dinsdag 20 mei 2025

"Zelden zo zitten stumperen"

Hèhè, ik heb er eentje, eindelijk, een heuse karper, het mag vandaag toch nog. Had even het gevoel dat ik niet meer kon vissen, het kwijt was. Appte nog naar Andries; "zelden zo zitten stumperen". Nee, dat ik vandaag niet in mijn flow zat was wel duidelijk. 

In twee uur tijd 2 lossers, een misslag met boeggolf, en een mooie troostprijs. Grotendeels het gevolg van hyperactief azende vis en teveel ondiepte. En dan is de pen niet direct je beste vriend. De eerste vis van dit serietje sloeg in het water bij wegspuiten na de aanslag een gat zo groot dat ik in het midden ervan heel even droogvallende slootbodem zag. En toen realiseerde ik me gelijk, dit was een grotere, een der laatsten uit eerdere jaren 90 uitzettingen in deze uitgestrekte polder. Zoals Andries ze ooit gedoopt heeft; een ertoedoe-vis. Ze zijn er dus toch nog. Daarmee ook dit tot een potentiële verrassingspolder makend. Dus als zoiets dan losschiet is het een meer dan gemiste kans. Losser 2 heb ik er langer aangehad, ik had het net al in de linkerhand, gevalletje vals gehaakt. Aanbeet 3 op deze plek liet me achter, een boeggolf nakijkend, kon slechts dromen over wat dat was. 
Na die troostprijs was de koek eigenlijk nog niet op, ik kreeg nog regelmatig tikken op de pen, maar mijn tijd was wel op. Het was een lange dag geweest, en de honger nam bezit van me. Voelde echter dat er nog vis lag. Bij opstaan bleek ook waar, vlak voor mijn voeten, azend op de gemorste delen die te dichtbij gevallen waren... Die waren direct weg...
En voor de slimmerikken onder ons, het waren allemaal azende vissen, geen langszwemmers langs de stek van en naar de paaistek, dan schiet je pen plotsklaps weg in plaats van tikkie hier, duwtje daar, beetje ronddraaien, minuscuul omhoog en langzaam verdwijnen. 


Troostprijs of niet, ik was (en ben) er blij mee

Oeps... er lagen er nog wel drie of vier... niet middenop, maar vlak beneden mijn voeten



Sowieso al bijzonder al deze actie zo snel na elkaar op de vierkante meter, alsof er iets verderop in de sloot kaartjes aan het verkopen is. "Ja, nu ben jij aan de beurt, lekker smikkelen, houd je niet in". Normaliter krijg je op dit soort stekken geen tweede kans, eerder uitzondering dan regel. En nu vier in 2 uur tijd. Heeft in hoge mate met de net afgeronde (?) paai te maken. Ik viste op een kruispunt van drie sloten en zeker een van die sloten is paaizone. Las laatst ergens dat vissen kunnen bepalen waar ze kunnen paaien (geschiktheid) aan de hand van waarneembare galstoffen. Weer wat geleerd. Verklaard ook waarom ze soms onmogelijke plekken uitzoeken. 
Andries had me eerder deze ochtend al digitaal op deze zone gewezen; op de paai in die sloot en het kruispunt als potentiele opvangstek. Het wilde namelijk dat Andries hier ook al gevist heeft deze ochtend. 
Dat kwam zo: doorgaans vragen wij elkaar naar onze komende visplannen van komende dagen, of wat ook voorkomt, we delen ze elkaar mee. Naast interesse voor de ander ook wel handig; zo loop je elkaar niet voor de voeten. Samen vissen kan ook, maar dat ontstaat én voelt anders. 
En dat onderling delen is maar goed ook, zo bleek onze gezamenlijke interesse voor hetzelfde 3-polderpunt op dezelfde ochtend. Van Andries weet ik (mag het hier zeggen, staat ergens in een van zijn blogs) dat 'ie het lastig vind om van plan te wisselen als dat om redenen van buiten zichzelf gebeurd. Dat voelt voor hem niet heel lekker. Het waarom niet relevant. Voor mij maakt dat minder uit. Dus maak ik doorgaans ruimte. Daarbij dwingt het me dan om buiten de comfortzone van het eigen plan te treden. Biedt kansen. Zo ook deze keer. Heb hem de eer gegund om het 3-polderpunt te bevissen. En met verve, 5 gevangen karpers plus 2 lossers in een verlengde ochtend. Dat smaakte naar meer. Daar wilde ik ook mijn deel van. Ik kon wél de hele dag doorvissen. Kwestie van aansluiten/opvolgen later die dag. Het gevraagde stekkenkaartje kwam per direct. En zo hebben we elkaar al eerder aan mooie vangsten geholpen, simpelweg door openheid en wat achterlaten van voer bij vertrek. Ik herinner me een grasser van dik 30 pond aan mijn kant en een topspiegel voor Andries aan zijn kant. Maar dat aansluitverhaal in de 3 polder-zone moet nog even wachten. Eerst terug naar mijn buiten de comfortzone-ochtend zonder aanvankelijke aansluitplannen. 


Dank je wel!

Graag gedaan!



Ik moest dus wat anders. Hmmm... niet heel lastig. Werkelijk overal is te vissen in deze prachtige lente. Probeer in zo'n situatie het uiterste uit de tijd te halen qua voeren en zinnig wachten tot ik verwacht dat er vis ligt te wachten. 

Heb dat onlangs nog op de Haagse penvisdag in Wateringse Veld gezien. 2 deelnemers op de fiets erbij. Slim! Maar dan moet je het voordeel wel benutten. Snel veel stekken maken en later op je gemak afvissen. Nee, deze heren niet, ze reden naar punt x. Startten daar met voeren en direct vissen. Na een uur door naar stek Y tm Z. Ze vingen dus niks... Gezien de hoeveelheid voer moet je dan namelijk wel strontmazzel hebben wil zich binnen dat uur een vis melden en jouw aasje vinden. Het kan, het blijft vissen, maar het is jezelf te kort doen. Voeren met de ingeschatte juiste hoeveelheid voer en inweektijd is dus cruciaal. 

Startte die ochtend in een polder met een overloop met aan twee kanten bestanden. Normaliter staat de overloop half open en ligt er bij de bovenloop van de overloop altijd karper, nu was door de droogte de schuif omhoog, was dus benieuwd of ze er nu ook waren. Daarna het achterland in om te voeren. Ook daar een zone met meerdere polders; de onderkant van een polder die ik aardig ken, en de bovenkant van een polder waar ik in 30 jaar slechts omheen gereden ben. Te slecht toegankelijk, en teveel interessants in de buurt. Nooit van gekomen, ondanks de interesse. Maar voor dit jaar staat ie op het lijstje. Belangrijk; liefst bevissen met stevige zuiden of zuidoosten winden, eigenlijk de minst voorkomenden. Dan letterlijk aan het einde van de wind. Vandaag staat er zo'n wind. 
Paar stekken in de bovenpolder, paar stekken in de onderpolder. Die op de bovenpolder schat ik laag in. Vandaag zondag en dan komen na de eerste hondenuitlaters al hele tritsen met wandelaars en fieters voorbij. En dan is het over met de vis daar, die trekt zich terug. Hoe mooier de ochtend, hoe eerder de drukte. De stekken in de onderpolder kan ik wat verder van het pad af maken. Dit in combi met die juiste wind geeft een goed gevoel, ik verwacht hier wat. Het bestand? Oude schubs, verwilderde vissen met ergens een edel gen. Grote grassers. Geen spiegels. 

Verder maar weer. Nu naar een polder die onderdeel van de 3-polderzone uitmaakt waar Andries vandaag actief is. Waaraan ook weer een andere 3-polderzone gekoppeld is. Dus inderdaad 6 systemen in elkaars omgeving, die allemaal interessant zijn. Daar ga ik kijken om de inweektijd te maximaliseren. En om te leren, alles in het kader van het leren. 
In de vaart van de eerste 3-polderzone maak ik twee makkelijke stekken. Op de meest troebele delen. Logisch toch? Desondanks zie ik het grondwier al weer in plukken op de bodem staan, zo helder is het wel. Vermoed dat er door de droogte minder water doorgepompt wordt. Ook de resttijd benut ik. Lekker een lang stuk gewandeld langs een vaart met vis, en een leuke oude boerderij waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. Goed te zien waar de vis zit door de troebelte. En toch; niet 1 vis gespot, geen bellers, geen happers, geen vis in de lelies, hoog of laag, geen paaigedrag. Gewoon niks. Zo langzamerhand is het tijd geworden om te gaan vissen. Er zijn 2 uur verstreken inmiddels sinds start voeren. Mooi zat.  


Ze zijn er nog, die oude boerderijen...

... met een achtererf vol nostalgische bende



Terug naar het startpunt. Kan ik kort over zijn; geen vis. Voor de zoveelste keer. Besluit dan ook deze stekken voorlopig te laten vallen, althans voor deze hop on - hop off visserij. Heeft een wat meer gedegen aanpak nodig. 
Dan naar de polder met de schubs en grassers. Ondertussen heeft Andries al 5 aanbeten gehad en vier vissen gevangen, hij startte dan ook bij eerste licht. Samen vissen geeft plezier bij elke vangst, samen solo vissen eveneens want samen digitaal blij. In die zin is de telefoon en haar apps een (voor mij) zinvolle toevoeging aan de beleving. 

Zit er aanvankelijk wat verweesd bij, voor het eerst hier vissen, in elk geval in deze hoek. Maar al snel beet, de pen wordt op sleeptouw genomen naar links. Niet slaan, rustig wachten, niks doen. Paar minuten later dan toch dat iets wat er uitziet als een echte aanbeet. Beng! Hangen. Er is iets gehaakt, iets groters, zoekt zigzaggend zijn weg, van mij af, zet aan, en los.... kanonnen!!! Zo, ik voel mij even zwaar klote, exusé le mot. Hier zitten geen kleintjes, of het moet een sporadische aanwasschub zijn... Hmmm... zo'n dag (nog niet wetend wat er verder voor mij, positief en/of negatief, voor mij weggelegd is vandaag)? 
Oke, uithuilen en door dan maar: stek 2. Hier een herhaling van zetten, met dat verschil dat ik deze vis wél vang én het zo'n voornoemde grasser is. Dé reden van mijn interesse in deze polder ooit. Overigens groot, maar minder groot dan verwacht. De verhalen gaan over enkele hele grote vanaf 30 pond. Dan moeten er nog wat cm's en kilo's bij. Desondanks heel blij. Binnen de grenzen van deze speciale dag, dat wel, het verheft me nog steeds niet. Vandaag Moederdag en daarmee de eerste ooit zonder mijn lieve moeder. In eerdere tijden zat ik nu in DH aan thee en gebak.


En toch was ie bijna 24 pond, maar dat geef je hem niet


Na de vangst van de grasser richting de 3-polderzone. Ik bevis de eerste vaart. Stek 1 niks, stek 2 alsnog beet, ondanks de te grote helderheid mijns inziens. Ook dit is een stofwolken=actieve vis-vaart. Ondertussen is Andries bij nummer 5 aangeland. Het soort schub waar hij het hele eind voor gestiefeld heeft. En voor hem is het klaar, het is rond het middaguur en hem staat nog een dubbele Moederdag te wachten. Tel je zegeningen! 
Helaas is zijn voer op, dus niks nagevoerd voor mij. Ook niet gek met 6 stekken en 7 aanbeten (waarna altijd bijvoeren), dan gaat het hard. Nog even belangrijk te vermelden voor diegenen die naast willen vangen ook willen doorgronden; van de vijf karpers (plus de 2 lossers) komen er 4 uit systeem A, en maar 1 uit B, en mijn beurt moet nog komen. Zou dat hetzelfde te zien geven? In de vraag ligt het antwoord al besloten. 
De door mij uiteindelijk gevangen vis uit de vaart is bloedsterk, ik moet er zelfs achteraan, dus lijkt in prima conditie, maar op de kant is het een sterk vermagerd scharminkel, waarbij aan de rechterkant de kieuwplaat half verdwenen is, al bungelt die er nog wel aan. Die knip ik af. Deze wond komt nooit meer goed. Ik vraag mij af of deze vis de herfst haalt met deze wonden... zonde! En niet de eerste uit deze vaart, ook Andries had er laatst eentje. Qua beschubbing een ultraparel, maar voortaan de rest van zijn leven zwaar gelidtekend... met dank aan de maaiboot... de vis kan geen kant op. 
Zo'n dag dus. 


Sterk zat, dus nog geen vermoedens

Wel sterk vermagerd

Horrorscenario

Wat een parel!!

Maar voor het leven getekend



Daarna ga ik op mijn beurt de lange wandeltrip aan richting Andries' visgronden. Zo kan het natuurlijk ook bij samen dezelfde plannen. Eerst de een, daarna de ander. Voor mij is het bonus. En ik heb op deze zondag toch even niks beters te doen. 

Waar ik al eerder bang voor was blijkt realiteit. De wind is dermate aangetrokken dat de voor Andries productieve stekken voor mij met voer niet meer te bereiken zijn. Ik doe 1 poging en als het vlak voor en over mijn voeten landt weet ik genoeg. Begin daarom achteraan, en niet alleen dat, richt mijn voerpijlen op polder B, daar waar Andries maar 1 beet kreeg. En de in mijn ogen hotspot oversloeg, om welke reden dan ook, maar me er wel op attendeerde. Daar maak ik 3 extra stekken in polder B, waar ik achteraf niet aan toe kom. Plus dat ik de twee stekken waar ik wel bij kan in polder A ververs, en direct afvis. Niks meer blijkt na een goed uur, de karperkoek is hier vandaag op, ook niet heel gek. Dan naar de hotspot op deel B. Waar ik na 4 aanbeten en maar 1 gevangen karper, jaja hij is prachtig, twee uur later terugkijk op een ambivalente dag. 

Wanneer ik mijn vangsten deel met de penvismaten in groepsapp BHAM reageert Bas als volgt; "Klokje rond vissen Hans, blauwe luchten, stralend zonnetje, straks mooie zonsondergang, mooie vangsten. Ik denk dat jij wel een happy gast bent vandaag". Ik kom hem destijds niet direct positief bevestigen, maar ben er inmiddels wel uit, in elk geval een intense en bewogen dag. Ook wat waard! 


Het zou bij wet verboden moeten worden

donderdag 24 april 2025

De zin der dingen?


Van scratchingtimes naar Hard Times


Ben recentelijk aan twee nieuwe boeken begonnen. Een boek om te lezen, 100 jaar van Herbjørg Wassmo, en een 'boek' om te ondergaan, te leren, te verwerken, : uit de reeks boeken des levens het nu 63-ste deel. Heeft dit voorjaar een zwarte omslag, vroege lente of niet. 

De roman is zwaar, loodzwaar, onvervalste depressieve Scandinavische shit vol rampspoed en ellende, maar dat maakt weerbaar (zo lees ik), en zo overleef je, zo schijnt (?) Met eventueel wat levensgeluk aan het einde van de tunnel voor de mazzelaars. Het helpt me om dat andere boek, het niet te omzeilen levensboek te verwerken en te aanvaarden. Mijn persoonlijke rampspoed is momenteel dermate dat ik mij dagelijks de zin der dingen afvraag, moet verplicht mijn ervaringen en emoties verwerken of ten onder gaan, al doende. No way out.


Broken, bruised and sore

and anyway

Too fucked up to care any more  **


En nu wil jij terecht graag weten wat me getroffen heeft? In elk geval iets met een duvel die voortdurend op dezelfde hoop schijt. Nee sorry, zover ben ik nog niet, het zit nog te diep, is teveel omvattend, mijn innerlijk is chaos, opengerukt, een directe voltreffer. Met de wereld delen is nog niet mogelijk, mondjesmaat delen daar waar ik vertrouwd voel, maar dit hier typen en op www zetten is al een eerste stap. Schrijven is je uiten en daarmee ook verwerken. Je zult het er mee moeten doen, en ik ook helaas. Daar is overigens niks zieligs aan, wel sneu; soms komen er onverwacht zaken op je pad die je niet zag aankomen en daarmee des te harder, heftiger, binnenkomen. En niet alleen het gegeven op zich, maar vooral de manier waarop. Voel me als een foie gras gans. 


Ik hoor de duvel lachen: "we zullen het er bij hem eens extra inwrijven".
Drie DE-theelabeltjes waar ik echt niet op zat te wachten en nog vlak achter elkaar ook. 

Gelukkig heb ik een liefdevolle en warme vriendenkring om op terug te vallen, en daar maak ik noodgedwongen en dankbaar gebruik van. Niet alleen in het woord, maar ook in de daad, lekker samen vissen, zo de lichtpuntjes van mijn huidige leven vormend. Samen vissen ja, want met solo vissen bevind ik mij aan de waterkant in het stadium van "wat doe ik hier eigenlijk?" "Wat is uberhaupt de zin van deze bezigheid?" Zo het normaliter blijmakende of op zijn minst helende vissen tot een zinloze bezigheid degraderend. *


Maak je geen zorgen, de enige constante in het leven is verandering,
dus ergens zal het wel weer ten goede keren, en niet zo eindigen. 

Zo loop ik op een bijna zomerse namiddag weer eens met kar en... zeeltspullen naar een oude en vertrouwde stek, aan een net zo vertrouwd viswater. Gek gevoel, hóe vaak ik hier niet naar de skyline aan de overkant heb gekeken, vissend op zeelt en snoek, bij tientallen keren houdt dat niet op. En nóóit gekarperd, gek toch hè, terwijl er beste vissen inzitten en ik elke cm van het watersysteem ken. Ook nu trekt me dat niet. Maar weer eens zeelten, dát was een goed idee van Arend, zeker ook omdat we het weer meer dan mee zouden hebben. T-shirtweer op 3 april, vast weer een record. 

Arend appte, hij zou er eerder zijn dan afgesproken. Toen wist ik dat hij zou starten met vangen en dat ik alleen ook zou gaan vangen als de school doorzwom (50% kans, want ze kunnen zowel naar links of rechts doorzwemmen), en dat alleen maar als de school al groot zat was, en daarvoor leek het me toch te vroeg dit jaar. Als je eenmaal weet hoe het werkt met zeelt is er in het voorjaar eigenlijk geen kunst aan. Vinden is vangen. 

Het hing er nog even om of ik meekon, moest spullen bij elkaar harken die ik vorig jaar maar 1 keer ingezet had, en het jaar ervoor eveneens. Daarbij staat het vishok vol met dozen uit het huis van mijn ouders dat onlangs leeg opgeleverd is, en daarmee een last minder. Daar althans, want nu is mijn eigen huis een pakhuis. Al neemt dat gestaag af, ik verplicht mijzelf tot timemagagement voor zaken die te groot lijken, zo kun je na een week al 7 x half uur of meer verder zijn, en als er een start is, komt de rest vanzelf, niet lullen maar poetsen. 

Maar goed, ik zou mij toch door de in de weg staande bende heen moeten werken én de juiste spullen weten te vinden, wist na de uitnodiging niet of dat ging lukken ivm de korte termijn. Verzuip en verlies mij momenteel in mijn werk, er ligt voor 8 dagen per week als het moet, en gelukkig maar, zo blijft de dagelijks te tackelen zwaarte wat op afstand. 

En hier loop ik dan, zie Arend al staan. Staan, dan weet je het wel; beet! En ja hoor, hij heeft de eerste zeelt. Dat is een opsteker. Snel even elkaar begroeten, hij heeft, als verzocht, ook al voor mij aangevoerd, en de zooi installeren. Vis hier met roze wafters, de maden hebben afgedaan. Althans zo was het 5 jaar geleden toen ik hier voor het laatst was, me afwendend van het water omdat ik zielepijn had van de fysieke toestand van de zeelt, kapotte bekken met open wonden en vergroeiingen. Kon het niet meer aanzien, slagers! 


Als Arend al staat als ik kom aanlopen weet ik al hoe laat het is


Aan rustig zitten en even emotionele stoom afblazen kom ik niet toe want de volgende zeelt meldt zich, en de volgende, en zo door. En alles voor Arend, en alles op 1 hengel, de vis ligt op een paar vierkante meter, niet ongebruikelijk in deze tijd. Arend heeft een groot vissershart dus dwingt mij om de volgende beet te gaan verzilveren. En zo zit ik een paar minuten later ook te poseren met een meer dan lange zeelt. En nu ik mij overgegeven heb aan het run om run vissen vangen we samen ons fototoestel vol. Voor mij vijf, voor Arend 9, waarbij er 12 vissen op 1 hengel komen, en twee op drie anderen. De laatste, de zwartste zeelt die ik ooit gezien heb, en ook nog aan beide kanten blind, ik voel dat deze niet mee doet aan the gathering, op mijn stok het verst verwijderd van Arend's hotspot. 






Medemotivatie voor het toch tijdig op orde willen krijgen van de zeeltspullen zijn mijn eigen behoeftes en plannen in deze richting, en die van Brama Gigantica. Eens kijken wat we komende 3 maanden gerealiseerd krijgen. Maar deze proefsessie smaakte naar meer, lekker weer, prachtige vis en een wezenlijk gesprek, je zou voor minder... 

Diezelfde ochtend ook al wat lichtpuntjes gezien. Gevist met Aaron, 82 lentes jong alweer... We vissen samen minder dan we willen. Maximaal Murphy doorgaans zodra we een datum geprikt hebben... zijn leeftijd en de sores die daar uit voortkomen gooien vaak roet in het eten. Maar nu plooide alles toch samen. Weliswaar wind uit noordoost, niet de favoriete, we moesten er maar het beste van maken. Duurde dan ook even voor de vis op het voer zat. Aaron zat op de twee topstekken, expres natuurlijk, ik wil hem altijd laten vangen, niet lullig bedoeld, maar elke vis kan de laatste zijn. Maar op een giebel na sloeg hij alleen maar mis. Kom ik zo op terug. Ondertussen begon het bij mij te lopen, eigenlijk tot in de reservetijd: vier stuks, verwilderde vissen, slank als stokbroden, er zitten er dan ook voor het mooie teveel in, normaliter not my cup of tea, maar voor zo'n sessie als vandaag uitstekend. 

Waarom Aaron niks ving? Mijn theorie; hij zat links en rechts voor twee duikers, pijpen waar de godganse dag de vis in en uit zwemt. Doorgaans is het door uitholling door windstroming en bemaling iets dieper voor de monden van die pijpen, maar hier niet, hier staat amper water. En dan moet je aangepast vissen, zwaar op overdiepte, al is het dat eigenlijk niet, want loodjes en pen staan recht omhoog, maar tussen loodjes en aas zit een goeie meter. Zo kun je de pen buiten de aaszone leggen. In de praktijk: je aas vlak voor de pijp laten zakken, met de lengte van de hengel de dobber naar achter leggen. Bij aanbeet zie je de pen schuin naar je toe onder water verdwijnen. Aaron reageert na deze uitleg "ik leer elke dag nog bij", en dat voor een 82 jarige die al 60 jaar met de pen vist. In elk geval sluit ook hij de ochtend af met een mooie karper. Een foto hoeft niet; "daar heb ik er al genoeg van". Aaron viste vandaag met dezelfde 3 delige sportex carbon kevlar van Co Sielhorst als die van mij die gestolen is vorig jaar (de wond nog steeds open, ondanks waardige vervanging). Dezelfde is niet helemaal waar, voor hem was de standaard 1,5 lbs uitvoering voldoende die ook naar de winkeliers zoals Lahr in Utrecht ging. De mijne was een identiek afgebouwde maar zwaardere versie met verzaagde blanks van verschillend vermogen. Als ik achter Aaron zit tijdens de dril heb ik een deja vú, val 29 jaar terug in de tijd, naar 1996. Aan de kaas en broodlaan in Poeldijk (Caasenbroodlaan), waar Aaron destijds zijn hengel mocht inwijden. Lichtpuntje bínnen een lichtpuntje. 


Vandaag de dag

Dezelfde hengel, dezelfde visser, alleen 29 jaar eerder...


Met Leon is het altijd prettig vissen, een man van weinig overbodige woorden. Als hij het met drie afkan, zal hij er geen vier gebruiken. En ook wij gaan al heel lang terug, start 90-er jaren toen we Noord Frankrijk onveilig maakten, omgeving Pont-a-Mousson of de Franse kanaaltjes. Sinds een jaar of wat treffen we elkaar elk voorjaar wel een paar keer om te pennen, los van alle andere avonturen en contact. Lekker ontspannen in wat wijkwateren. Doorgaans zonder al teveel succes eigenlijk, weet eigenlijk niet goed waar dat aan ligt? Aan de bezochte wateren toch niet, HSV de Rijnstreek heeft het al wat jaren prima voor elkaar met uitzetten en met wat serieuze input zijn er leuke resultaten te realiseren, en dat is een understatement. Alleen nooit samen als we met de pen op pad gaan👻. Zo ook dit keer, we moeten echt tot in de reservetijd door om in elk geval hem iets te laten vangen. Maar Leon is zelfs met een verse uitzetter blij, dat typeert hem ook. 





Met Michael en Andries is het goed toeven, en eens in de zoveel tijd ontmoeten we elkaar, altijd qualitytime. Dit keer op Andries' uitnodiging in zijn woonplaats. 
Plaats van handeling de rand van de stad. Geen van sfeer uit zijn voegen barstende polder met grutto's en lentedansende koeien, maar verkeer en gebouwen. Maar dat er vis zwemt is zeker. En er zwemmen mooie tussen, restant van een uitzetting van 'Leo en Hennie'. Er gaan de nodige verhalen over. 
En een van die verhalen zien we zwemmen voor ons voeten, wat een monster. De ogen van Andries staan op steeltjes als hij mij de vis aanwijst, die zich niks van ons aantrekt, en zich prima laat bekijken, als een mooie meid in een kinky blaadje, van alle kanten. Die houdt je niet op je gewone penhengel, zwemt gewoon weg en door... Ik ervaar tegelijkertijd angst én wens! Uiteraard maken we gelijk stekken, sluiten we haar op tussen het voer (nadenkertje, dat doe ik vaker en het werkt regelmatig) in de hoop dat ze zin in wat te vreten heeft. De sessie beschrijven gaat me wat te ver, maar we hebben niet het resultaat waar we op hoopten, geen actieve vis op de stekken, pas in het allerlaatste kwartier succes voor zowel Michael als Andries. En ook hier weer reservetijd, had zomaar een eveneens dekkende mooie blogtitel kunnen zijn. Er staat 'we' in de vorige zin, waar het eigenlijk 'ze' moet zijn, want ik heb op 3 van de 6 stekken wel leven. Dat ik niks vang is een beetje pech, en een knieval richting het sociale element van samen vissen. Het staat ook voor samen optrekken, elkaar een beetje in de gaten houdend. Als de een opstaat voor de volgende stek zie je de ander ook reageren verderop, als gedrag komt het heel organisch over, zoals de golven van de zee. Nooit zo afgesproken, maar gaandeweg ontstaan. Ongeschreven regel. In die context sta ik op om mee te lopen waar ik solo vissend net zo lang was blijven zitten tot er een aanbeet zou volgen. Omdat vangen alleen niet het heiligst was gokte ik telkens op nog aanwezige vis in de volgende ronde; not! In die zin gemiste kansen, maar na het zien van de prachtige vissen van beide heren voelde dat niet zo; een zinvolle avond. 





* Vissen kent voor mij verschillende stadia van zinvolheid. 

- Reguliere fase: Als ik volkomen senang en in balans ben met prive en werk - doorgaans 95% van de tijd- (lees: met geld en de liefde) dan is vissen datgene dat ik het liefst doe als bezigheid buiten de primaire zaken, zoiets als de meest belangrijke bijzaak. De visdrang is dan doorgaans zo sterk dat het lijkt alsof het het enige is dat telt om te doen, mede omdat balans ook betekend dat er veel werk is, veel sociaal verkeer is. En daarmee minder vistijd dan gewenst. (Een contradictie in terminus?) Maar toch, de ideale situatie, want zo is elke sessie betekenisvol. Vanuit die riante positie zijn de meeste blogs ontstaan. 

- Zeldzame fase: Blijft er 5% over waarin balans ontbreekt, het hoort erbij, dan ga ik vissen om te helen. Aan de waterkant ontstress ik dan, laad ik op en groeit het weefsel weer aan elkaar. De hobby als heelmeester, die de zaak weer in balans trekt terug naar de gewenste reguliere fase. 

- Hoe minder hoe beter fase: Heeeeeel soms is er dan de onwerkelijke realiteit dat zelfs de helende ontstressende situatie hierboven niet werkt, de wond is te groot, moet door een specialist "afgehecht worden". Nogmaals: dan vraag ik mij aan de waterkant af; "WTF. Wat doe ik hier!?" Gelukkig maar een periode, lang of kort, het voordeel van wat ouder worden is dat je weet dat alles stroomt. De enige constante in het leven is verandering. Inmiddels gaat het weer wat meer uphill met deze jongen, ik dwing mijzelf, en zijn er zelfs jarenlang sluimerende voorjaarsbehoeften gerealiseerd in de vorm van prachtige grote brasems, jawel, meervoud. Zo'n trip die je alleen kunt maken als je toch voldoende goed in je vel zit. Het avontuur op zich een eigen blog waardig. Maar, gaan we niet doen... ik ga liever nu even alsnog vissen👋


** Niet van mezelf, maar geleend uit... jawel weer een boek, die van de grote kleine man uit B, met dank daarvoor. 



Na jaren van willen eindelijk ook weer eens kunnen, gaan én vangen! Absolute topvis!!

Achter de wolken schijnt de zon altijd te schijnen, zelfs als reflectie in het (vis)water.
Laat ik me daar maar aan vastklampen komende periode. 




donderdag 13 maart 2025

Scratchingtimes

De oudere jongeren (oftewel mozes kriebel, jemig de pemig; met dank aan Koos😎) onder ons kunnen zich vast de schrijfsels van Rod Hutchinson wel herinneren. Rod was degene die bij mij de term scratchingtime(s) introduceerde; het van het oppervlak van de vele mogelijkheden moeizaam afschrapen van 1 of 2 kansen. Lees; lastige omstandigheden en zeer moeilijk te  vangen karper. Onze antiflow, zal ik maar zeggen.  

Soms dienen die times zich aan. En wat is dat dan, waardoor komt dat? Gaat dat dan buiten je om, overkomt het je, of stuur je dat zelf? Omdat voor alles een reden is, als je het maar wil zien of onderkennen is er ook voor alles een gevolg en daarmee kansen voor een oplossing, en onlangs werd ik weer met mijn neus op die feiten gedrukt, maar dat is voor aan het eind van dit schrijfsel. 

Deze winterperiode is anders dan alle anderen. Door de ziekenhuisopname, de complicaties en het uiteindelijke overlijden van mijn moeder loopt alles anders en gaat er goedbeschouwd een streep door alle plannen. Niet zozeer door de rouw an sich, dat dient zich onaangekondigd aan gedurende de dagen en daar moet je mee dealen, maar het proces van een heel leven moeten opdelen en deels weggeven (kringloop) of -gooien (stort) doet iets met je, los van de geïnvesteerde tijd daarvoor. Alle emotie die je voelt bij gevonden (ouder-)kinderzaken, je moet er tijd voor vrijmaken om het een plek te geven, te verwerken. Zelfs voor de juweeltjes. Zo kwam ik er achter dat mijn allereerste gekoesterde "man"visfoto (de zgn tropheeshot waar we zo van houden) toch niet de allereerste was. Er bleek al een eerdere te zijn. Sterker nog, die zat in een lijstje, stond op een plek waar ik nooit kwam... en riep allerlei vragen op, die ik nu niet meer kan stellen. Maar toch, het deed me wat mijzelf te zien als 10-jarige (?) hummel met vis. Sterker nog, toen drong het tot mij door dat ik die vakantie in de Flevopolder ook al een karpertje had gevangen, mijn állereerste, (maar het kan ook een kroesje zijn geweest.) In elk geval deed ik ook die vakantie niets anders dan vissen... er is sindsdien weinig veranderd. Het leven als eenakter. Wie lacht daar? 


Veel mag naar het hergebruik, en gelukkig maar...

... maar soms moet je keuzes maken, soms pijnlijke keuzes

Wetend dat ik in dit deel van DH (Segbroeklaan) hoogst waarschijnlijk nooit meer zal vissen,
tijdens het uitruimen even een symbolisch moment vrij gemaakt om hier af te sluiten, uiteraard zonder beet

Kleine foto, grote betekenis: mijn allereerste (man)visfoto evâh in 1972! 

Ik voel mij momenteel losgeslagen, kom niet in vismodus focus. Heel bijzonder want juist een beetje waterkanthangen werkt zeer helend. Maar blijkbaar zijn er omstandigheden die daar doorheen breken en je te pakken nemen. Ondanks dat vis ik toch regelmatig, maar het is meer om er even uit te zijn, en ik neem die tijd die er over is. Dat woord over doet het hem, want dat blijkt de crux. Over is, resttijd dus. Waar dat normaliter precies andersom is.  

Realiseer me gaandeweg dat ik in mij (eigenlijk onbewust) een continue gedachtenstroom heb lopen gekoppeld aan mijn feiten- en kennisbibliotheek (even gemakkelijk; het geheugen) die maakt dat ik op basis van mogelijkheden, tijd en weersomstandigheden kies voor wateren, doorgaans met succes. En daar primaire tijd voor inzet, op werken en relatie na, in plaats van resttijd. Daarmee het vissen, maar zeker ook vangen sturend. En dat daar nu een stroomonderbreking in zit. Il ne marche pas. Maar vanwege het grotendeels onbewuste - noem het intuïtie, of onderbuikgevoel, al is dat ook onbewust ingezette kennis, en daarmee minder toeval dan het lijkt - kan ik daar niet bij, het niet onderzoeken, om en om draaien, van alle kanten bekijken, goede keuzes maken. Ik ben mijzelf vreemd. Doe maar wat. En zo worden de scratchingtimes vanzelf geboren. 


