donderdag 30 juli 2020

Beter niets dan iets?

Al een paar jaar, na onze laatste gezamenlijk sessie in 2016 naar een circuitput in het midden van Frankrijk, wilden Arend en ik terug naar Frankrijk. Niet zo ver als destijds;  op een uur of vier, vijf is al heel veel moois te vinden. Dat noordelijk gebied is in de jaren 90 door mij vele malen doorkruist en bevist. Met name de vele kanalen en de schitterende rivieren (Seine, Yonne, Marne, Meuse, Oise, Aisne, Moselle) waren toen het doel. Met de kennis van nu zou dat leuk vissen moeten kunnen zijn.
Maar elk voorjaar was er wel iets dat voorkwam dat we onze voornemens uitvoerden, dit jaar dus onze vrind Corona. Het moest zomer worden voor Frankrijk weer vrij bevis- en bereisbaar was. Wellicht dat we eindelijk eens een supersessie konden maken op minder beviste karperpopulaties?

Zelf wilde ik het liefst de draad weer  -letterlijk- oppakken daar waar ik zelf destijds gestopt ben in 2015, op dezelfde rivier, in dezelfde zone waar ik zou zijn gaan vissen, maar waar het door omstandigheden nooit meer van gekomen was. Gezamenlijk werd echter besloten toch eerst een paar sluisstukken "verderop" uit te pakken, en dan langzaam "terug te vissen". Elke nacht een nieuwe stek op een nieuw stuk tot we vis vonden. Het is óf dat óf je een paar dagen ingraven en het voer zijn werk laten doen.

Afspraak was zoveel mogelijk samen te vissen, wat in zoverre de beperking opleverde dat er niet met drie of vier hengels gevist kon worden, maar omdat het sociale zeker hoog woog, kozen we niet voor persoonlijke vangstmaximalisatie. Mochten stekken zich niet lenen voor samen vissen, dan konden we alsnog splitsen.

Voor we er uiteindelijk waren een klein toertje down memorylane gemaakt, naar een zone waar ik veel voetsporen heb gezet tussen 1996 en 2004 en wéér heb staan kwijlen bij de rivier die in mijn ogen het best geschikt is voor barbeel. Bij een eerdere zoektocht  - laten we dat voortaan maar duiden als persoonlijk pionieren, want echt Pionieren is in Frankrijk nauwelijks mogelijk, een behoorlijk overtrokken teveel misbruikte term in karperland - in 2013 heb ik de barbeelvismaat van destijds ook al meegetroond naar dit unieke riviertje, maar hij gaf het geen spatje aandacht, in mijn ogen geheel onterecht. En aan het kanaaltje er in de buurt was ook weinig veranderd, nog steeds druk met locale vissers, die doorgaans prima weten wat de beste stukken zijn. 


Alles schreeuwt barbeel
Alles schreeuwt Barbeeeeeeel

De Gouden stek uit Gouden tijden (citaat van Leon). Achterin in de bocht de witvissers. Toen al, nog steeds.

Ander stuk weer. Arend denkt; "die sloten hebben we thuis ook, moet ik daarvoor helemaal naar Frankrijk?'
Wat ie (nog) niet weet is dat deze nog behoorlijk breed is.

En weer witvissers, altijd maar op 1 plek, en niet alleen omdat ze er makkelijk (wel een eis) bij kunnen.

Ook ergens onderweg maar de vergunning regelen.
Gaan we voor een Hebdomadaire of een Majeure Annuelle? Scheelt wel een paar pegels.
We beloven elkaar minimaal drie keer te gaan om de kosten eruit te halen, toch 100 ballen.
Enne... zo helpt het niet hè, jongens.

En daarna een croissant artisanale, helaas moet het zo.


Wat is het hier toch schitterend, echt een droomland, met heel veel prachtige stadjes, dorpen, rivieren! En die rivieren veranderen ook maar niet, alsof de tijd er stil staat. Het blijft er prachtig, je wilt er nooit meer weg als romanticus pur sang.
Voor mij is persoonlijk pionieren je gevoel volgen en dat was destijds met de Guide Michelin op schoot alle kleine wegen afrijden. Inmiddels heeft google maps de zaak zeer vereenvoudigd, maar dan toch is je gevoel volgen nog geen steeds overbodige luxe. Al kan ik het landschap aardig lezen, en wat dan intuïtie lijkt, is eigenlijk verworven kennis die meedoet in de achtergrond. Zo komen we aan wat we zullen bestempelen als stek 1. Het ruikt er naar karper, en of dat werkelijk zo is, is maar op 1 manier na te gaan. Er een visnacht aan spenderen. De eerste van de drie.


Het ruikt naar karper. Hier wil je toch gelijk starten?

Beetje krap bemeten voor twee man, het gaat nèt.

Vissen is simpel, de diepe plek opzoeken, doorgaans in de eigen oever of aan de overkant, en daar twee hengels 'op' leggen. De twee andere 'zoekend'.  Arend vist in het midden op een egaal plateau, ik neem de eigen ondiepere oever voor mijn rekening. Precies waar het van 4 meter via een steile uitgesleten wand naar heel ondiep gaat, voor mij een trekroute. Twee hengels met tijgernoten en twee met bollen. Maar eens kijken wat het doet. En niet teveel bijvoeren, Hollandse hoeveelheden.
Wat we wel aangepast hebben is de haakmaat, nummers 2 en 4 ESP grippers, met klauwpunt. En de onderlijn hoeft ook niet zo benauwd kort te zijn.
Twee boten mee, zowel een voerboot, voor zowel secuur uitvaren tegen de overkant als secuur de diepte weten, als een rubberboot, voor als je een vis moet gaan halen die zich ergens vastzwemt. Zou niet de eerste keer zijn.

De eerste run komt in de vroege avond al. Dat is heerlijk snel. Na een enerverende drill, zonder al teveel moeilijkheden, of het moet zijn dat al onze hengels veel te veel op 1 kluitje staan😓,  komt er een vis bij het schepnet die niet geheel aan de verwachting voldoet, het blijkt een superpuitaal van 111cm te zijn. Bleughhhh! Maar Arend is er blij mee. Echt blij, hij heeft het er een uur later nog over. En dat is het enige dat telt. Wat ik er dan van vindt is bijzaak.


Kijk 'm genieten!


Daarna volgt er zo'n doodstille nacht, ik houd er niet van. De wind weg, de vogels stil, zelfs geen ritselende muizen of ratten en verder pik- en pikdonker. Dan weet je "het gaat niet heel veel worden". Toch komt rond een uur of vier die bevrijdende eerste run. Een sterke vis die de bol langs de onderwaterwand aan de eigen kant heeft opgezogen en zo zichzelf gehaakt heeft. Voelt in alles als een stevige karper. Als dan in het licht van de koplamp een vreselijk lelijke besnorde kop omhoogpopt uit de diepte ben ik echt teleurgesteld. Deceptie! Kan er zelfs niet om lachen. De vis van rond de meter krijgt in het net 1 foto mee voor de blog en mag direct weer zwemmen...
Die nacht en verdere ochtend leveren geen vis meer op. Wat ik mis zijn de aanwijzingen van visaanwezigheid; tikken op de top van witvis, even een piep van de Delkim en het schokken van de waker, het springen van brasem, kopvoorn of barbeel, of zelfs karper. Niks, dooie boel. Doet me aan Silent Spring van Rachel Carson denken, in de 60-er jaren haar tijd ver vooruit, maar nog steeds actueel. Met de meerval in de rol van pesticide.


Slechts voor het archief, ik beleef er geen lol aan.

We houden even beraad met de vraag te blijven zitten of verder te gaan? Dat antwoord is niet moeilijk, weg hier. Had al verschillende verontrustende berichten gehoord van de meervalexplosie in Noord Frankrijk, maar dat ergens in een achterkamertje gedropt, met de deur op slot. En waarom ook niet hier, heb het zelf mogen constateren aan de Maas in Wallonië tijdens het barbeelvissen in 2010-2013. Elk jaar werd het minder met alle vis behalve de meerval. Het resultaat; de vissers bleven weg, de oevers waren verlaten en de vele bootjes en steigertjes verwaarloosd... Moet wel zeggen dat het ene stuk erger 'aangetast' was dan het andere. Hopelijk is dat hier ook zo. Alle Franse rivieren zijn opgedeeld in sluisstukken met verschillende visbestanden.


Het is en blijft prachtig hier.


Alles ademt oud en historisch.


Zone twee dient zich al snel aan, die zat al in de voorselectie. Als ik een foto naar het thuisfront stuur krijg ik als reactie "zie je wel, het is toch vakantie". Wij hebben thuis regelmatig de "discussie" of ik mijn vele vistrips als extra vakantie moet zien, waarbij mijn egaa zichzelf natuurlijk behoorlijk veel zieliger vindt omdat zij week in week uit hard moet ploeteren zonder als die extra vrijetijdscadeautjes. Los van het feit dat alles een keuze is en dat ik ook (met name financiële) offers breng voor die extra vrije tijd, probeer ik die gedachte dan te ontzenuwen door te claimen dat mijn vistrips hard werken betekenen, door al dat stekken zoeken, verkassen en sjouwen. Eigenlijk ben je gehele dag bezig. Zonder succes natuurlijk, ik word doorgaans weggehoond, want laid back foto's van idylische plekken doen geen goed aan mijn standpunt.

Hier dezelfde situatie als de vorige stek; de diepere buitenbocht aan de overkant en de ondieptes aan de eigen kant. Vandaar dezelfde strategie gevolgd met voer en hengels, ondanks dat we wat verder uit elkaar kunnen vissen. Wat volgt is een even dooie nacht, maar komt er wat leven in de brouwerij in de vroege ochtend vanaf eerste licht. Voor Arend zijn lang gehoopte Franse karper plus een kopvoorn. Ik moet het doen met een minibarbeel en ook een kopvoorn, die -jawel- komt als ik moet 'beren'... wat is dat toch dit jaar? Al met al toch niet voldoende reden hier de volgende nacht ook door te halen. Op pad, zo kunnen we de doorgaans in de zomer nutteloze vistijd overdag beter besteden aan het uitpluizen van andere stekken. En rijden we naar een van de vele kanalen toe via een tip van een bekende van Arend die claimt; "ik ben niet zo'n klootzak dat ik je een paar uur laat rijden voor een kutstek, dus de info is betrouwbaar." En we geloven hem. Excuses les mots.


Ook al zo mooi

"Zie je wel, het is wel echt vakantie!"

Zonder plu of tent kan prima, op zijn Frans gezegd en plein air.

Voor Arend een schitterend spiegel, hij is van de nul af.


Het uitpluizen van andere zones en stekken levert wel weer de zoveelste bevestiging op dat de Fransen zelf nog steeds niet beseffen hoe mooi het bij hen is en hoe snel dat verpest kan worden, ze behandelen hun land als één grote afvalbelt. Helaas, moet ik zeggen.

Het getipte kanaaltje moeten we op goed vertrouwen bevissen, want aan niks is te zien dat hier bakken van vissen zwemmen, gewoon een rechte bak met water met ergens links en rechts sluizen, aan beide oevers harde wanden, en zonder verdere interessante onderbrekingen. In het midden een vaargeultje met harde bodem voor de vele pleziervaarten en de kleinere beroepsvaart. Langs beide wanden een minitaluudje. Drie hengels kan, maar ook hier is dat al snel teveel, teveel lijnen vanuit 1 vertrekpunt dus ondanks dat we nu uit elkaar zijn gaan zitten toch ieder maar met 2 hengels. De lijnen uiteraard zo slap als mogelijk, er staat altijd trek in deze kanaaltjes. Ik vis vis voor vis, dus weinig voer, waarom zou je het dichtstorten voor 1 nacht? Wel wat kleinere haken, subtielere onderlijnen. We zijn hier niet de enigen, dus de vis is wel wat achterdochtiger. Als na een paar uur blijkt dat er geen kreeften actief zijn door nog helemaal intacte bollen ga ik over op een gele wafter met n-butyric die iets zachter is. In NL helaas niet meer in te zetten, in elk geval niet in mijn provincie. Langzaam zakt de zon weg in het verlengde van het kanaaltje en maken wij ons op voor de laatste nacht, zou het dan nu mogen gebeuren? Mijn hele voorjaar wil het al niet echt vlotten.


Zwijnen zijn het.
En waarom alles netjes verzamelen in een zak als je het een dag later toch weer een meter of wat op 1 hoop neerflikkert?

Maar hier komen we terug, we zien de  mogelijkheden


Die kanalen kennen hun eigen charme

De aanstaande nacht dan eindelijk een karper?


Die nacht komt dan eindelijk de bevrijdende run. Vanaf de overkant. Aan mijn kant staat bovenop het talud tegen de wand een bed met fonteinkruid, dat had ik al zien staan. Vissenmagneet eerste klas, vraag me niet waarom, maar als ze er gehaakt in zitten krijg je ze er niet gemakkelijk uit, het spul is oersterk. En dat weet deze vis ook, want het eerste schot is via het fonteinkruid aan mijn kant richting oblivion, hij blijft maar gaan, onhoudbaar. Gelukkig zit ik met 37/100 x-line, die kan wel tegen een stootje, maar als de vis lijn blijft nemen en ik het vertrekpunt niet zie veranderen omdat de hele boel vast zit in het bed fonteinkruid krijg ik het toch wat benauwd. Het zal toch niet? Heb ik er eindelijk een megabig aan, dat kan niet anders, ken mijn hengel als geen ander, gebouwd voor ruige omstandigheden, tough as a doornail, is de kans niet ondenkbeeldig dat ik de vis via het fonteinkruid niet terug krijg... Door vooral de tijd te nemen en heel rustig aan te doen lukt het me de vis toch teruggepompt te krijgen en óók door het fonteinkruid te loodsen. De vis zwemt dan inmiddels onder de top, maar de strijd is geenszins over, dat duurt nog wel even. Het gaat van links naar rechts, maar de brute kracht is er uit. De kansen stijgen. Dan komt het moment dat ik mijn net kan pakken en ik de hoofdlamp aandoe. Wat ik zie in het water doet me van afgrijzen verstarren. Nee hè, niet weer, niet weer zo'n meerval, heb ik dat? En dat niet alleen, het monster past met geen mogelijkheid in mijn net, dat toch al verschillende snoeken van bijna 120 cm mocht ontvangen. Wat ik ook probeer, het lukt niet. En de haak zit klaarblijkelijk (goed te zien) zo stevig, maatje 8 mind you, dat ik het aandurf de zaak even gecontroleerd neer te leggen en Arend te bellen voor assistentie. "En neem ook jouw extra grote schepnet mee". Samen lukt het uiteindelijk het monster te scheppen en te liften. Ik ben er beduusd van, de adrenaline giert door mijn lijf, mixed emotions, de vis is en blijft spuuglelijk en bijzonder ongewenst maar ik kan niet ontkennen een superdrill te hebben gehad in de veronderstelling een bak van een karper vast te hebben. "Oke, laten we deze dan maar direct fotograferen". Hetgeen nog niet zo een, twee drie gerealiseerd is. Het beest is nauwelijks normaal vast te houden. En Arend ziet niet goed of ie er nou wel of niet helemaal op staat, het lijdt tot de enige wederzijdse irritatie sinds lang. De zenuwen, zeg maar.
Achteraf ben ik er toch wel blij mee, hebben we dat ook maar gehad. Maar het geeft te denken, weer zo'n meerval, temeer daar er de verdere nacht, bij mij begrijpelijk na alle commotie, maar ook bij Arend in alle rust, helemaal niks meer gebeurd. Zelfs geen kopvoorns.


De ontsteltenis is nog goed van mijn gezicht af te lezen

En ook nog maar even een echte dan...

Als er bij het eerste licht al weer drie beroepsboten zijn gepasseerd zien we geen heil in verder vissen. We gaan naar huis, en gaan dit jaar nog wel een keer of wat terugkeren. Er is nog zat te "pionieren".
We verlaten het Land van Marianne vol goede moed. Ik moet voor vertrek echter nog één blik op het korenveld vlakbij werpen, en er een foto van maken. Voel me vervuld op deze plek, dat heb ik gewoon met dit land. En waar dan nou aan ligt? Kan daar allerlei mooie woorden voor vinden die maar deels de lading dekken, want het zit dieper. Bijna net zo diep als mijn liefde voor het vissen.


3 x in een paar uur het voer totaal verspreid... hoe zinvol?

Ik voel me vervuld. A bientot!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten