Winter. Ik kan het af in mijn trui.

Die ochtend vang ik in goed twee uur vissen drie snoeken en mis ik een vierde. Op zich niets bijzonders, maar prettig is het wel. Ik hou van actie, van beet, van een kromme hengel en van elke keer weer de verrassing van wat er aan de andere kant van de lijn hangt. De grootste van de drie mag op de kiek. Ik noem haar Tilde, nee niet Mathilde, het is geen typevout. (Degenen die weten wat een tilde is zien wel waarom.) Normaliter ben ik niet van de lengtematen op deze plek (van de vis), maar nu is het even van belang. Een van de vismaten had nog iets eerder in de tijd al een stevig gebouwde snoek met een kreukelstaart gevangen op 98 cm, zelfde stek, dus ik dacht eigenlijk die gevangen te hebben en was dus extra zorgvuldig met meten. Het meetlint kwam echter tot 102 cm. Twee keer zelfs, geen enkele twijfel aan. Een magische meter... Nee, het was een andere. Zeker weten.

Twee weken later - ondertussen 2014- weer de wind zodanig dat er lekker in de luwte te vissen is, dus dezelfde stek. Dan ligt de witvis mooi op het talud. Hetgeen bevestigd wordt door de vele signalen en piepen op de visvinder. Dit keer weer vier lopers, waarvan ik er twee vang (en al heeft dat specifieke verhaal op zich ook blogwaarde, ik wil me nu even tot de essentie beperken), de tweede een prachtige forse vis van 99 cm. Ook twee keer gemeten, ook geen twijfel. Zelfde meetlint, zelfde vlakke onthaakmat, zelfde ondergrond, zelfde meetmethode. Als altijd.
Ik zie het eigenlijk al met terugzetten, het moet Tilde zijn. Kon me dat niet voorstellen, want drie centimeter er naast gemeten of echt drie centimeter gekrompen, dan wel uitgezet? Bij het vergelijken thuis achter het beeldscherm heb ik maar 1 seconde nodig. Dezelfde vis. Bizar. En dat te weten dat zowel de bouw als de kreukelstaart wel heel dicht tegen de fysieke kenmerken van de vangst van de maat aan liggen, de voornoemde vis van 98 cm. Waarbij de waarheid al snel zou kunnen komen te liggen bij mijn 99 cm of daaromtrent, maar ik twijfel toch geen seconde aan mijn eigen meten van de eerdere 102 cm... Vismaat John zei het al eens "meten is niet weten".


Zoek de verschillen
Riet, lucht en water, meer heb ik niet nodig. En vooruit, zo nu en dan een vis...