maandag 4 mei 2020

Bitterzoet

Heb er sterk aan getwijfeld of ik wel door wilde bloggen in deze heftige tijden die aan (vrijwel) niemand voorbij gaan, voor zeer velen in materiële zin en voor wie het extra slecht treft zelfs in fysieke zin, tot de dood aan toe... In mijn ogen in 1 woord verschrikkelijk. Voelt als oorlogstijd, of wat ik me daarbij voorstel aan biologische oorlogsvoering. Probeer er nuchter onder te blijven. Maar bloggen is dan m.i. toch een vorm van veredelde prietpraat.
In dat kader, al van het woord coronablokker gehoord? Als je er op googled vind je niks, maar het staat voor iemand die er niets van wil weten, en er dus geen informatie over op neemt, alle regels negeert en/of zich er niet naar gedraagt. Kan me er niks bij voorstellen, we hebben toch allemaal wel kwetsbare mensen om ons heen waar we van houden of waar we om geven?
Aan de andere kant, zes weken thuis zitten als gezin zonder al te veel sociaal vermaak, ik geef het je te doen en neem mijn petje af voor al diegenen die het gelukt is, vooral de jonge mensen. Geen vrienden, geen feestjes, geen school. Lijkt me meer dan een hele opgave, en volgens mij heeft de jeugd het meer dan oke gedaan.

Mijn moeder is 87 en nog zelfstandig, maar moet het toch even zonder haar familie stellen. Hard!

Ik blijk te vissen in een gebied ergens in Zuid Holland met een gemiddeld hogere concentratie coronabesmettingen (per aantal bewoners, dus wel relatief), zo verneem ik uit de krant, en mede daarom een overvol plaatselijk coronacentrum waar veel mensen verpleegd worden en/of overlijden, en dat voelt raar met mijn regelmatig daar langs rijden vol persoonlijk goed gevoel over gedane vangsten. Moet ik mijn avonturen dan wel delen? Past dat wel? Mijn nuchterder wederhelft merkt terecht opdat we zelf vlak bij het Westeinde Ziekenhuis in DH wonen en dat het daar niet anders is, of ik daar wel op dezelfde manier last van heb? De opmerking zorgt er in elk geval voor dat je dit nu kan lezen. Laat ik het van de positieve zijde benaderen en de blog dan maar als quarantainment zien voor al diegenen die thuis zijn komen te zitten.

Het voorjaar is zeelttijd, en brasemtijd, en graskarpertijd, en recentelijk ook weer karpertijd. Om gek van te worden, alles gaat min of meer (gelukkig slechts min of meer) tegelijk 'aan'. Om er voor mezelf wat handen en voeten aan te geven heb ik dit vroege voorjaar tot half mei tot brasemtijd bestempeld, "de grassers doen we dan wel tussendoor", en pas vanaf half mei moet het zeelttijd worden. Voor de karpers zal en kan ik wel wachten tot de zomer. Ik geef toe, zal dan niet al teveel zeelt vangen, maar waarom ook, heb er al vele honderden op de mat gehad de afgelopen 20 jaar. Beter weer wat memorabele vissen, kwestie van juiste plek op juiste moment.
Maar ja, het bloed kruipt toch... dus al wel wat verkennende zeeltsessies gemaakt (zie ook de vorige blog), en er zelfs eens eentje geplaatst op de tot nog toe zeer leuke FB-groep Tincahunters, met een heel divers gezelschap aan zeeltvissers. Alle niveau's eigenlijk. Als je de lijst met leden naloopt, ruim 3500, zitten daar vele bekende ineens als zeeltvisser vermomde karpervissers bij😎. Zeeltvissen is dus hot! Wie had dat gedacht al die jaren geleden toen ik afscheid van het KSN-bestuur (KarperStudiegroepNederland) nam in 2007 na een aantal bestuurlijke tropenjaren - en ik niet net als de rest van diegenen die afzwaaiden een karperreproductie van Remco vd Berg kreeg, maar een unieke litho van Chris Turnbull (en ook nog eens een van mijn eigen zeelthelden), omdat ze wisten waar mijn liefde lag - dat het deze kant op zou gaan?
Al vanaf het prille begin werd ik niet geheel serieus genomen als ik verkondigde zeeltvisser te zijn. Maar de lichte 0,75 lbs stokjes, de dunne lijn en het kleinere net waren in de regel overtuigend genoeg. Een perfecte uitgangspositie om goede info te krijgen, kan ik je verzekeren. Overigens, met brasem is dat nog steeds zo, vissen op grote brasem is voor slechts een heel klein groepje weggelegd. Ik las ergens in een recent artikel dat er inmiddels overal in het land grote brasem zou zwemmen? Vond dat een beetje speculatieve apekool, waarbij de wens waarschijnlijk (hopelijk eigenlijk) de vader van de gedachte is, en kan dat niet bevestigen, zeer zeker niet als het om de 5 kilo plus variant gaat, nee dan heeft de zeelt het veel beter gedaan de laatste decennia.

Na mijn recente zeeltposting op FB's tincahunters kwamen er een paar reacties los, zoals bij iedereen wel, maar er zat er 1 bij die mij wat deed. Zie foto. Was van de beheerder/oprichter van de groep. Goh, heeft het publiceren over zeelt tóch zin gehad, is de bal ergens gaan rollen, en tijdens het rollen ergens blijven liggen. Voel me daarover dan wel trots, toch ergens een footprint achtergelaten. En vind het leuk dat op mijn eigen plek, hier, te vermelden.


Ik werd er warm en een beetje verlegen van, was in elk geval gevleid


Hij hangt nog steeds, ik ben er gehecht aan


Lijkt nog winter... en toch gaan we zeelten

Bruut baasje, wat hij aan lengte tekort kwam compenseerde hij met kracht en bouw, dacht echt een karper(tje) te hebben

Ain't she sweet? Met de pen!

Onverwachte grootwaterzeelt, die het prima deed op het 1,5 LBS penhengeltje

Hier werd ik dan weer even minder blij van, te vaak gevangen in korte tijd... en met de verkeerde materialen. Voorzichtig aan, tincahunters, zeelt heeft een delicate bek. Met zijn allen op toerbeurt een klein water 'bestoken' laat sporen na.

Een highfive waard, voorseizoen geslaagd. Scroll ook nog even terug naar de vorige zeelten:-).

Niet de beste tijd, wanneer het water "omkeert", dus deze keer dan ook een blank. Volgens mij is dan de zuurstofhuishouding even van slag en daarmee ook de vis, alle vis.

Maar al dat vroeg aanhoudende warme weer deed me beseffen dat ik op korte termijn mezelf toch wat tekort deed, brasemjagen bleek hard werken, en even snel moest schakelen. Zowel brasem als zeelt konden nog wel heel even wachten, al hoewel de brasem niet al te lang meer, met zo'n voorjaar zou het wel eens eind april al afgelopen kunnen zijn als er niet een koude periode tussendoor kwam. En dat was het al snel...
Maar toen ik een app van Arnout T kreeg met boodschap dat het al kon, grassers vangen, gezien zijn eigen vangst, ergens begin april, ben ik gelijk op pad gegaan. In drie sessies vier vissen. Heel veel gezocht in een behoorlijk groot poldergebied, ondanks mijn behoorlijk weten waar te zijn, dus de nodige kilometers gemaakt. Maar dat maakt in het vroege voorjaar niet uit, het is er dan heerlijk, één grote lithium-ion batterij.


Savoureren

Meters maken is het credo

De koeien weer los...

... en uitermate nieuwsgierig...

... en de vis ook los. Hier zocht ik naar, stofwolken = vis. De spiegelkarper (want dat is het) heb ik verder niet op de voerstek aangetroffen.

Boerenkunst

Pas nadat ik de vissen vind ga ik over tot het maken van stekken, ik sluit dan de vissen op tussen de stekken, in de hoop dat ze linksom of rechtsom er één tegenkomen, en zin hebben in wat makkelijk voer. Zo vroeg in het voorjaar met goeie watertemperaturen, maar nog niet veel plantengroei, lees vreten, is het dan al snel bingo. Mijn ervaring. Wel geef ik de stekken minstens twee uur tijd om 'in te wateren".
De eerste sessie heb ik vijf minuten gevist en toen kwam de opsteker al. Dril op het scherp van de snede. Kat in het bakkie, ze schieten (met de juiste haken, lange punten!!) zelden los.
Sessie twee zal de eerste aanbeet niet veel langzamer geweest zijn, én hetzelfde volgde bij stek 2. Dat waren dus qua vistijd korte sessies, maar met maximaal resultaat. En toch de hele dag op pad. Alle vis op een combi van worm en zoete mais, inclusief de plastic versie van die laatste om de zaak wat van de grond te liften, of om op te laten vallen.


