woensdag 27 november 2013

Murphy naar huis!

Een paar dagen na de prettige vangst van wat mooie snoeken (artikel Murphy naar huis?) kwam er een onverwacht gaatje in mijn aardig dichtgetimmerde door-de-week-planning, met dank aan het natte weer en konden de haringen weer de koelbox in. Op naar de visgronden!

Twee van mijn maten waren al net iets eerder gearriveerd en hadden samen een van de topstekken bezet. Voor hen kon het wachten nu beginnen. Al hoewel 'wachten'... zodra vissen wachten wordt kap ik er subiet mee. Het is geen wachten, het is er zijn, being there, en in het moment zitten, de verstrijkende tijd beleven. Transcendentie bijna. Ach, tegen wie heb ik het, jullie zijn ook vissers.
Ik nam plaats op een van de andere strategische plekken om een zone te bevissen die voor mij redelijk nieuw was en ook tot nog toe in algemene zin niet al teveel vis had opgeleverd binnen de groep; de prairie zeg maar, niet al teveel 'geaccidenteerd terrein', in tegenstelling tot andere stukken.
Ik kijk naar de overkant en ervaar mijn maten als naast me zittend. Ondanks de paar honderd meter afstand hoor ik de Haagse tongval in de verder onverstaanbare klanken die via de wind naar mij toe worden gestuwd. Toch gezelliger met meerderen van gelijke gezindte, al zit je niet op gespreksafstand. Zo'n winterdag alleen uitzittend vraagt toch om een andere mentale benadering dan de makkelijker solovisserij in de zomer.

Als ik alleen vis hang ik er slechts één enkele dreg aan, geen takels meer sinds ik met twee handen aan een en dezelfde (bovenste) dreg vastgezeten heb, met aan de onderste dreg een forse snoek en tussen die twee in ook nog eens het net... tijdens de schemering in de regen, op mijn knieën boven het water en 20 minuten van enige bewoning... ik ben genezen. En het hoeft ook niet, misslaan is er zelden bij. Echt zelden. De snoek kan zo beter zowel met de hand als het net geland worden zonder complicaties door losbengelende dreggen en de onthaking is een peuleschil. Los van het vangen zelf (je moet 'm toch haken, dat valt niet te vermijden...) gaat het welzijn van de vis bij mij toch voor alles.
Dus; onthaakmat vlak bij de hengels en lange onthaaktang en eventuele kniptang ernaast klaarliggend. En koop een goeie, dat is de snoek waard. Die van mij is van het merk Knipex, met een lange steel en smalle kop, type betonschaar. Het kost wat, maar gaat een mensenleven mee en als je er om verlegen zit ben je blij dat je zo'n echte tang hebt. Al die tangen met een hengelsport(merk)naam zijn waardeloos. Excusé heren hengelsportmateriaalfabrikanten.
De enige keer dat er bij mij nog een takel aan te pas komt is als ik grote (30 cm) aasvissen inzet, maar die dus noodgedwongen alleen bij gezamenlijke visacties. Het liefst vis ik met een sardien, die heeft me nog nooit in de steek gelaten, maar dit jaar zijn de haringen ook wel favoriet binnen het clubje waarmee ik gegevens uitwissel, en favoriet omdat ze bij de snoeken ook favoriet zijn. Lekkere vette vissen, die als ze gedumpt worden op de stek, een dooie plek in de golven achterlaten door het vele vet.

Van dat zware licht, vol van duistere maar mooie beloften

Een prachtige ochtend weer, beetje regen, beetje wind, beetje wolken, maar wordt het de zoveelste blank? De aalscholvers zijn in elk geval zeer actief, sowieso hier op dit water dit jaar. Veel meer dan voorgaande jaren. Heb ondertussen mijn eerste aalscholver al 'binnen' in een eerdere sessie op een vergelijkbaar water, waarbij we beiden uiteindelijk met de schrik vrij kwamen. De vogel zat met zijn poot verward in de onderlijn, maar die lag op 8 meter diepte...
Ook nu weer jagen kleine groepjes aalscholvers van links naar rechts en terug, een van de onderwaterrichels (of de geul die er naast loopt?) volgend. Telkens als ze bij mijn aasvissen in de buurt ben probeer ik ze met netzwaaien (zou een Olympische discipline moeten worden, zwaar werk, pffff) en/of handenklappen op afstand te houden. Maar ja, die vogels weten ondertussen ook wel dat die oeverbewoners niet over het water kunnen lopen. Dus ze hebben er schijt aan.
Als een van die duikende aalscholvers weer vlak bij een van mijn aasvissen verdwenen is en mijn linker pike-swinger nerveus gaat bewegen denk ik zo'n aalscholver te pakken te hebben, of beter, hij mij. Ik wacht niet tot de boel gaat lopen zoals bij een snoekaanbeet en sla al direct aan, hopend de aasvis, en daarmee de dreg, uit zijn bek te jassen. Dat lukt in 99% van de gevallen. Maar het beest komt boven en vliegt weg, dus die kan het niet zijn... Vis? Het lijkt er echt op, en het blijkt zelfs zo. Ik dirigeer de vis rustig naar me toe, waarom zou je forceren? Zij gaat zo het wachtende net in.
Een prachtsnoek! Geen echt monster, maar dat geeft niet, ik ben er blij mee. Elke doodaas-snoek is er één. Er is een tijd geweest dat ik er niet warm of koud van werd, maar die tijd ligt al een jaar of wat achter me.

Het geluk is met me als een van de maten net op dat moment een praatje komt maken, kan hij samen met mij deze vis bewonderen en snel de foto's maken. Alles voor het welzijn van die vis, nietwaar? Tevreden zie ik deze dame weer de diepte inzakken. Allebei een ervaring rijker.

Blij!!

Snel weer de hengels terug want de ervaring leert dat de aasperiodes ook al in november vrij kort zijn èn er vaak diverse snoeken bij elkaar liggen. Waarschijnlijk draaien ze als een pack U-boten om een vloot met prooivis gelijk Liberty-schepen heen. Beetje bij beetje de school decimerend.
En ja hoor, binnen het uur een loper op dezelfde hengel. Nu een normale; wat piepen van de Delkim, een opwaartse beweging van de pike-swinger en dan gaat de lijn rustig lopen. Ik wacht heel even, geef nog wat lijn, doe de beugel dicht, check de slip, en geef een forse beuk. Ha, wat voelt dat goed! Gotcha! Het voelt aan als een forse vis en meekomen is er nog even niet bij. Bijkomend handicap is de kleirug waar ik deze vis overheen moet halen (de aasvis lag onderaan het talud) en deze dame is nog niet van plan heel erg mee te werken. Ik voel dat het een behoorlijke snoek is, een behoorlijke metah? (Dat is Haags voor meter.)
Ook onder de kant behoorlijk geef- en neemwerk. Bij scheppen van de vis herken ik haar, yellowtail, ook vorig jaar al eens gevangen, toen inderdaad op een metah-plus. Gegroeid? Nee, gekrompen, zelfs met twee centimeter... dat gegeven op zich is al een (blog)discussie waard. Nergens zoveel verschillende metingen als bij (dezelfde) snoeken. Het gaat dan telkens maar om een paar centimeter, maar toch. Binnen het clubje met vismaten meten we allemaal met dezelfde methode en dan nog komen er vaak kleine verschillen voor. Iets dat bij andere vissoorten veel minder voorkomt.

Yellowtail


Zo, da's al twee in de pocket en aan de overkant is het nog steeds stil. En omdat het nog steeds kan ook deze keer de hengel weer snel terug. Vandaag ben ik hebberig.
Zo tegen tweeën weer een aardig zwikkie aalscholvers, veel te dichtbij naar mijn zin, en ook nu een blerende Delkim en dito aflopende lijn. Nu dan toch de Zwarte Pest aan mijn haak? Maar de vermeende  haringdief komt al boven en vliegt weg terwijl mijn lijn nog afloopt. Opnieuw vis! Het bekende ritueel volgend wat eindigt bij aanslaan wordt gevolgd door een kromme hengel. Heerlijk dit, drie lopers en drie keer hangen. Ik voel al vrij snel dat er een van de mindere goden is. Al is dat erg relatief, met kunstaas vissend in de polder zou het The Catch Of The Day zijn. En al hoewel ik erg van het fotograferen ben (zo hebben we een van de huidige monsters al als 90-er ontdekt, en kunnen ervaren dat er elk jaar 5 tot 10 cm bijkwam...) laat ik deze vis direct zwemmen, ondanks het uitstralen van potentieel om ook groot te worden, het is mooi geweest.
Ik ga nog niet weg, er is vandaag een voorspelling geweest van een der twee vismaten dat mijn rechter hengel rond 15.00 uur zou gaan lopen en er een van de Grand Old Ladies aan zou hangen. En inderdaad staat er een op mijn verlanglijstje. En hij kan het weten, zelf al King of the Hill. Omdat ik het graag geloof blijf ik in elk geval tot die tijd zitten, maar het mag niet meer baten, geen beten meer. Hoeft ook niet, ik ben zeer verzadigd en tevreden. A man in peace with the world.
Als ik even later de twee mannen tegemoet loop om even na te praten, wordt mij medegedeeld "eruit gevist te zijn door een karpervisser!" Tja, dat moet ik toch even rechtzetten ter plekke. Ik ben allang geen karpervisser meer (zou dan met enige regelmaat last van grote plaatsvervangende schaamte hebben tegenwoordig, de goeden niet te na gesproken...), maar vis slechts nog maar òp karper. Zo nu en dan. (En dat dan weer wel met veel plezier, dus ik kijk er geenszins op neer.) Dat verzacht de pijn behoorlijk.

zondag 24 november 2013

Murphy naar huis?

Oktober/november

Normaliter maanden met vele highlights als het gaat om roofvisvangsten, maar het lukte me deze periode maar niet om van Murphy op mijn schouders af te komen. Ondanks het regelmatig gaan vissen. Ondanks het prettig kouder worden van het water, met de juiste stormen en depressies, en natuurlijk... de onvermijdelijke regen. 






Botte pech, omdat in de dagen om mijn eigen vissessies heen wel gevangen werd, en op dezelfde stekken. Door bekenden. Maar een mens moet nou eenmaal ook wel eens werken...
Genoten is er wel, eigenlijk elk weekend wel een water bevist, zowel bekend als nieuw water. 

Daarbij ben ik een langetermijns-voersessie begonnen op een lokaal water. Den Haag is gezegend met een van de grootste markten van Nederland en de afdeling verse vis is bijzonder groot. De concurrentie maakt dat de vis zeer betaalbaar is, € 10,00 voor 5 kilo horsmakreeltjes leek me dus een goede start. Om de dag zes horsmakreeltjes op een door mij geselecteerde zone in het uitgekozen water een goede voortzetting. Na vier voerdagen (een week dus) maar eens gecheckt of er al snoek lag te wachten. Uiteraard met hengels en vis. Bij aankomst werd ik uitgelachen door zes uitbuikende aalscholvers, gezamenlijk op een rijtje op de steiger. Na ingooien van de vissen stonden de toppen niet stil, niet vanwege de vele snoeken die er vandoor gingen met een maaltje horsmakreel, maar vanwege de knabbelende krabben of kreeften, zo nam ik aan, al bleek aan de aasvis bleek niets te ontdekken, dus het kan niet anders of de fors aanwezige populatie witvis heeft zich hier verzameld, knietje vrijend met mijn lijn...
De roofvis liet het (nog) afweten, maar het zal een kwestie van wat langer voorvoeren zijn. Ik heb er alle vertrouwen in. 

Ondertussen bleek ik een voorkeur voor mooie luchten ontwikkeld te hebben, waarschijnlijk bij gebrek aan beter.









Bijzonder fraai exemplaar, dat ook nog eens de maand redde... in elk geval tot dan toe


Op 24 november bleek er toch vis het net in te kunnen rollen. En wat voor één, niet zozeer qua formaat, maar een prachtig gebouwd en gekleurd exemplaar. Ook vismaat John had een overeenkomstige vis. The spell broken?


Prachtig getekende snoeken