Doe maar wat, al is het doen op zich ook al belangrijk

Het is meer om er even uit te zijn


Los daarvan speelt het weer altijd ergens wel een rol in beleving en resultaat. Start februari heb ik de heersende oostenwind genegeerd en ben lekker gaan vissen. Daarbij uitgebreid twee polders aandoend, maar het is een dooie boel, de vis wil vandaag niet. Heb sterk behoefte aan een vis van betekenis, dus maak een knieval voor makkelijk. Doorgaans geeft al te makkelijk niet voldoende voldoening, slechts een aantekening in de vangstenlijst vormend. Dus ik laat het zoveel mogelijk achterwege. Maar soms heb je een moetje. Dat moetje keert zelfs ten goede, zeer ten goede als blijkt dat dit keer een van de toppers mijn onthaakmatje aandoet. Die stond nog ergens op een lijstje, en dat voor de man die niet aan lijstjes doet. Ga als een blij man op huis aan. Even een lichtpuntje. 


Lichtpuntje met grote L

En zo beweeg ik mij van lichtpuntje naar lichtpuntje. Paar weken later opeens een mespunt lente. Dat in combi met een serieuze tip zorgt ervoor dat ik wel wat kilometers wil maken. Met een tussenstop op een gekende stek. Het is echter al zo warm dat de buisbewoners al in de aanpalende (veel te) ondiepe sloot liggen. En goed op het voer reageren, maar een echte aanbeet krijgen ho maar. 
Gelukkig speelt dat te ondiepe niet op de getipte stek. Al snel een prachtige wegzeiler. Niet te missen. Daarna eindelijk een dril die mij vertelt wat voor nieuw hengelvlees ik in de verse kuip heb, smaakt naar meer.  


Zomaar een mespuntje lente, en de dagpauwoog profiteert er gelijk van

Windstil en dubbele cijfers, mag het zo blijven? 

De wat langere trip méér dan waard. En een goede ervaring waar ik meer ga halen vanaf het najaar. 

Ik gaf het al aan hierboven: omdat voor alles een reden is, is er ook vrijwel altijd een oplossing. Het ging zo; deze winter diverse keren op de Goudse singels gevist, in een specifiek deel. Wetend dat de karper zich hier ophoudt. En elke keer brasems. Andries heeft er ook gevist, maar op andere momenten. Hij vangt zijn deel aan karper, ruimschoots zelfs. Voor wat hij de laatste keer noemt (deze winter) nodig ik mezelf uit, en gaan we gezamenlijk het donker in. Stekken ad random om en om. Resultaat, hij weer 3 karpers. Ik weer brasems. Samen zelfde aas, zelfde stekken als eerdere sessies. Hmmm, wat doe ik fout? Hij vertelt mij zijn theorie over dit waterdeel en de voor succes benodigde winteromstandigheden. Ik kan wel beweren dat het vergezocht is, maar voorlopig staat het 7-0, dus dat laat ik wijselijk na. Zie het als voornoemde kans wat te leren. Avond later (zelfde weersomstandigheden, mind you. Ja welke dan? Kijk, dat onthullen is niet aan mij, ik copycat hier slechts zonder het helemaal te begrijpen) weer terug. Althans in theorie, was echt te moe... in elk geval om te vissen, want wel gevoerd. Weer een dag later zaterdag, dan kan er meer, de accu wat opgeladen. Resultaat, weer de obligate brasem, maar ook drie karpers! Dat dat dan verse uitzetters van november vorig jaar zijn mag de pret niet drukken. Gebrek aan geluk (hetgeen net iets anders aanvoelt dan pech)? 






Brughangen, het zal nooit geheel mijn ding worden, maar het kan reuze effectief zijn. 




dinsdag 21 januari 2025

Een vlucht regenwulpen

Ik bevind mij langs een van mijn favoriete polderweggetjes. Zo vertrouwd dat beeld met die bomen en boerderijen aan weerszijden. Ken elke boer die er aan woont. Moet ook wel, want ik vis er met regelmaat, al sinds de 90er jaren, en ik wil overal kunnen komen, dan moet je inderdaad, en met liefde, de boer op. Vorig jaar (2024) was hier een minder visjaar, zowel qua bezoekfrequentie als vangsten. Al heeft dat nuance nodig, er kwam wel zomaar en kompleet onverwacht een totaal onbekende lenteBEER uit die mijn prille visvoorjaar fel kleurde. Die ik er zonder woorden twee blogs geleden al tussen gefietst heb. Dit jaar wil ik deze polder weer wat meer aandacht geven, ze is het waard. 


Onverwachte en bovenal onbekende lentebeer

Als ik uitstap na de zoveelste regenbui even in de auto afgewacht te hebben een bekend geluid, een heerlijk geluid, een herhaald ijl lijzig gefluit. Het kondigt zo midden in de winter toch een nieuw begin, een nog verre maar naderende lente aan. Een vlucht regenwulpen komt overscheren, zeker 50 stuks. Vergezeld van dat specifieke geluid dat ze maken. Het geeft mij per direct ruimte, ruimte in mijn hoofd, ik schud op dat moment het grijze van mij af. Dat grijze heeft zich opnieuw (en sterker dan de winters afgelopen jaren) in mij vastgezet. Ben dan ook een makkelijk 'slachtoffer' geweest deze tijdsperiode, opnieuw een record, in totale en maar voortdurende grijsheid.


Dit was nog eind dec, en zijn we inmiddels een maand verder.
Alle records verbroken. 

Geen piezeltje zon te bekennen voor weken. Dat gecombineerd met meer dan behoorlijk ziekzijn in dec (14 dagen plat, een unicum), de altijd verfoeide feestdagen waarin ook maar weer eens mijn nieuwe auto het zomaar begaf en vrijwel alle voor het 'overleven' van die dagen belangrijk geplande vistrips kwamen te vervallen én een moeder die op het randje gelegen heeft (inmiddels weer opkrabbelend, maar ipv een levensverlengende operatie nu toch hoogst waarschijnlijk een enkele reis richting ongewenst verpleegtehuis tegemoet moet gaan zien, ik lijd mee) zorgden voor een behoorlijke dip in mijn "systeem". En dan heb ik het nog niet eens over teveel lossen of misslaan van/op vrind karper... Maar nu met het aanschouwen én beluisteren van die wulpen ben ik in staat weer naar het licht te kijken. Van het een op het andere moment. Enlightment. 


Die altijd verfoeide feestdagen hebben heel soms leuke kantjes

"waarin mijn nieuwe auto het ook nog maar weer eens zomaar begaf"

Gelukkig bleef er 1 trip wél behouden deze periode, maar ik sloot het jaar met een blank af

Dat geluid van de wulp is voor mij wel een dingetje, het maakt me blij, raakt me, krijg er doorgaans een gevoel van nieuwe hoop, nieuwe avonturen en -mogelijkheden van. Het triggert iets in me, jaagt me aan. Het voedt zowel het melancholieke deel als mijn niet denken maar doen-onderdeel. En ik koester beide uiteinden van mijn zijn, ze hebben beiden functie. 

Onlangs is er een Noordelijke ijsduiker Northern loon) in NL gesignaleerd, hele hordes vogelliefhebbers kwamen er op af. Uit binnen- en buitenland. Haalde zelfs het nieuws. Zo'n ijsduiker heeft een nog dieper rakende klagelijker roep, in nog bardere omstandigheden dan winters Holland - het Dak van de Wereld , waar het 9 maanden winter is, wat nou vitamine D? - dus ik begrijp (vóel) wel dat die tragisch aandoende roep in die streken met allerlei doem wordt verbonden. Prachtig vertaald in de film On Golden Pond met Henry en Jane Fonda. Zelfs een visfilm, zo je wil. 

Doorredenerend over oppeppende vogelgeluiden moet ik ook het sprankelende lentegeluid van de mezen noemen. Dat geeft ook vleugels, als vooraankondiging voor frisgroene gedachten. Je gaat er van huppelen. Of de zang van een merelmanetje in een nachtelijk windstil en nevelig winterbos vol hoge beuken, sprookjesgevoel oproepend. En daarbij heb ik het niet over de Efteling... En dan dat gepietepietetepiet van de ijsvogel, ons kleine kroonjuweel, nog vóór je hem ziet voorbij scheren. In die zin zijn wij als vissers toch wel gezegend. Andries vertelde onlangs dat zijn moeder nog nooit een ijsvogel had gezien, en bij mij staat de teller alleen al deze week op 4. Mysterieus vind ik het gehoemp van de roerdomp, een geluid dat kilometers ver te horen is. Ik kan daar uren naar luisteren in het donker, onderwijl mijn lichtpen in de gaten houdend. Of wat denk je van de veldleeuwerik? Zo hoog in het polderzwerk zijn lokroep verspreidend dat 'ie zelf onzichtbaar is voor het menselijk oog, bij mij een compleet zomergevoel, alsof deze nooit voorbij gaat, oproepend. Datzelfde geldt voor het iewwwiewwieww van de buizerd. Van die kleine highlights op een dag, makend dat zelfs een visdag zonder vis ook bijzonder waardevol kan zijn.

And one more for the road, kan deze blog wel geheel vullen met vogelgeluidenverhalen. Uiteindelijk ook visgerelateerd, let maar op. 
Jaren geleden ergens diep in de hak van Italië op een agroturissimo beland met de tent, samen met Helen. Onder de hoge dennen die gelukkig overdag een broodnodige parasol vormden tegen de hitte, en in het donker juist verkoelend werkten. Op een van die avonden, wijntje in de hand, opeens een geluid boven ons. Ping (stilte) ping (stilte) ping. Dan even helemaal niets, en verderop (nog steeds boven de bomen) opnieuw, dan weer terug, en weer wat verder. Er cirkelde iets boven ons, maar wat? Het leek eerder op een ufo dan wat anders. Beam me up, Scotty.  Of een eigen Close Encounters ervaring? De piep had dan ook een hoog elektronisch gehalte, klonk niet als iets van een levend wezen. "WTF was dat?" En natuurlijk uitgevogeld (mooi woord hier) wat het was. Een dwergooruiltje...  ik verbaas me ook vandaan nog, zijn we jaren verder. Daarna nog vele malen gehoord in het Mediteraene. Paar jaar later lees ik een boek (4de of 5de) van Alijn (Danau). Hij beschrijft een sessie op Rainbow, en heeft dezelfde ervaring als wij: "wat is dat nou?". Een zeer vervreemdend geluid kan ik je verzekeren, dus ik begrijp zijn verbazing. Hij doet zelfs een oproep in zijn boek aan de lezers om hem te vertellen wat hij gehoord kan hebben? Ik mail hem direct de oplossing, maar omdat dit boek al weer wat langer uit is zijn anderen me al voor geweest. 

Zo werkt mijn geest, in mindere dagen hulpstukken inzetten om me op te krikken. Een trucje ooit geleerd, maar nooit vergeten. Een ritje met de fiets door Middeleeuws Gouda werkt ook goed. Kan ik gelijk voeren ergens😜. Over hulpstukken gesproken, niets helpt natuurlijk beter dan een karper vangen. Kan zélfs Freebird niet tegenop, en ja, dat is even een doordenkertje voor 60plussers. Zo'n stoot karperdopamine verdrijft alle muizenissen voor dagen. En dat is precies wat ik vandaag van plan ben. Het weer is er naar, plots stijgende temperaturen en toenemende wind uit goeie hoek. Wanneer dat te gebeuren staat en tijd en mogelijkheid vallen samen is deze polder een van de eerste wateren waar ik aan denk. En dan een specifiek hoekje. Als ze nu niet aan gaan staan en vreten willen heb ik weinig van vis en vissen begrepen. Gelukkig hoef ik dat negatieve label niet op mijn revers te spelden want de pen zakt linea recta de diepte in, nadat het voer slechts een uurtje haar werk mocht doen. Hoppa zegt Helen altijd wanneer ik haar een screenshot stuur. In die zin mijn toegewijd viswijf❤️. Dat hoppawoord symboliseert daarmee alles. En door! 


Zo'n jaareerste kan maar binnen zijn. Dát is pas van de nul af!

Niet alleen de eerste vis van het jaar, maar ook de eerste vis met weer een nieuwe hengel. Ik moest en zou een vervanger voor mijn ultimo sportex vinden omdat de toevallige vervanger niet voldoende beviel. Was ik ten tijde van de vorige blog er al druk doende mee op MP, maar eea verliep stroperig. Opeens kwam de onderhandeling daarvan in een stroomversnelling en voor ik het wist was ik de eigenaar van een tweedelige NZ- penhengel van 1,5 lbs met mediumtaper-actie, maar wel met de broodnodige zware demping aan het eind van het korte (hèhè!) handvat. Dat samen met 415 cm aan hengel maakt dat ik een enorme lengte aan benutbare blankkracht kan inzetten daar waar nodig. Hengel zo goed als nieuw. En ook nog eens voor mijn prijs. De verkoper bleek zelfs een (viavia) bekende. Die hengel moest asap gedoopt worden. Waarvan akte. Aan 1 (winter)dril is welliswaar niet al teveel af te lezen, maar ik zit weer met alle vertrouwen aan de waterkant. In combi met een voor mij nieuw model haakje, een klauwhaakje, ik ga dat zeker een tijdje een kans geven, wil van de zelfvertrouwen oppeuzelende lossers af. Met dank aan Andries. Beter goed gestolen dan slecht verzonnen. 

En door! dient zich al snel aan in de tijd die volgt. Ik gaf het al eerder aan, wintervissen is makkelijker dan al dat heerlijke gepiel in de zomer, dan veel te veel afleidende zaken als paai en overschot aan natuurlijk voedsel. Niet dat wintervissen an sich makkelijk is, je kunt heel veel fout doen, alles zelfs, maar door een aantal jaren stug doorgaan en deducerend wegstrepen is er zoveel helder geworden, áls je het maar wil zien, dat er patronen zijn ontstaan die onmiskenbaar zijn. Zelfs zo onmiskenbaar dat het zeker in de winter leidende weer toch niet meer zo sterk bepalend is. Kwestie van gezond verstand. Ik durf in vrijwel alle omstandigheden hoopvol te gaan vissen. Ook met de wind uit de noordhoek met winterse buien. En ja, zelfs met windstil grijs weer met een hoge druk, nog slechter op papier. Oke, het zijn er geen zes, maar als ik de dag afsluit met 2 karpers vind ik dat ik gelukkig mag zijn. En ook dat resultaat is te danken aan gezond verstand. 

Water A bestaat uit wat vaarten en bevat naast een grote duiker waar niet bij te komen is ook een buis, waarvan ik uit ervaring weet dat er 100% zeker vis in ligt. Het is er dieper waardoor de (doorgaans boven)stroming minder vat op de vissen heeft, en ze liggen er rustig over een lengte van 40 meter. Maar... er zomaar gaan vissen heeft geen zin, de zon moet er eerst een paar uur flink opgestaan hebben. Winterdag betekent dat dat je er vroeg moet voeren (letterlijk zwaar voer ivm de onvermijdelijke stroming) en pas na 15.00 uur moet terugkeren. De keren dat ik dit gegeven negeerde ving ik niks. Dus heb ik mijn dag zo in elkaar gezet dat ik hier op weg naar huis nog even kan hengelen. Zo ook vandaag. Rond 16.00 binnen 5 min 2 lijnzwemmers en een echte aanbeet resulterend in een prachtige donkere schub. Die diepe kleur verraad deze vis als vaste buisbewoner, in tegenstelling tot de blekere vissen die ik doorgaans verderop vang, onmiskenbare vaartheenenweerzwemmers. Vlak na deze vangst breekt de spreekwoordelijke pleuris weer uit, kan ik stapvoets rijdend naar huis wegens de gladheid door extreme hagel en waart code oranje weer door het land. Vismaat Mark S verwoord dat als volgt na delen van de vangstfoto "Voor mij ben je een held. Wat een teringweer!".  Zelf voel ik dat niet zo, kwestie van gezond verstand.


Een onmiskenbare buisbewoner

Pleurisweer, en de eerste blauwe lucht sinds weken, voor 2 minuten


Datzelfde verstand moest ook aan het werk eerder die dag tijdens de inwerktijd van het voer gegooid in water A. Had daarvoor water B in gedachten. Ter plekke bleek men op dat specifieke deel de oever te hebben "verbeterd" onlangs. Voelde aan alles dat de vis daar niet meer was. Paar uur later wist ik dat zeker, de afgeviste stekken leverden niets op waar dat doorgaans anders is. In oktober nog bijna dubbele cijfers. Tom Poes verzin een list! Waar is het rustig voor de vis? Aan het uiterste einde van de strook was een bomenrij waar ik niet bij kon. In elk geval niet vanaf 'mijn' kant, en de overkant is snelweg, daarlangs oplopen naar het gewenste stuk geeft piepende remmen van wegbeheerders of politie. Het enige dat ik kon verzinnen was een stek maken zover mogelijk richting bomenrij. Geen sinecure, niet zozeer het voeren, maar eerder het vissen. Prikkeldraad en bramen, waar overheen/tussendoor gevist moest gaan worden. Omdat ik doorgaans waar een wil is, is een weg predik moest er hier ook een oplossing gevonden worden. Bij terugkeer om daadwerkelijk te vissen zag ik direct al het juiste van mijn aannames, stofwolken op de stek. Het duurde dan ook niet lang voor ik een tergend langzame aanbeet krijg. Lijnzwemmer? Welnee, een echte winteraanbeet. Resulterend in een heerlijk buigend hengel en fraaie eerste Spiegels voor de ziel-lijst vangst van 2025. 


De lastige eindstek, reken maar dat er nog meer liggen, gevlucht voor het tumult verderop

Zo langzaam dat ik me niet kon voorstellen dat het een aanbeet was

Trouwens, over boeken gesproken; de blogtitel, een Vlucht Regenwulpen heb ik natuurlijk ontleend aan een van de bekendste boeken van Maarten 't Hart. Zowel titel als schrijver koester ik. Niemand die zo verfijnd vilein zaken kan ontmantelen, doorgaans de Kerk en alles wat daar bij hoort. Ik herken daar veel van. Groepsdruk is een modern woord, maar religieuze groepsdruk bestaat als sinds de uitvinding van religies. 

Niet alleen de film koester ik, ook de verfilming ervan is favoriet. En dat zegt wat, ben geen fan van Dé Nederlandse film. Deze autobiografische film wijkt desondanks wel iets af van het boek. Zo woont de hoofdrolspeler samen met zijn oude moeder buiten het dorp (Maassluis). Shots zijn vlak bij waar nu de Foppeplas ligt opgenomen. Dat had een  vissersezelsbruggetje kunnen zijn,  maar ik wil een veel serieuzere kant op. In de film verzorgt de hoofdfiguur zijn oude moeder tot ze gaat overlijdt, je voelt het leed. 



Scene uit de film, komt er dicht bij


Precies dát speelt er momenteel in mijn leven. Al zijn wij (broer, zus en mezelf) slechts hierin ondersteunende hulptroepen, de professionele verpleging is prima. Vanochtend (17 jan, 3 dagen na haar 92ste verjaardag) is de eerste rustgevende morfine toegediend, na twee maanden van ellende. Het is nu slechts een kwestie van dagen. Waarom ik dit persoonlijke drama toch wat morbide (?) via mijn blog de wijde wereld in slinger? Simpelweg omdat het mijn eigen intense verdriet nú híer kanaliseert, en ik weer een stukje verder kan, tot berusting en het gevoel dat het zo goed is weer ruimte krijgen. Wat dat betreft ben ik momenteel méér dan invoelend met schrijver Maarten destijds, die ook een zeer bijzondere band met zijn moeder had. En het schrijven van het boek ook gebruikte als verwerking. Het verplicht mij binnenkort ergens zo snel mogelijk een ode aan het leven te brengen. Uiteraard met een hengel in de hand.

Naschrift; 12 uur na het typen en doorvoelen van bovenstaande alinea spoed ik mij midden in de nacht over de hobbelige Scheveningseweg in DH richting het revalidatiecentrum waar mijn moeder even daarvoor is overleden. Precies het soort mistige sprookjesachtige winternacht waarin ik 's winters merels in de hoge bomen hoorde fluiten. En niet alleen dat, die prettige ervaringen deed ik op exact die weg op, op de fiets naar huis rijdend na een nachtje stappen. Als een uur later de begrafenisauto over diezelfde weg terugrijdt is er innerlijke rust en zie ik de achterlichten langzaam in de mist verdwijnen... watch her taillights fade. Het is bijzonder pijnlijk en verdrietig, maar wel goed zo.

Zo zijn we van een toevallige eersteweeks ontmoeting met wulpen langzaam bij het boek en film van Maarten 't Hart uitgekomen, op voor mij organische wijze (als meanderende gedachten in mijn hoofd). En dat in dat boek en die film een centrale rol voor een overlijdende moeder is weggelegd, naast mijn eigen zeer recente verlies, kon ik toen nog niet voorzien. Het is niet alleen goed zo, het is zelfs mooi zo.