Gelijk maar de jackpot

Vechtersbaas

Niet de grootste of langste, maar met een speciale glans in de schubben, goed te zien bij wat uitvergroten

Sessie drie iets opmerkelijks. Na een zoveelste nacht blanken op Abramis Gigantica had ik behoefte aan een 'kromme lat'. Dus gelijk door naar de polder. Helen vond het maar een dubbelzinnige uitspraak, en gelijk had ze, maar ik ging écht naar de polder. Had het niet voorzien, was dus zonder penhengelgerei, maar omdat ook maar een naam is, is een van de twee brasemhengels omgebouwd tot penhengel, dat was te doen. Door het relatief korte handvat (2 lbs barbel) kwam ik niet eens zoveel lengte tekort om voldoende weg te blijven van de oever. Vier stekken aangevoerd, en tijdens het bekende inwateren een andere polder bezocht, eens kijken of ik wat zag zwemmen ter plekke. Man, wat hebben we aangericht als HSV; auto's in de berm, tenten met rubberboten a la Du Der langs vaartjes van 10 meter breed en 50 cm diep, verderop weer vissers met de auto vlak voor woonhuizen, en die rij was zonder end. En mijn ergernis ook. Is dat poldervissen? Met dank aan de "promotionele videoindustrie"? Wel opvallend dat het juist deze polder is, terwijl er overal vis uitgezet is... tijd voor wat verboden of beperkende regels als we hier willen blijven vissen met zijn 'allen'.
Afijn, dat terzijde. De drie eerste stekken bevatten allemaal azende vis. Zo, die zijn los! Maar een goede echte aanbeet ho maar, maar soms moet je toch meppen, want dan lijkt het op een aanbeet. Maar het uitblijven van de bekende heerlijke weerstand en direct erna een megakolk op de stek verraden dan wederom een misgeslagen lijnzwemmer. Dat waren er vandaag dus al twee, en bij stek drie vertrekt de vis weer zonder mij uberhaupt de kans gegeven te hebben te meppen. Ondertussen heb ik onverwachts bezoek gekregen. Opeens dook Andries Hoekstra op, mijn favoriete blogger, naar zijn stukken kijk ik altijd uit, het feest der herkenning. Hij zag mijn auto staan, en is bekend in het gebied, dus had me zo gevonden. We praten wat, en samen zien we het gestoei van de dobber. Ik ben er van overtuigd dat dat dansen van de pen wordt veroorzaakt door een groot lijf of staart dat tegen de lijn aan stoot of die meeneemt. Niks beet hebben. Andries is het met mij eens, zou ook niet geslagen hebben. Penvissen is iets dat je moet leren, dobber onder is niet automatisch ook echt beet. Als twee schooljongens zitten we op onze knieën en aanschouwen het tafereel vlak voor ons... Op een X-moment is het tijd voor Andries om op te stappen, hij gaat ook vissen, heeft elders in de polder wat stekken gemaakt en dit is zijn inwatertijd. Ik sluip naar stek vier. Stek vier is dood(s), dat merk je direct, dus snel terug naar de eerste stek, hier in de buurt was het water het meest troebel. Ik verwacht hier snel een herkansing. En ja hoor, net als ik zit komt van rechts een grote vis aanzwemmen, met zijn grote staart deels boven water uit, mijn kant op. Ik zit voor een opkomend leliebed te vissen zodat maar de helft van de sloot over is, dus de vis móét over mijn voerstek komen. Eerlijk gezegd verwacht ik weer een lijnzwemmer, en ja hoor, zodra de vis langskomt gaat het pennetje mee naar links lopen, de lijn volgt snel, ik kan het niet negeren en sla aan. Hangen?! De vis keert, komt het leliebed tegen en verheft zich uit het water. Wauw, zie direct weer een hele lange te hebben, de al dan niet aanwezige buik zal het gewicht bepalen. Mede door het lichte stokje een onvergetelijke dril. Hij of zij weet niet van ophouden. Awesome.
Als ik terug naar huis langs het medisch centrum rijd applaudisseer ik in mijn hoofd voor al die mensen in de zorg die hun werk verrichten, al dan niet met gevaar voor hun eigen gezondheid. Wordt tijd voor die meer dan terechte salarisverhogingen!


De gespotte karpers lieten verstek gaan, had al twee keer misgemept, op lijnzwemmers... bloedstollend

I'm oke!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten