zaterdag 8 juli 2017

R.I.P.

Dacht ik de vorige blog nog een grapje te maken met het opgekomen riet dat mij letterlijk de weg naar het water versperde, mij tot het "tot hier en niet verder" brengend, de Limboland-sessie korte tijd later deed dat letterlijk. Blijkbaar hing er al iets onvermijdelijks in de lucht, maar had ik de signalen nog niet goed geduid...

Al bij aankomst loop ik tegen een tot hier en niet verder aan; de door mij geliefde steiger waarmee ik "om een hoekje kan vissen" is verdwenen. Verwijderd wegens houtrot? Kan het me enigszins voorstellen, want de laatste keer dat ik hier was stond ie onder water... Da's mooi klote dan, want zo is door het niet kunnen bevissen van deze zone niet goed vast te stellen of de bulk van de zeelt zich in deze paaizone heeft verzameld. En moet ik het doen met de zone aan de andere kant van het watersysteem. Maar daar staat mijn naam niet op (letterlijk en figuurlijk niet, want in de volksmond ter plekke 'Luc's stek', nog steeds... zoiets als een Nederlands Kevin Ellis Point op lokale schaal), ik krijg het daar nooit zo lekker lopend, ben altijd teveel van solitair passerende vissen afhankelijk, terwijl het hier op dit water juist bij het vinden van de hoofdgroep oneerbiedig gezegd serietjes draaien kan zijn, met statistisch dan gelijk de meeste kans op een grote(re). Eigenlijk een beetje hetzelfde als bij grote brasems vangen, hoe meer je er kan vangen in de goede periode, hoe groter de kans op een grote. Al zwemmen beide soorten ook in jaarklasses, maar niet zo sterk als bij karpers. Selectief bevissen is in algemene zin nauwelijks mogelijk. Toeval en geluk spelen een grote rol, een minstens zo grote rol als kennis van zaken en water.

Einde oefening voor rechts af vissen

Ik kan er niet meer bij, letterlijk niet
De avond levert mij niks op, en de nacht qua vangsten ook niet. Wel ben ik onderdeel van de natuur geworden ("dat wil je toch altijd zo graag?"), in die zin dat ik niet kan slapen wegens het meer dan oorverdovende geluid van de kikkers. Tientallen en werkelijk overal, en het gaat maar door...
Had de wekker om 05.00 uur gezet, om bij eerste licht te kunnen voeren en ingooien. Die wekker hoeft niet... ben nog wakker... Ik ga 1 hengel links bovenop het parallel van mij lopende talud vissen (op zeg 1,5 meter diepte) en de andere, rechter hengel dieper, op 2,6 meter. Om er zo achter te komen waar dit keer de voorkeur ligt (en die is er elke keer!). Al na 10 minuten gaat die diepe hengel 'lopen', resulterend in een prachtige lange zeelt van 55 cm. Volgens een recent artikel over zeelt in een van de magazines zou dit dan een vis uit de gouden categorie zijn? Wellicht, in 2013 had ik er 27 van deze lengte en langer, maar dit jaar niet, dus vooruit, een gouden plak voor Hansie. Dat ze hier echt sterk zijn is terug te zien aan de zware vinpartijen en staart. Helaas is de vis recent afgepaaid. Was er al bang voor. Van nog alle tijd wegens lang aandurende te koude watertemperaturen naar in een paar dagen tijd warmterecordhoogtes, resulterend in een extreem vroege paai (eind mei!) voor zeelt. Het is niet anders, het zeeltseizoen gaat kort zijn. Wat als deze vissen de omvang van die Engelse vissen zouden kunnen bereiken? Dan hadden we hier ook recordgewichten, want aan de lengtes ligt het niet, maar helaas, op het continent is de zeelt niet in staat tot zulk opblaasgedrag vlak voor de paai. Niet bij mijn weten, in elk geval.

Gouden plak (?)



Met de toppen altijd richting water, richting het beverhol
Ik moet lang wachten voor de tweede aanbeet, en dat ondanks wat rollen en springen vlak na het voeren bij eerste licht. Dus ze waren er wel eventjes, maar of ze gevreten hebben? Had nauwelijks lijnzwemmers, meestal wel een aanwijzing voor zeelt (of brasem) vlak bij de bodem.
Die tweede zeelt wil helemaal naar rechts, pffff... zo de bocht om en de kant in. Lastig. Zit al met zwaardere hengels en lijnen te vissen dan normaal (2 lbs en 26/100) en dat is maar goed ook, want in beverland weet je maar nooit waar de takken dit jaar onder water liggen langs de oevers. Het gaat nèt goed. Langzaam komt de vis naderbij, en gaat verder zonder al te veel moeite het net in, het blijft bij één lang schot. Een vrouwtje, leeg en met wat paaibeschadigingen. Direct met net en al de wachtende onthaakmat op. Wat zie ik, bloed? Er borrelt bloed uit de kieuwen op. Direct onthaken, meten (lint ligt altijd op de mat) en terug die vis. Maar de vis is in dermate slechte staat dat ik haar niet direct terugzet, maar even in het net houdt om te stabiliseren (net als bij barbeel en graskarper). Dat niet rechtop kunnen komen duurt te lang, en voor ik het eigenlijk goed en wel weet sterft de vis in mijn handen. Ik zie het licht in haar ogen letterlijk uitdoven. Wat een tragedie. Non plus ultra, inderdaad. Zo'n mooie vis en nu door mijn toedoen dood. Ik ben er ziek van. Zo zie ik dat; had ik haar niet gevangen, had ze doorgeleefd. (Onbedoeld) hypocriete gevoelens wellicht, als vissers maken we allemaal vuile handen, erg ethisch en verheven is het niet al dat hengelen. En dat realiseer ik me terdege. Maar dan toch, een vis in je handen zien en voelen doodgaan maakt een wond. In elk geval zo diep, dat ik mijn spullen oppak en naar huis terug ga. Even niet aan vissen denken.

R.I.P.

Ik moet ruim 200 kilometer terug naar huis, dus heb even de tijd om na te denken over de reden van deze rare dood. Kan maar op een paar zaken komen, variërend van onzinnig tot niet waarschijnlijk, ik kom er niet uit. Deze dame was in elk geval net afgepaaid en daarmee kwetsbaar, maar of ze ergens tegenaan gezwommen is of dat ik haar zonder dat zelf te zien/ervaren even op de grond (deels kiezels) heb laten "bouncen" lijkt me te ver gezocht, ik gebruik geen diep karpernet, maar andere zaken kan ik niet bedenken.
Het aanschouwen van een geeloranje koi die naar ik weet over de 30 pond gaat* en zomaar interesse voor wat rondgestrooide hondenbrokken had, kan ook de zaak niet op gang brengen, afstand nemen is nu het beste.

* Kwam op weg naar huis langs een ander water en had nu de tijd aan mezelf, dus dacht "even kijken". Zal je net zien dat je zo'n monster mag aanschouwen en bij wat inzet ook vangen... alleen was het vermogen tot inzet daartoe er even niet...



Heet! De auto geeft rijdend 0,5 graad teveel aan tov andere buitenmeters, maar heet blijft het. Bye zeelten.

Een transitietijd breekt aan, voor mij een lastige elk jaar in deze periode. Stoom ik door naar de andere vissoorten? Er is zat te doen en te beleven langs de waterkant: barbelen op de Waal op een steenworp afstand van mijn grootouderlijke huis, graskarpers vangen in de polders, vissen op de SKP-spiegels in het Haagse nu het grachtenwater eindelijk wat troebeler is geworden?
Of gewoon afmaken wat ik begonnen ben in Limburg, als een afscheid en een therapie? Na een ongeluk moet je ook zo snel mogelijk weer achter het stuur, om de opgebouwde angst weg te rijden. Daar kun je om lachen, maar zo is het mij ook vergaan in 2014 (zie blog 2014). Dus terug naar Limboland, er wachten daar ook nog wat monstergraskarpers. Die heb ik tot nog toe, al jaren, behoorlijk genegeerd. Zo van, dat kan altijd nog wel eens. Al zag ik ze eigenlijk elke sessie wel zwemmen als ik er naar ging zoeken. Elke keer op dezelfde plek. Het geval wil dat er door "omstandigheden" nog wat meer grassers bijgekomen zijn, er sowieso eentje vangen moet nu niet zo'n grote opgave zijn. Hamvraag; lukt het nog een grotere te 'selecteren'? Ook hier is dat doorgaans lastig. Al heeft lokaliseren van het gewenste bij deze soort wel degelijk zin. Die grotere grassers zijn behoorlijk honkvast voor bepaalde periodes, zowel in poldersystemen als in plassen. Vind je ze, dan loop je kans er een te vangen. Althans, àls ze willen azen op je voer... maar ook dat heeft zich aardig bewezen de afgelopen jaren. Gefermenteerde partikels doen het prima. Inclusief een pop-up aanbieding.

In een avond, de tussenliggende nacht, een daarop volgende veel te hete dag en weer zo'n nacht en ochtend weet ik zes graskarpers te vangen. Twee dingen "bewezen"; de stek was de goede (verder dus geen enkele andere vissoort: geen zeelt, geen brasem, geen karper), en er zitten nu veel te veel kleinere grassers in, waardoor het prijsschieten op de grotere exemplaren wordt. In alle opzichten te laat geweest. Misschien nog eens herhalen in oktober?

Had nog een meer dan benauwd moment. De eerste van de twee getoonde grassers hieronder wilde niet "naar beneden". Na terugzetten en begeleid weg laten zwemmen kwam deze op een meter of 15 van de kant toch boven. Heb dat wel eens met spiegels uit een bepaald water gehad en onlangs nog met een snoek van 110 (jan 2016). Iets met de zwemblaas. Tot nu toe ging het uiteindelijk altijd goed (uiteindelijk), maar nu had ik toch een behoorlijk heftig toekijk ervaring. En zeker na die dode dameszeelt op hetzelfde water deed het me behoorlijk twijfelen of vissen überhaupt wel een goed idee is... ik was bijna aan een andere hobby toe. Maar ook nu kon de vis uiteindelijk rechtkomen en duiken, maar pas nadat zij op haar zij de hele plas had over'gezwommen', telekens proberend te duiken, hetgeen niet lukte... Verschrikkelijk gezicht, zo'n vis in nood. Het hele proces had een half uur nodig. Gezien de watertemperatuur en de gevoelige aard van een graskarper denk ik behoorlijke mazzel. Van uitputting sterven had ik niet gek gevonden. Hadden jullie op MP je te goed kunnen doen aan mijn visspullen..

De natuur maakt zich op voor weer een hete dag




Al aardig de lengte, geenszins het gewicht

Onnederlands vind ik het hier altijd

De laatste ochtend niks meer, raadselachtig

En het kan nog warmer

Daarna maar eens een sessie op een van de Zuidhollandse Eilanden gemaakt, ook al kennis die 10 jaar of meer oud is. En die heb ik indertijd ook wel benut, maar het polderdeel waar het om ging bleek steeds minder benaderbaar, dus ik ben het vissen daar wat uit oog verloren. Na wat recente tips blijken ook de andere delen grote grassers te bevatten. Niet veel, maar ze zitten er. Wellicht te selecteren met partikelbedden? We gaan het proberen.

Eén nachtje vissen levert me in elk geval een paar grote brasems en zes verwilderde schubs op, die vechten als gekken, van het 25% wildbroedhybride soort. Niet zo mijn ding, allemaal tussen 14 en 17 pond, allemaal hetzelfde van bouw en kleur. Daarvan heb ik er genoeg gevangen voor de rest van mijn leven. Maar de kop is er af, ik zal terugkeren.
Enne... ik heb wel het gevoel gehad ècht gevist en daarmee genoten, te hebben, niet goed in woorden te vatten. Zeker ook van belang was het echt Hollandse van de locatie; kanaaltje, hengeltje links, hengeltje rechts, riet, vogels en vissen.