zondag 8 februari 2015

Snoeken zoek(en)

Januari is ten opzichte, en ongeacht het weer, altijd een taaiere maand dan de doodaas-startmaanden oktober, november en december. Qua vangsten dan toch. Maar soms valt het mee. Dit jaar valt het tegen, in elk geval qua qua kwantiteit, en niet alleen bij mij. En dat ondanks de meer dan flitsende start (zie: Het regent snoeken). Kijk maar eens naar de vangstberichten op Total Fishing, die zijn momenteel een schaduw (qua roofvis) van wat ze normaal in deze periode zijn. Overal wordt slecht(er) gevangen.
Het weer? Ja, waarschijnlijk het weer, wat anders. Niet normaal zo 'warm' ook deze winter verloopt. Je zou zeggen dat zo'n verlengde herfst de zaak gevoelig vooruit zou kunnen helpen, maar niets blijkt minder waar... het tegendeel is eerder het geval. In het groepje roofvissers waarmee in mijn avonturen deel is dit winterseizoen al zoveel geblankt dat naast de bokaal voor de grootste nu ook al schertsend de Blankbokaal is aangekondigd, zodat we in elk geval elkaar wat te geven hebben.
Zelf ga ik deze laatste niet ontvangen, daarvoor vis ik te weinig -èn vang ik ook nog wel eens een visje- maar 13 of 14 keer (toch dik twee maanden) voor niks gaan achter elkaar is op zo'n koude winterdag toch een dingetje dat het zelfvertrouwen aantast, lichtelijk... en daarna ga je òf even niet òf naar makkelijker water. Waar je alsnog ook blankt:-).

Leeg en uitgestrekt

En toch... het zal wel aan het weer liggen, maar naar ik denk niet in directe zin, maar eerder in indirecte zin. Het is niet dat de vis niet wil bijten, maar ze zijn volgens mij wat minder op de geijkte winterplekken te vinden. Daar waar doorgaans het gros van de roofvissers het 's winters probeert. Neem nou de havens her en der in verbinding met grote watermassa's. Momenteel minder voorn, en dus ook minder roofvis. Ik ken wat centraal gelegen relatief diepe boezemplassen, ook behoorlijk karige vangsten dit jaar. De prooivis (blankvoorn) zou wel eens de beschutte en/of diepere delen niet hebben opgezocht, maar gewoon in de zomergebieden gebleven zijn, en daarmee ook de snoek.
Waarom ik dat zo stel; het is een gevolgtrekking van wat nieuwe vangsten op plekken waar wij het 's winters niet zo snel meer zouden proberen, in de wetenschap dat de vis weggetrokken zou zijn.
Maar... door een toeval kwam een van de maten toch op zo'n water terecht (of beter, op het ondiepere deel ervan) en ving een behoorlijke vis. Aangezet door dit succes zijn er meer gaan vissen en zie... zo kom ik aan mijn nieuw PR. Volkomen onverwacht. Zondag 25 januari j.l. Ik had wel een grotere snoek verwacht, maar niet dit ongelofelijke monster. Deze dame kwam notabene uit de 'snoekbaars'kuil in plaats van uit 'het pijpie'. Op een maximale afstand van 125 meter (verder wil ik niet vissen met dood aas), gemarkeerd op mijn gevlochten lijn. En na de aanslag vol door de slip, de hengel kompleet dubbelgevouwen. Leek meer op een karper. En dat wegzwemmen door de slip nog wel een keer of wat, een serieuze dril. Heb eventjes met een meervalletje rekening gehouden. Netten bleek echter geen probleem, de vis kwam zo vanuit de diepte op het net afglijden, zonder enig verder verzet. Gotcha! Dat ging eigenlijk zo soepeltjes en snel dat ik niet eens duidelijk zag wat ik nou eigenlijk gevangen had? Het bleek een van de moeders der moeders te zijn. Monstermama. "Wat doet die hier nou?" prevelden we tegen elkaar...
En dan sta je daar zo'n beetje naar beneden naar de onthaakmat te staren, een tikkie vol ongeloof, gelukkig niet alleen, met grote snoek is het fijn als ieder een taakje heeft en dat uitvoert. Hoe sneller weer terug, hoe beter. Ik heb ten eerste een enorme oerkreet geslaakt, in combi met een luchtsprongetje, de combi winterkleding en warmtelaarzen maakte dat het niet meer kon zijn. Op een eenzame bellyboot-visser aan de overkant na was het gebied toch uitgestorven, dus geen getuigen die dachten dat er een moord gepleegd werd. Er ging van alles door mij heen. Daarom hoorde ik ook niet toen de vis gemeten werd dat David al aankondigde dat deze vis 15 kilo zou kunnen zijn, en dat ook bevestigde bij weging. Dik 15 kilo. Awesome, zeggen de Engelsen. Snel op de kiek en terug. Wilde een 'in het water foto' en moest dat bekopen met een nat pak, zowel de broek als de twee laarzen kleddernat. Van binnen. Deerde me niks. En later eigenlijk ook niet. In de zevende hemel.
Eigenlijk was ik klaar met vissen -wat moest ik nog vandaag?- maar omdat zo'n plekkie meestal meer snoeken bevat (hoe vaak niet alle beten op dezelfde hengel?) toch maar weer uitgevaren. James Brown zong het al; "I'm a greedy man". Overigens zonder verdere actie. Voor niemand.
Dat onze theorie niet geheel en al uit de lucht is komen vallen bewijst vismaat John die op 29 jan opnieuw een bijzonder zware vis vangt. Dat is dus de derde in een goeie week. Wat volgt? Lijkt me verder duidelijk waar wij het seizoen uit gaan vissen, de vis gaat nu uitbuiken, ze worden alleen maar dikker. Al geloof ik niet dat ik Monstermama ga overtreffen, in elk geval niet voorlopig. En waarom ook? Eén moet een keer de niet meer te overtreffen grootste zijn. En waarom zou je die pas aan het eind van je vishobby moeten gaan vangen?

De kille cijfers; 117,5 met de staart in zwemstand (dus geen SNL-fahige smokkelcentimeters...) en 31,2 pond

Muddy waters



3 opmerkingen: